« Terug naar de woordenlijst

Merker

Een diagnostische merker (of in het Engels: marker) is een stof of een kenmerk waarvan de aanwezigheid in het lichaam wijst op een specifieke diagnose.

In de context van diagnostiek verwijst een merker (ook wel bekend als een biomarker) naar een meetbare stof, kenmerk of proces in het lichaam dat de aanwezigheid, afwezigheid of voortgang van een ziekte of aandoening aangeeft. Merkers kunnen worden gebruikt om ziektes te detecteren, het verloop van een ziekte te volgen, of de effectiviteit van een behandeling te evalueren.

Een merker kan bijvoorbeeld een specifiek eiwit zijn dat in verhoogde hoeveelheden in het bloed aanwezig is bij een bepaalde ziekte. Het kan ook een beeldvormende test zijn, zoals een MRI-scan, die specifieke veranderingen in het lichaam laat zien.

Er zijn vele soorten merkers die in verschillende medische disciplines worden gebruikt. Voorbeelden zijn:

  • Tumormerkers die worden gebruikt om de aanwezigheid van kanker te detecteren of om de respons op behandeling te volgen.
  • Merkers voor hartziekten, zoals troponine, die kunnen wijzen op een hartaanval.
  • Genetische merkers die kunnen wijzen op een erfelijke aanleg voor bepaalde ziektes.

Veel merkers zijn niet specifiek voor één bepaalde ziekte en de aanwezigheid van een merker betekent niet altijd dat een persoon de met de marker verbonden ziekte heeft. Daarom worden merkers vaak gebruikt in combinatie met andere tests en klinische evaluaties om een diagnose te stellen.

« Terug naar de woordenlijst