VN-Kinderrechtenverdrag
Het VN-kinderrechtenverdrag, officieel het Verdrag inzake de rechten van het kind (VRK), is een internationaal verdrag aangenomen door de Verenigde Naties in 1989. Het verdrag legt de verschillende rechten vast die alle kinderen – personen onder de 18 jaar – zouden moeten genieten.
Kernpunten
- Doel: Het verdrag heeft als doel de civiele, politieke, economische, sociale en culturele rechten van alle kinderen wereldwijd te beschermen en te bevorderen.
- Kernprincipes: Het verdrag is gebaseerd op vier kernprincipes: het belang van het kind staat voorop, het recht op leven, overleven en ontwikkeling, het recht op participatie, en het recht op non-discriminatie.
- Inhoud: Het verdrag bevat 54 artikelen die een breed scala aan kinderrechten behandelen, zoals het recht op onderwijs, gezondheidszorg, bescherming tegen mishandeling en uitbuiting, en het recht op vrije tijd en cultuur.
- Toezicht: Het Comité voor de rechten van het kind, een orgaan van onafhankelijke experts, houdt toezicht op de implementatie van het verdrag door de lidstaten. Landen die het verdrag hebben geratificeerd, zijn verplicht regelmatig rapporten in te dienen over de situatie van kinderrechten in hun land.
- Bijna universele ratificatie: Het verdrag is geratificeerd door bijna alle lidstaten van de VN, waardoor het een van de meest geratificeerde verdragen ter wereld is.
- Optionele protocollen: Er zijn drie optionele protocollen bij het verdrag aangenomen. Deze gaan over de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten, de verkoop van kinderen, kinderprostitutie, kinderpornografie en een communicatieprocedure waarmee individuen klachten kunnen indienen over schendingen van het verdrag.
Het VN-kinderrechtenverdrag heeft aanzienlijk bijgedragen aan het verbeteren van de situatie van kinderen wereldwijd en heeft als basis gediend voor wetgeving en beleid in vele landen.
Directe werking
Bij de Nederlandse rechter is een beroep op het Kinderrechtenverdrag mogelijk. Nederland heeft het Verdrag inzake de rechten van het kind (Kinderrechtenverdrag) in 1995 geratificeerd, waarmee het verdrag onderdeel is geworden van het Nederlandse rechtssysteem.
Indien een bepaling uit het Kinderrechtenverdrag directe werking heeft, kunnen individuen zich voor de Nederlandse rechter direct op die bepaling beroepen. Directe werking betekent dat de bepalingen van het verdrag zo concreet en onvoorwaardelijk zijn dat ze zonder nadere uitwerking in nationale wetgeving door de rechter toegepast kunnen worden. Verschillende bepalingen uit het Kinderrechtenverdrag zijn door de Nederlandse rechtspraak als direct werkend beschouwd.
Daarnaast kunnen de bepalingen van het verdrag ook als interpretatiemiddel dienen voor de Nederlandse rechter wanneer deze nationale wetgeving interpreteert en toepast in het licht van de verplichtingen uit het Kinderrechtenverdrag.
« Terug naar de woordenlijst