DSD-diagnoses (Disorders/Differences of Sex Development) verwijzen naar een reeks medische condities waarbij de ontwikkeling van chromosomale, gonadale, of anatomische geslachtskenmerken atypisch is. Deze diagnoses omvatten diverse aandoeningen, zoals congenitale bijnierhyperplasie en androgeenongevoeligheidssyndroom. DSD’s kunnen variëren in presentatie en worden vaak vastgesteld bij geboorte of tijdens de puberteit. De term is bedoeld om een nauwkeurige, medisch gefundeerde classificatie te bieden, maar heeft tot discussie geleidt over de sociale en psychologische impact ervan.
Gonadale dysgenesie
Vorm van seksediversiteit bij personen met XY-chromosomen waarbij testes helemaal niet of nauwelijks zijn aangelegd. Bij gonadale dysgenesie kan een baarmoeder aanwezig zijn. In principe is het via eiceldonatie mogelijk een krijgen. XY gonadale dysgenesie staat ook bekend als het Syndroom van Swyer.