Cellen in de testes waar testosteron wordt gemaakt.

Lip. Meervoud: labia. Labia majora: grote schaamlippen. Labia minora: kleine schaamlippen.

Geslachtsklier (indifferent, testis, ovarium), buisvormigestructuren (eileider, zaadleider), klieren (bijbal, prostaat, zaadblaasjes), baarmoeder, vaginatop (bovenste 1/3 deel van de vagina).

Uitwendige vaginale opening.

Lieskanaal, een doorgang in de buikwand, verbinding tussen het kleine bekken (onderbuik) en de schaamstreek waardoor bij een jongen de zaadbal indaalt in de balzak.

Testes voor de puberteitsontwikkeling.

(Nog) niet ontwikkelde geslachtsklier.

Tot het darmbeen behorend. Wordt soms ook gebruikt om de liesstreek aan te duiden (zie ook inguinaal).

Baarmoeder.

De hypofyse of hersenaanhangsel is een uitermate belangrijke klier die hormonen afscheidt en de werking van andere hormoonklieren, zoals de geslachtsklieren, bijnieren en schildklier, en daardoor verschillende biologische processen regelt.