Fenotype
Het geheel van de waarneembare kenmerken van een organisme. Fenotype wordt vaak gebruikt in de betekenis van ‘lichamelijke kenmerken’.
De term fenotype is in 1909 voor het eerst gebruikt door Wilhelm Johanssen en afgeleid van het Griekse phainein (verschijnen). Johansson gebruikte dit woord bij de beschrijving van de fysieke, biochemische en fysiologische kenmerken van een organisme als het resultaat van het genotype (de genetische aanleg) en de omgeving (de milieufactoren).
« Terug naar de woordenlijst