« Terug naar de woordenlijst

Quigley-schaal

Schaal met zeven stappen om de gradaties van androgeenongevoeligheid aan te geven, bedacht door Charmian Quigley en Frank French.

Quigley-schaal

De Quigley-schaal is een instrument dat is ontwikkeld door Charmian Quigley en Frank French in 1995 om gradaties van androgeenongevoeligheid te classificeren. De schaal loopt van 1 tot 7 en biedt een framework om de mate van androgeenongevoeligheid bij individuen te beoordelen, voornamelijk gebaseerd op uiterlijke lichamelijke kenmerken.

Oorsprong en invloed

De schaal kwam voort uit het artikel “Androgen Receptor Defects: Historical, Clinical and Molecular Perspectives,” gepubliceerd in Endocrine Reviews.1Androgen Receptor Defects: Historical, Clinical and Molecular Perspectives’ (Endrocine Reviews. 1995. vol. 16, no. 3 p271-321 Het bouwt voort op de Prader-classificatie, die oorspronkelijk is ontwikkeld voor de beoordeling van adrenogenitaal syndroom (AGS).

Gradaties

De Quigley-schaal varieert van 1 tot 7, waarbij een hoger nummer een grotere androgeenongevoeligheid aangeeft:

  • Gradatie 7: Volledig vrouwelijke lichaamsvorm
  • Gradatie 1: Volledig mannelijke lichaamsvorm

De tussenliggende gradaties vertegenwoordigen een spectrum van toenemende androgeenongevoeligheid, met variërende mate van vermannelijking van het lichaam.

Toepassing en beperkingen

De schaal wordt gebruikt als een manier om medische professionals te helpen bij de diagnose en behandeling van androgeenongevoeligheid. Het is belangrijk om te benadrukken dat de Quigley-schaal primair gebaseerd is op fenotypische kenmerken (uiterlijke verschijning) en niet noodzakelijkerwijs een volledige indicatie biedt van de mate van androgeenongevoeligheid op moleculair of functioneel niveau. Hierdoor kan het een nuttig hulpmiddel zijn in een bredere diagnostische context, maar het is geen vervanging voor uitgebreidere medische evaluaties.

Moderne aanpassingen

Hoewel de Quigley-schaal nog steeds wordt gebruikt, zijn er discussies over de noodzaak om meer holistische benaderingen te omarmen die ook andere aspecten van gezondheid en identiteit in overweging nemen. Het blijft echter een referentiepunt in het veld van endocrinologie en genetica.

« Terug naar de woordenlijst