150 – Mensenrechten in wetgeving
In Nederland kan een wet niet worden getoetst aan de grondwet, ondanks dat dat daar tal van mensenrechten in staan. Wel kan de Nederlandse rechter bestaande wetgeving toetsen aan het internationaal recht.
In Nederland kan een wet niet worden getoetst aan de grondwet, ondanks dat dat daar tal van mensenrechten in staan. Wel kan de Nederlandse rechter bestaande wetgeving toetsen aan het internationaal recht.
Consent en proxy consent zijn geen ongelimiteerde toestemming voor artsen. Er zijn ook na het geven van geïnformeerde toestemming grenzen waaraan een behandelaar zich dient te houden.
In Nederland is het gewoonte dat ouders toestemming voor nnmb’s kunnen geven. Daarmee overtreed Nederland het internationaal recht. Ouders die toestemming geven voor nnmb’s schenden de rechten van hun kind.
Sommige gezondheidswerkers denken dat alleen een minderheid van de intersekse mensen om een Wettelijke Regulering vraagt. Daarmee ontkennen zij de omvang van de internationale intersekse gemeenschap en de inzet van andere organisaties en instanties.
De Nederlandse overheid zegt dat artsen samen met ouders over nnmb’s mogen beslissen. De Verenigde Naties denkt daar anders over en zeggen dat de staat de schending van de rechten van kinderen moet verbieden en vervolgen.
Zowel door gezondheidswerkers als door de maatschappij als geheel is de acceptatie van intersekse gering. Intersekse personen worden iets minder geaccepteerd dan trans personen en veel minder dan lhb personen.
Opname van diagnoses in een Wettelijke Regulering, ongeacht of dat bedoeld is om diagnoses in de wet op te nemen of er juist van uit te sluiten, betekent dat de rechten van sommige kinderen gerespecteerd worden en van andere kinderen niet.
De VN zegt dat het kind over geslachtsbevestigende behandelingen moet beslissen en niet de ouders of gezondheidswerkers. Het zou onjuist zijn om ouders via een omweg toch te laten beslissen over de rechten van intersekse kinderen.
Eerdere richtlijnen hebben niet kunnen voorkomen dat nog steeds nnmb’s worden uitgevoerd. Daarom is het na zeventig jaar experimenteren op basis van onbewezen behandelingen en onvoldoende onderzoek, hoog tijd voor de Wettelijke Regulering.
Na meer dan twintig jaar met gezondheidswerkers te hebben gesproken zonder dat er wezenlijke verandering is opgetreden, is het niet reëel om te verwachten dat de komende tien jaar praten wel tot verandering zal leiden.