« Terug naar de woordenlijst

Een component van bloed.

Serum

Serum

Serum is een component van bloed. Het is het vloeibare deel dat overblijft nadat bloed is gestold en de bloedcellen zijn verwijderd. Serum bevat water, elektrolyten, antilichamen, hormonen en verschillende andere stoffen, maar is vrij van bloedcellen en stollingsfactoren die in volbloed aanwezig zijn.

Wat het is en waar het uit bestaat

Serum wordt verkregen door een bloedmonster te laten stollen en vervolgens te centrifugeren om de vaste bestanddelen te scheiden. Wat overblijft is een heldere, gelige vloeistof rijk aan verschillende moleculen en ionen. Dit omvat onder meer:

  • Elektrolyten zoals natrium en kalium
  • Hormonen zoals insuline en cortisol
  • Antilichamen die betrokken zijn bij de immuunrespons
  • Nutriënten zoals glucose en vetten

Medische toepassingen

Serum wordt vaak gebruikt in laboratoriumonderzoeken om de concentraties van verschillende stoffen te meten, zoals serumwaarden van hormonen of andere biomarkers. Dit kan artsen helpen bij het stellen van diagnoses, het volgen van ziekteprogressie of het evalueren van de effectiviteit van een behandeling.

Verschil met plasma

Het is belangrijk om serum te onderscheiden van plasma, een ander vloeibaar component van bloed. Plasma is in feite het vloeibare deel van het bloed vóór coagulatie (stolling) en bevat ook stollingsfactoren die in serum afwezig zijn.

Door het ontbreken van stollingsfactoren kunnen bepaalde tests die gevoelig zijn voor deze factoren beter worden uitgevoerd op serum dan op plasma. Omgekeerd kunnen tests die deze factoren vereisen beter op plasma worden uitgevoerd.

Serum speelt een cruciale rol in medisch onderzoek en diagnostiek en is een onmisbaar hulpmiddel voor het verkrijgen van inzicht in de fysiologische en pathologische staat van een individu.

.

« Terug naar de woordenlijst