HOOFDSTUK 167
Waarom ouders geen invloed behoren te hebben op de Wettelijke Regulering
De Wettelijke Regulering is een antwoord op ernstige schendingen van een absoluut recht. De VN zegt dat het kind over geslachtsbevestigende behandelingen moet beslissen en niet de ouders of gezondheidswerkers. Het zou onjuist zijn om ouders via een omweg toch te laten beslissen over de rechten van intersekse kinderen.
Het kind moet beslissen, niet de ouders
Het is de kern van de aanbeveling van het Comité tegen Foltering 147147: Er zijn goede redenen om nnmb’s wettelijk te reguleren.Het is een misvatting dat er geen specifieke reden is om nu tot regulering van nnmb’s te komen. dat het kind bij geslachtsbevestigende behandelingen moet beslissen en niet de ouders. Op dit moment zijn het vaak de ouders die voor zo’n behandeling kiezen (zie ook 7070: Een kind mag niet worden gebruikt voor de behandeling van de problemen van de ouders.Het is een misvatting dat ouders de patiënt zijn. en 7474: Alleen het kind zelf kan toestemming geven voor een geslachtsbevestigende behandeling.Het is een misvatting dat nnmb’s toegestaan zijn als de ouders toestemming geven.), ook al wordt die keuze voor een belangrijk deel bepaald door artsen (zie ook 8585: De gebruikte definitie is bepalend voor de communicatie over intersekse.Het is een misvatting dat de gebruikte definitie van intersekse er niet toe doet (of: dat artsen ouders kunnen voorlichten over intersekse).). Daarom moeten ouders en gezondheidswerkers als potentiële daders op afstand blijven.
Dat de wensen van de ouders ondergeschikt zijn aan de rechten van het kind komt voort uit een aantal door Nederland geratificeerde verdragen. 1Onder andere het VN-Verdrag tegen Foltering en het VN-Kinderrechtenverdrag. Het principe dat de rechten van het kind voor die van de ouders gaat, wordt ook gebruikt om kinderen te beschermen tegen lijfstraffen en besnijdenis 2Hoewel mensenrechtenexperts en de Nederlandse overheid het geheel eens zijn over de noodzaak van een verbod op meisjesbesnijdenis, is jongensbesnijdenis, voornamelijk met een beroep op godsdienstvrijheid, in Nederland nog steeds toegestaan.[1] 3Een grote groep deskundigen is het erover eens dat de ethiek van de besnijdenis van vrouwelijke, mannelijke en intersekse personen samen moet worden bekeken.[2], ‘weigerouders’ 4Zie ‘Voorstel van wet van de leden Bergkamp en Van Wijngaarden tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met directe koppeling van erkenning en gezamenlijk gezag voor ongehuwde en niet-geregistreerde partners’ https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34605-1.html en bij het bekendmaken van spermadonoren 5 Zie bijvoorbeeld de uitspraak in de zaak van de (weduwe en erfgenamen van) vruchtbaarheidsarts Karbaat: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2020:2185 . Daarnaast geldt artikel 11 van de Grondwet: Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van het lichaam.
Standpunt NNID
Het moet voor ouders onmogelijk zijn zich uit te spreken tegen de Wettelijke Regulering
Volgens artsen komt de vraag voor nnmb’s vaak vanuit ouders zelf. Dat maakt ouders medeplichtig aan het schenden van de rechten van het kind. Het is daarom ongepast om ouders te laten beslissen over een wet die nnmb’s reguleert.
Wat mensen zeggen
Nog geen citaat
He, wat jammer! Voor dit hoofdstuk hebben we geen passend citaat gevonden. We zoeken nog steeds deelnemers voor ons oral history-project Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Neem contact op met Miriam van der Have (info@nnid.nl) als je je verhaal wil delen. Misschien komt hier dan een citaat van jou te staan.[a]
— NNID – 2023