« Terug naar de woordenlijst

Nucleair

Tot de kern behorend.

Moleculaire biologie

In de context van moleculaire biologie verwijst “nucleair” naar alles wat gerelateerd is aan de celkern (nucleus). De celkern is het organel binnen eukaryote cellen1 Dat zijn complexe cellen met een afgebakende celkern en gespecialiseerde organellen, aanwezig in organismen zoals planten, dieren, schimmels en protisten. dat het grootste deel van het genetische materiaal van de cel bevat, in de vorm van lineaire chromosomen. Deze chromosomen zijn gemaakt van DNA-moleculen die strak zijn opgewikkeld rond histoneiwitten.

Termen die in deze context worden gebruikt zijn bijvoorbeeld:

  1. Nucleair DNA: Het DNA dat zich in de celkern bevindt, in tegenstelling tot het mitochondriale DNA dat zich in de mitochondriën bevindt.
  2. Nucleaire envelop: De dubbele membraanstructuur die de celkern omsluit en scheidt van het cytoplasma.
  3. Nucleaire poriën: Complexen in de nucleaire envelop die de uitwisseling van moleculen tussen de kern en het cytoplasma reguleren.
  4. Nucleaire matrix: Het fibrillaire netwerk binnen de celkern dat helpt bij de organisatie van de chromosomen en andere nucleaire componenten.

Kortom, in de moleculaire biologie verwijst “nucleair” naar structuren, processen of moleculen die zich in of gerelateerd zijn aan de celkern.

Nucleaire geneeskunde

Nucleaire geneeskunde heeft juist niets met celkernen te maken. Het is een medisch specialisme dat gebruikmaakt van radioactieve stoffen voor zowel diagnose als behandeling van ziekten. Door het toedienen van kleine hoeveelheden radioactieve stoffen worden specifieke organen, botten of weefsels in het lichaam zichtbaar gemaakt met speciale camera’s. Hierdoor kunnen afwijkingen in functie en structuur vroegtijdig worden opgespoord. Naast diagnostische procedures worden in de nucleaire geneeskunde ook therapeutische toepassingen gebruikt, zoals radioactieve jodiumtherapie voor schildklieraandoeningen.

« Terug naar de woordenlijst