33 – Snijgraag en boos?
De communicatie tussen intersekse mensenrechtenexperts en gezondheidswerkers verloopt soms moeizaam. Dan worden wederzijds onjuiste stereotyperingen gebruikt.
De communicatie tussen intersekse mensenrechtenexperts en gezondheidswerkers verloopt soms moeizaam. Dan worden wederzijds onjuiste stereotyperingen gebruikt.
Sommige gezondheidswerkers denken dat alleen een minderheid van de intersekse mensen om een Wettelijke Regulering vraagt. Daarmee ontkennen zij de omvang van de internationale intersekse gemeenschap en de inzet van andere organisaties en instanties.
Het is een misvatting dat meer intersekse personen moeten deelnemen in de interseksegemeenschap voordat de interseksebelangenorganisaties mogen spreken. De interseksegemeenschap bestaat en wordt breed gesteund door tal van organisaties, instanties en personen.
Hoe kun je seksediversiteit en intersekse in beleid opnemen? En op welke gronden doe je dat dan? Vaak wordt gedacht dat het beëindigen van de non-consensuele, zonder problemen uit te stellen operaties bij kinderen het enige is waar intersekse organisaties aan werken. Maar in werkelijkheid behoren seksediversiteit en intersekse zichtbaar te zijn in tal van beleidsterreinen.
De Europese Unie (EU) en de Raad van Europa (CoE) zijn twee afzonderlijke maar soms overlappende organisaties die beide bijdragen aan de emancipatie van intersekse personen in Europa.