125 – Stichting NNID
Bij tal van NNID-activiteiten wordt de naam van NNID nauwelijks genoemd. Dat heeft een reden.
Bij tal van NNID-activiteiten wordt de naam van NNID nauwelijks genoemd. Dat heeft een reden.
De zichtbare intersekse gemeenschap in Nederland wordt gekenmerkt door de woorden ‘wit’ en ‘vrouw’. Dat is te verklaren, maar die verklaring is geen reden om niet (nog) meer aan diversiteit te werken.
Op dit moment zijn veel intersekse mensen nog onzichtbaar voor de maatschappij. Dat roept soms de vraag op of niet meer intersekse mensen zichtbaar zouden moeten zijn voordat beleid op het onderwerp intersekse moet worden gemaakt.
Hoe kun je seksediversiteit en intersekse in beleid opnemen? En op welke gronden doe je dat dan? Vaak wordt gedacht dat het beëindigen van de non-consensuele, zonder problemen uit te stellen operaties bij kinderen het enige is waar intersekse organisaties aan werken. Maar in werkelijkheid behoren seksediversiteit en intersekse zichtbaar te zijn in tal van beleidsterreinen.
Dit artikel begint met een theoretische onderbouwing van de vraag waarom intersekse mensen niet zichtbaar zijn in de maatschappij en daarna wordt ingegaan op de vraag wat een coming-out nu nog in de weg staat.
In dit artikel wordt uitgelegd hoe een organisatie intersekse-inclusief kan werken, zelfs als er nog geen contact is gelegd met intersekse personen.