Het geslachtschromatine, ook bekend als het Barr-lichaampje, is een dicht, donkergekleurd gebied dat zichtbaar is in de celkernen van bepaalde lichaamscellen bij vrouwelijke zoogdieren, inclusief mensen. Het is genoemd naar de Canadese arts Murray Barr, die het in 1949 ontdekte. Het Barr-lichaampje vertegenwoordigt inactief X-chromosoom en is een belangrijke indicator van het aantal X-chromosomen in een cel. ►

Erfelijkheidsleer. Studie die zich bezighoudt met erfelijkheid, en de kansen van het nageslacht op een erfelijke kenmerken.

De eerste cel die ontstaat door de bevruchting van een eicel door een zaadcel. De zygote bevat een volledige set chromosomen: de helft afkomstig van de eicel van de moeder en de andere helft van de zaadcel van de vader. Na de vorming van de zygote volgt een reeks van celdelingen, bekend als mitose, waardoor het enkele-cellige stadium overgaat in een multicellulair embryo.►

Eén van de twee menselijke geslachtschromosomen. De meeste mannen hebben één Y-chromosoom, de meeste vrouwen hebben geen Y-chromosoom.

Eén van de twee menselijke geslachtschromosomen. De meeste mannen hebben één X-chromosoom, de meeste vrouwen hebben er twee.

Als een erfelijk kenmerk wordt doorgegeven via een gen dat onderdeel uitmaakt van het X-chromosoom, wordt gesproken over X-gebonden overerving.

Bij een translocatie is een deel van een chromosoom naar een ander chromosoom verplaatst.

Het uiteinde van een chromosoom.

Gen op het Y-chromosoom dat verantwoordelijk is voor de werking van het Müller inhiberende hormoon (MIH). Activering van dit gen resulteert in een mannelijk lichaam.

Diagnostische techniek waarmee zowel mutaties als het geslacht bepaald kunnen worden.