MISVATTINGEN#134Toestemming van ouders

  1. Ouders hebben wettelijk de plicht en het recht om hun kinderen te verzorgen en op te voeden, maar dat geeft hen niet het absolute recht om alle beslissingen te nemen, met name die welke de mensenrechten van het kind kunnen schenden.
  2. Het VN-Kinderrechtencomité stelt dat ouders geen beslissingen mogen nemen die het kind later zelf kan nemen en die zijn toekomstige vrijheid beperken, zoals onnodige of uitstelbare medische ingrepen.
  3. Gezondheidswerkers kunnen zich bij niet-medisch noodzakelijke medische behandelingen (nnmb’s) niet beroepen op ‘proxy consent’ van de ouders, volgens de Memorie van Toelichting bij de WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst).
  4. Bestaande medische en ethische richtlijnen, zoals de WGBO en KNMG-richtlijnen, zijn niet voldoende toegesneden op nnmb’s bij kinderen en houden geen rekening met kinderrechten.
  5. Om in lijn te zijn met internationale verdragen moet de WGBO worden aangepast om expliciet te stellen dat ouders geen toestemming mogen geven voor medische behandelingen die kunnen worden uitgesteld tot het kind zelf in staat is geïnformeerde toestemming te geven.


Samengevat met AI en gecontroleerd door een redacteur.

HOOFDSTUK 134

Ouders die proxy consent geven voor nnmb’s schenden de rechten van hun kind

In Nederland is het gewoonte dat ouders ook voor nnmb’s kunnen geven. Daarmee overtreed Nederland het internationaal recht. Ouders die toestemming geven voor nnmb’s schenden de rechten van hun kind.

Ouders hebben het wettelijk recht en de plicht hun kinderen te verzorgen en op te voeden.1Kinderen (volgens art. 1:233 BW personen tot 18 jaar) hebben recht op bijzondere bescherming. In art. 24 lid 2 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) wordt gesproken over ‘bijzondere zorg en bijstand’, art. 3 van het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK) verplicht staten kinderen te verzekeren van de bescherming en de zorg die zij nodig hebben, waarbij de belangen van het kind de eerste overweging vormen, art. 24 eerst lid IVRK  zegt dat kinderen recht hebben op de bescherming en zorg die nodig zijn voor hun welzijn, art. 1:247 eerste lid BW stelt dat de dragers van het ouderlijk gezag (meestal ouders) verplicht zijn en het recht hebben om minderjarigen te verzorgen en op te voeden. Volgens de WGBO mogen de dragers van het ouderlijk gezag voor de medische behandeling van proxy consent geven. Dat wil niet zeggen dat zij absolute zeggenschap over hun kinderen hebben; er geldt voor zowel ouders als overheid een plicht om kinderen te beschermen tegen schendingen van mensenrechten die (ook) voor kinderen gelden. Het Kinderrechtencomité heeft in General Comment 12 (2009)[5] geëxpliciteerd dat volgens art. 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag (het recht van het kind om gehoord te worden) ouders niet het recht hebben beslissingen te nemen die het kind later zelf kan nemen en die de open toekomst van de toekomstige volwassene in de weg staan[8]. Vanuit diverse Europese en internationale instituties is inmiddels vastgesteld dat het faciliteren en uitvoeren van onnodige of uitstelbare medische ingrepen bij jonge kinderen in strijd is met de mensenrechten [1 , 2 , 3 , 4] (zie ook voetnoot 188 op pagina 61).

Dit betekent dat ouders geen toestemming kunnen geven voor uitstelbare medische behandelingen.

De Memorie van Toelichting bij de WGBO stelt dat gezondheidswerkers bij het schenden van de lichamelijke integriteit zich niet kunnen beroepen op een door derden gegeven proxy consent [6].2Pagina 21-22: “In beginsel kan een ieder ten behoeve van een ander een behandelingsovereenkomst aangaan. Dat wil echter niet zeggen dat die ander dan ook voor het uitvoeren van verrichtingen ten aanzien van de patiënt in de beslissingsbevoegdheid van de patiënt zou kunnen treden. De lichamelijke of geestelijke integriteit is niet zozeer bij het aangaan van een behandelingsovereenkomst in het geding, als wel bij het uitvoeren van handelingen van geneeskundige aard.” [6] (Zie 7474: Alleen het kind zelf kan toestemming geven voor een geslachtsbevestigende behandeling.Het is een misvatting dat nnmb’s toegestaan zijn als de ouders toestemming geven. voor gedetailleerde informatie.)

Dit betekent dat gezondheidswerkers zich bij nnmb’s niet kunnen beroepen op de door ouders gegeven proxy consent.

De gedachte dat ethisch handelen moet wijken voor een schijnbaar hoger inzicht als ervaring van de artsen of de wens van ouders, komt voort uit oude medische en ouderlijke privileges. Maar dat zijn privileges waarvan ethici en juristen inmiddels hebben vastgesteld dat ze onverenigbaar zijn met de rechten van het kind (zie 7474: Alleen het kind zelf kan toestemming geven voor een geslachtsbevestigende behandeling.Het is een misvatting dat nnmb’s toegestaan zijn als de ouders toestemming geven. voor meer informatie over proxy consent).

Zowel de wet WGBO 3Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst, BW 7:446 t/m BW 7:468. https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0005290&boek=7&titeldeel=7&afdeling=5 als besliskaders voor geïnformeerde toestemming die beschikbaar zijn vanuit de KNMG[7 , 9] houden geen rekening met niet-noodzakelijke medische behandelingen bij kinderen. Om in overeenstemming te komen met door Nederland geratificeerde verdragen moet in de WGBO geëxpliciteerd worden dat ouders geen toestemming mogen geven voor medische behandelingen die uitgesteld kunnen worden tot het kind oud genoeg is om zelf geïnformeerde toestemming te verlenen.

Standpunt NNID

Ouders die proxy consent geven voor nnmb’s schenden straffeloos de rechten van hun kind

Dat in Nederland ouders nog steeds toestemming kunnen geven voor het uitvoeren van nnmb’s, is in strijd met een veranderde visie op ouderlijke verantwoordelijkheid bij de Verenigde Naties, in het bijzonder bij het VN-kinderrechtencomité. Nederlandse wetgeving moet daarom worden aangepast.

Wat mensen zeggen


  • KOP
    Citaal.[a]
    — Eva, 24 jaar – 2023
Letterlijk citaat mensenrechtenparadigma
Letterlijk citaat Medisch paradigma
Uitspraak/aanbeveling/citaat mensenrechten institutie of – authoriteit
Citaat van boek  of (peer-reviewed) artikel, niet aan één auteur toe te wijzen,
ongeacht het paradigma
  1. Committee against Torture. List of issues prior to submission of the seventh periodic report of the Netherlands*. Convention against Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment, 6 january 2022. ISBN CAT/C/NLD/QPR/8.
  2. Committee against Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment. Concluding observations on the seventh periodic report of the Netherlands*. CAT/C/NLD/CO/7. United Nations, 18 december 2018.
  3. Committee on Economic, Social and Cultural Rights. Concluding observations on the sixth periodic report of the Netherlands*. United Nations, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, 6 July 2017. ISBN E/C.12/NLD/CO/6.
  4. Committee on the Elimination of Discrimination against Women. Concluding observations on the sixth periodic report of the Netherlands. United Nations, 18 November 2016. ISBN CEDAW/C/NLD/CO/6.
  5. Committee on the Rights of the Child. General comment No. 12 (2009): The right of the child to be heard. United Nations, Convention on the Rights of the Child, 1 July 2009. ISBN CRC/C/GC/12.
  6. Hirsch Ballin EMH, Simons HJ. Kamerstukken II 1989–1990 21561, nr. 3 – Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de opneming van bepalingen omtrent de overeenkomst tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst – Memorie van toelichting. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, Nederland, 1990.
  7. Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Toestemming en informatie bij behandeling van minderjarigen. Utrecht, Nederland: KNMG, 13 juni 2019.
  8. Krappmann L. The weight of the child’s view (Article 12 of the Convention on the Rights of the Child). The International Journal of Children’s Rights. 2010;18(4):501-513. https://doi.org/10.1163/157181810X528021
  9. Samenwerkingsverband Implementatieprogramma WGBO. informatie en toestemming. Utrecht, Nederland: Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst  / Samenwerkingsverband Implementatieprogramma WGBO, Juni 2004. ISBN 90-71994-32-5.