PUBLICATIE
Als seks(e) niet vanzelfsprekend is
Dit onderzoek verkent de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Aan de hand van interviews en twee kerntheorieën, de seksuele scripttheorie en de levenslooptheorie, worden beïnvloedende factoren en actoren geïdentificeerd. Het doel is om ondersteuning en inzichten te verbeteren voor deze specifieke groep.
Als seks(e) niet vanzelfsprekend is
Een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen
In dit door FWOS (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit) gefinancierde kwalitatieve onderzoek zijn achttien intersekse personen tussen de 18 en 38 jaar geïnterviewd. Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen en in de factoren en actoren die hun relationele en seksuele ontwikkeling beïnvloeden, om zo ondersteuningsinspanningen gericht op het verbeteren van hun relationele en seksuele ervaringen te verbeteren.
De studie onderzoekt verschillende aspecten van het leven van intersekse personen, waaronder de ontdekking van hun diagnose, geheimhouding en openheid, reacties van de sociale omgeving, medische behandelingen, en maatschappelijke onzichtbaarheid, stigma en discriminatie. Het rapport identificeert drie sporen in de relationele en seksuele ontwikkeling: de ontwikkeling van het lichaams- en zelfbeeld, seksuele en genderidentiteitsontwikkeling, en de omgang met relationele en seksuele ervaringen.
Theoriën
Dit onderzoek gaat uit van twee belangrijke theorieën: de seksuele scripttheorie, en de levenslooptheorie.
De seksuele scripttheorie gaat ervan uit dat mensen mentale voorstellingen (scripts) vormen over welk seksueel gedrag – wanneer en met wie – ‘gepast’ is, welke effecten en reacties daarop te verwachten zijn en hoe men zich daarbij moet voelen. Vooral wanneer iemand weinig ervaring heeft op een bepaald gebied, zijn deze scripts gebaseerd op de beschikbare culturele scripts.
Het levensloopperspectief veronderstelt een levenslange ontwikkeling, maar ook dat gebeurtenissen eerder in het leven de huidige ervaringen vormgeven. De bio-psychosociale context van de ontwikkeling is een zeer belangrijk element in hedendaagse levenslooptheorieën. Voor jonge intersekse personen bevat de levensloop een aantal specifieke elementen, zoals de medische behandelingen die zij ondergingen, het horen van de diagnose en de reacties van hun ouders en sociale netwerk.
Belang van het onderzoek
Bevorderende factoren voor een positieve relationele en seksuele ontwikkeling worden ook besproken, evenals de samenhang tussen verschillende factoren. Het rapport sluit af met aanbevelingen voor verschillende actoren, waaronder de samenleving en overheid, de medische sector, ouders, partners en vrienden, patiëntenverenigingen en scholen.
Inzicht in hoe jonge intersekse personen met deze uitdagingen omgaan, kunnen toekomstige generaties intersekse personen helpen meer eigenaarschap te krijgen over hun seksuele ontwikkeling. Bovendien kunnen ouders, opvoeders en professionals in de jeugdgezondheidszorg baat hebben bij deze inzichten om jonge intersekse personen beter te ondersteunen in hun relationele en seksuele ontwikkeling. Uit eerdere studies bleek dat voorlichting en ondersteuning vaak gepaard gaan met problematiserende boodschappen. Daarom wordt nu expliciet gezocht naar factoren en actoren die positieve scripts en ontwikkeling ondersteunen. Door de sociaalmaatschappelijke benadering van intersekse geeft dit onderzoek inzicht in de seksuele ontwikkeling en ervaringen van een brede groep jonge intersekse personen, ook diegenen die niet in een ziekenhuis worden behandeld
Auteurs: Marianne Cense (Rutgers) en Mir Abe Marinus (NNID)
Gepubliceerd: 16 februari 2023 – ISBN 978-94-93106-06-2
Formaat: PDF – 87 pagina’s – 1,93 MB