Gonade
Geslachtsklier; het orgaan dat de geslachtscellen vormt. Bij mannen zijn dat de zaadballen, bij vrouwen de eierstokken.
Geslachtsklier; het orgaan dat de geslachtscellen vormt. Bij mannen zijn dat de zaadballen, bij vrouwen de eierstokken.
Geslachtsorganen; organen die een rol spelen bij het voortplantingsproces.
Zaadcel of eicel.
Eiblaasje.
Eileider. Genoemd naar Italiaanse wetenschapper en arts Gabriele Falloppio (1523 - 1562).
Een van de ledematen, dus een arm of een been.
Uiteinde van het groeiend bot dat tot het einde van de puberteit kraakbeen produceert en na de puberteit verbeent.
Bijbal. Een langwerpig orgaantje dat achter een teelbal in het scrotum ligt en waar rijpe zaadcellen verzameld worden tot de eerstvolgende ejaculatie.
Buisvormige structuur tussen baarmoeder en eierstok waardoor de eicel (ook oocyt of ovum genoemd) van de eierstok naar de baarmoeder geleidt wordt.
Structuur die het DNA en de eiwitten in de celkern aannemen in de metafase van de celdeling. DNA is op dat moment onder de microscoop waarneembaar als 23 paar chromosomen.