MISVATTINGEN#112Lhbtiq+ samenwerking

  1. Inbedding van Intersekse in LHBTIQ+: De gedachte dat ‘i’ niet thuishoort in LHBTIQ+ is ongegrond. Historisch gezien heeft intersekse altijd deel uitgemaakt van LHBT(Q+)-beleid, en het benadrukken van de ‘i’ is slechts een erkenning hiervan.
  2. Universele Relatie tot Sekse: Sekse is een kenmerk dat iedereen bezit; intersekse personen kunnen deze term dus niet exclusief claimen. De LHBTIQ+ gemeenschappen worden sterk beïnvloed door de definities van ‘man’ en ‘vrouw’, wat samenwerking met intersekseorganisaties noodzakelijk maakt.
  3. Intersekse & Gender-identiteit: Het idee dat intersekse niets met seksuele oriëntatie of genderidentiteit te maken heeft, is onjuist. Gezondheidswerkers hebben deze aspecten historisch met elkaar verbonden.
  4. Invloed van Heteroseksisme: Heteroseksisme stelt niet alleen eisen aan seksualiteit maar ook aan genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken. Dit toont aan dat de strijd van intersekse en LHBTIQ+ gemeenschappen vaak overlapt vanwege gedeelde uitdagingen en discriminatie.
  5. Toekomstige Terminologie: Hoewel ‘SOGIESC’ een meer recente en inclusieve term is, blijft de historisch gegroeide aanduiding ‘LHBTIQ+’ voorlopig in gebruik vanwege zijn bekendheid en erfenis.


Samengevat met AI en gecontroleerd door een redacteur.

HOOFDSTUK 112

Lhbtiq+ staat voor samenwerking, niet voor wat je bent

Het zijn vaak juist intersekse personen die zeggen dat de i niet bij lhbtq+ hoort omdat zij niet lesbisch, homo, bi, trans of queer zijn. Maar dat argument geldt voor iedereen in de lhbtiq+ groep – er zijn altijd wel letters waar je je niet mee identificeert. Het gaat dan ook niet om de letters, maar wat de verschillende groepen gezamenlijk kunnen bereiken.

De gedachte dat de i niet in lhbtiq+ thuishoort, faalt op twee gronden:

  • sekse kan niet alleen door intersekse personen worden geclaimd, en
  • intersekse kan niet los worden gezien van seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderexpressie.

Historisch kan dan ook worden aangetoond dat er geen sprake is van een toevoegen van de i aan lhbt(q+); intersekse is altijd al een onderdeel geweest van lhbt(q+)-beleid. Het specifiek benoemen van de i is dan ook niet meer dan de erkenning hiervan.[8]

Sekse kan niet alleen door intersekse personen worden geclaimd

Er worden geen mensen geboren die totaal geen geslachtskenmerken hebben. Dat betekent dat iedereen met sekse te maken heeft. Omdat uitsluiting op grond van seksediversiteit een diverse groep mensen treft, kan de interseksegemeenschap het woord sekse niet claimen en moet voor de eigen emancipatie geluisterd worden naar en samengewerkt met andere groepen. Voor mensen binnen de lhbtiq+ gemeenschappen geldt dat zij binnen de gehele diversiteit van seksuele oriëntatie, genderidentiteit & -expressie, en geslachtskenmerken het meest beïnvloed worden door de betekenis van de woorden ‘man/mannelijk’ en ‘vrouw/vrouwelijk’. Het is dan ook niet meer dan logisch dat intersekseorganisaties nauw samen werken met lhbtiq+ organisaties 113113: Samenwerking binnen de lhbtiq+ organisaties leidt tot een snellere en beter geborgde emancipatie van intersekse personen.Het is een misvatting dat de samenwerking van lhbtq+ en i niet leidt tot emancipatie van intersekse personen., terwijl dit niet betekent dat alleen maar met lhbtiq+ organisaties kan worden samengewerkt 114114: Samenwerking met andere organisaties is nuttig en noodzakelijk.Het is een misvatting dat de i alleen onderdeel van lhbtiq+ organisaties kan zijn. of dat andere organisaties voor intersekse personen kunnen spreken 115115: De interseksegemeenschap kan alleen worden vertegenwoordigd door mensen uit de gemeenschap zelf.Het is een misvatting dat andere groepen voor de interseksegemeenschap kunnen spreken..

Intersekse kan niet los worden gezien van seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderpresentatie.

De gedachte dat intersekse niets met seksuele oriëntatie en gender-identiteit te maken heeft, is onjuist. Het zijn juist gezondheids­werkers die intersekse hebben gekoppeld aan seksuele oriëntatie 1Zie bijvoorbeeld het interview met uroloog Barbara Kortmann in Trouw van 24 februari 2021: Kortmann: “Hopelijk worden deze kinderen over twintig, dertig jaar veel meer geaccepteerd. Anders dan in het verleden hebben veel ouders van nu er geen enkel probleem mee als hun kind homoseksueel is. Al is er natuurlijk ook nog steeds veel homodiscriminatie in Nederland.” [10] en genderidentiteit[17 , 18 , 19], onder andere met als argument dat zij met medische behandelingen homoseksualiteit en gender­incongruentie beter konden begrijpen[7 , 15 , 16 , 21] of bij intersekse personen zelfs konden voorkomen[2 , 12 , 19 , 20].

Volgens de Engelse sociaal-wetenschapper Julie Fish is homoseksualiteit in de loop van de tijd door de (overwegend heteroseksuele) maatschappij afgedaan als biologisch inferieur, hormonale disbalans, genetisch inferieur, psychologisch inferieur, ethisch inferieur, emotioneel inferieur, opvoedkundig inferieur, en seksueel inferieur. De vermeende superioriteit van heteroseksualiteit en de privileges die met een heteroseksuele oriëntatie gepaard gaan worden aangeduid met heteroseksisme. Maar heteroseksisme beperkt zich niet tot seksualiteit – het stelt ook eisen aan genderidentiteit, genderexpressie, en geslachtskenmerken: het is niet voldoende om alleen een heteroseksuele seksuele relatie te hebben, je moet binnen die relatie duidelijk verschillende genderrollen vervullen, terwijl heteronormativiteit ook veronderstelt dat beide partners de bij hun genderrol ‘passende’ geslachtskenmerken hebben.[5]

Recent onderzoek

Recent onderzoek heeft aangetoond dat steun voor nnmb’s en verzet tegen een wettelijke regulering van geslachtsbevestigende behandelingen voor intersekse personen op grond van mensenrechten vaak samengaan met (1) zich identificeren als heteroseksueel en (2) het onderschrijven van gender-binaire overtuigingen[11]. 2De combinatie van het hebben van een heteroseksuele seksuele gerichtheid én een gender-binaire overtuiging wordt aangeduid met cishet. Cishet personen behoren op geen enkele manier bij de lhbtiqa+ gemeenschap.

De rechten van lhbtiq+ personen worden geschonden op basis van nagenoeg dezelfde heteroseksistische argumenten. Het verschil tussen de drie groepen is het moment waarop de maatschappij begonnen is te gaan inzien dat de ‘argumenten’ slechts drogredenen zijn.3COC Nederland werd in september 1946 opgericht, Transgender Netwerk Nederland (sinds 2023 Transgender Netwerk) in december 2008, NNID in juli 2013. Het moment van oprichting is een indicatie voor het moment waarop de maatschappij zich voor de respectievelijke doelgroepen begon te interesseren.

Uit onderzoek blijkt dat veel intersekse mensen vormen van uitsluiting hebben meegemaakt die ook lhbtq+ mensen hebben meegemaakt[3 , 4 , 6]. Op zijn minst hebben lhbtiq+ mensen allemaal te maken met een maatschappij die bereid is lhbtiq+ mensen samen of afzonderlijk uit te sluiten[1 , 13 , 14]. Ook blijkt dat mensen die gender als een spectrum beschouwen en minder neiging hebben tot stigmatiseren, positiever staan tegenover intersekse als een sociaal onderwerp[9 , 11]. Om die reden is het voor de hand liggend dat lhbtiq+ mensen samen werken aan een rechtvaardiger maatschappij.

SOGIESC

Een betere (en meer recente) aanduiding voor het samenvallende beleid is sogiesc: sexual orientation, gender identity & expression, and sex characteristics. Maar het is begrijpelijk dat een historisch 4COC Nederland is opgericht in 1946 en is daarmee de oudste nog bestaande lhbtiq+ organisatie ter wereld. Tot 2017 heette de organisatie officieel nog Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC. In hetzelfde jaar werd intersekse aan de doelgroep toegevoegd. zo gegroeide aanduiding als lhbtiq+ niet zomaar wordt vervangen door een nieuwe, volkomen inclusieve, term.

Standpunt NNID

Door samen te werken in lhbtiq+ verband worden sneller resultaten bereikt, die ook beter geborgd zijn in de maatschappij

Alle groepen binnen lhbtiq+ werken aan hetzelfde probleem: een heteronormatieve maatschappij die een niet realistisch beeld heeft van man/mannelijk en vrouw/vrouwelijk. Dat aan eenzelfde probleem wordt gewerkt, betekent niet dat de groepen identiek zijn: intersekse is niet hetzelfde als l, h, b, of t. Om dat onderscheid duidelijk te maken is een i aan lhbt toegevoegd.

NNID zet zich in om intersekse personen als afzonderlijke groep zichtbaar te maken en om intersekserechten te beschermen. Daarbij wordt waar mogelijk samengewerkt met andere partijen, inclusief partijen die onder lhbtiq+ vallen.

Wat mensen zeggen


  • Geen samenwerking met klinische diensten
    Wij5Vijf artsen en drie vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk die samen het Management Committee of the European Cooperation in Science and Technology Action BM1303 vertegenwoordigen (een door de EU gesubsidieerd project). delen de bezorgdheid van intersekse-activisten over het onbehagen van de samenleving ten opzichte van geslachtsvarianten, maar hoewel wij de krachtige campagnestem van LGBT-groepen erkennen, maken wij ons ernstig zorgen over hun betrokkenheid bij de vertegenwoordiging van mensen met een afwijkende geslachtsontwikkeling. Geen van deze organisaties heeft ondersteunings- of belangengroepen benaderd over het toevoegen van “I” aan het acroniem, zoals in het soms geciteerde LGBTI, en we hebben geen gegevens over LGBT-groepen in Europa die samenwerken met klinische diensten bij het optimaliseren van de zorg, of over ondersteunende diensten voor ouders die door hen zijn opgezet.[a]
    — Martine Cools en collega’s in brief aan EU Mensenrechtencommissaris – 2016

  • Een nodige fase
    Ik heb niet het gevoel dat ik mijzelf in een bepaald hokje wil stoppen. Ik ben dit of ik ben dat. Ik identificeer mij dus niet per se met mijn lichaam, omdat mijn lichaam is toch al niet zoals het zou moeten zijn. De ‘i’ van intersekse hoort er een beetje deels bij. Eigenlijk moeten al die letters weg. Ik sta helemaal niet achter het woord lhbtqi. Ik heb een tijdje meegedaan om dat bewustzijn te brengen, maar uiteindelijk wil je niet jezelf in een hokje stoppen. Dat wil je niet. Ik heb altijd gezegd: ‘Waarschijnlijk is het een fase die nodig is en dat mensen daar een label aan hangen. Dat is om het te communiceren.[b]
    — Samantha Diaz – 2023

  • Kracht van een groep
    Mijn Klinefelter heeft niks te maken met een seksuele geaardheid dus ik vind niet dat wij d’r [bij LHBTI] thuis horen, maar het is wel zo door gebruik te maken van de kracht van een groep, he?  De rest van die gemeenschap heeft natuurlijk al een hele strijd gevoerd om te mogen zijn wie ze zijn. Daar kunnen we wel mooi meeliften en je maakt gebruik van de kracht van de groep. Want één twijgje breek je zo doormidden, een bundel breek je niet doormidden dus da’s fijn. Maar het zal fijner zijn als er zoveel verbinding kan komen tussen alle intersekse groepen onderling, dat we gewoon op kunnen staan en onze eigen groep kunnen worden..[c]
    — Koen Wildenbeest – 2023

  • Paraplu van iedereen die anders is dan mannetje, vrouwtje
    Ik vind de I in de LHBTI-afkorting een hele goede toevoeging, omdat er veel meer mensen zijn die, net als ik, of Klinefelter hebben, of anders zijn. Of: anders? Anders dan wat je normaalgesproken in de leerboeken van school leert. Dan is het: ‘mannetje,’ ‘vrouwtje.’ En alles wat ertussenin zit, bestaat volgens de boeken niet. Ik vind dat dat veranderd moet worden, dat het ook op school al een thema moet zijn, dat je anders kan zijn en mag zijn. En LHBTII is zoveel meer dan intersekse. Het is eigenlijk een paraplu van iedereen die anders is dan: mannetje, vrouwtje, als ik het zo goed uitleg. .[d]
    — Henk Brouwer – 2023

  • Familie met verschillende leden
    Ik snap waarom de ‘I’ ertussen is gezet, want het is een veel bredere beweging dan alleen maar chromosomale aandoeningen. Samen wil je verbinding zoeken, om nog duidelijker op de kaart te komen. Qua intersekse zijn we misschien wel met heel veel mensen, maar nog steeds met te weinig om daadwerkelijk iets in beweging te kunnen zetten. Met meer letters, dus met meer groeperingen… Uiteindelijk gaat het erom dat we allemaal min of meer uit de kast willen komen en dat ook graag ten toon willen spreiden. Dat kan je als individu doen, als groepering van intersekse [mensen] doen, maar nog steeds ben je een te kleine partij om een wereld van verschil te bewerkstelligen. Dat kan je beter doen als je onderdeel bent van een veel grotere – noem het voor mijn part – familie met verschillende leden waarvan de één L heet, de andere H, de volgende I, de T en de Queers, noem maar op. Je kan het daardoor veel meer op de kaart zetten en aandacht vragen, niet alleen voor de medische maar ook voor de sociale kant. Dat je er mag zijn als mens. Er zijn rechten aan jou verbonden waarvoor je op durft en wilt komen, wat niet zozeer met het medische gedeelte te maken heeft. Dat kan een onderdeel zijn, maar veel meer de rechten van wie jij als mens bent. Dat je gewaardeerd wordt als mens. .[e]
    — Alfred Jonker – 2023

  • Gelijkgestemden
    Het gaat erom dat je meer gelijkgestemden opzoekt, waardoor je op die manier in een breder blikveld komt te staan. Je kan elke willekeurige groep pakken en zeggen: “Jullie zijn een grote beweging, dus laten we aansluiten”, maar daar heb je geen verbinding mee. Je kan niet spreken van een wederkerige gemeenschappelijkheid. Bij een LHBTIQ+ zitten we veel meer op hetzelfde niveau met elkaar te praten. Bij een disability zal ik die verbinding niet zo snel vinden. Ik zie daar minder gemeenschappelijkheid in.[f]
    — Alfred Jonker – 2023
  1. Cools M, Simmonds M, Elford S, Gorter J, Ahmed SF, D’Alberton F, et al. Response to the Council of Europe Human Rights Commissioner’s Issue Paper on Human Rights and Intersex People. European urology. 2016. https://doi.org/10.1016/j.eururo.2016.05.015
  2. Diaz S, van der Have MJ. Het verhaal van Samantha Diaz – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106154
  3. Wildenbeest K, van der Have MJ. Het verhaal van Koen Wildenbeest – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023.
  4. Brouwer H, van der Have MJ. Het verhaal van Henk Brouwer – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106147
  5. Jonker A, van der Have MJ. Het verhaal van Alfred Jonker – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106086
  6. Jonker A, van der Have MJ. Het verhaal van Alfred Jonker – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106086
Letterlijk citaat mensenrechtenparadigma
Letterlijk citaat Medisch paradigma
Uitspraak/aanbeveling/citaat mensenrechten institutie of – authoriteit
Citaat van boek  of (peer-reviewed) artikel, niet aan één auteur toe te wijzen,
ongeacht het paradigma
  1. van Ditzhuijzen J, Motmans J. Kennis en opvattingen over intersekse: Een nulmeting in Nederland en Vlaanderen. Rutgers & UZ Gent, november 2020.
  2. Dreger A, Feder EK, Tamar-Mattis A. Preventing Homosexuality (and Uppity Women) in the Womb? Garrison, NY, USA: The Hasting Center; 2010 [geraadpleegd 13 June 2021]. 29 June 2010. URL: https://www.thehastingscenter.org/preventing-homosexuality-and-uppity-women-in-the-womb/.
  3. European Union Agency for Fundamental Rights. The fundamental rights situation of intersex people. Focus Paper. Wien, Österreich: FRA – European Union Agency for Fundamental Rights, 2015.
  4. European Union Agency for Fundamental Rights. EU-LGBTI II: A long way to go for LGBTI equality. Luxembourg: European Union Agency for Fundamental Rights (FRA), 2020. Rapport Nr. TK-02-20-297-EN-N. ISBN 978-92-9474-968-0. https://doi.org/10.2811/348583
  5. Fish J. Heterosexism in Health and Social Care: Palgrave / Macmillan; 2006.
  6. FRA – European Union Agency for Fundamental Rights. Protection against discrimination on grounds of sexual orientation, gender identity and sex characteristics in the EU: Comparative legal analysis Update 2015. Vienna, Austria: FRA – European Union Agency for Fundamental Rights, 2015. Rapport Nr. 978-92-9239-892-7. https://doi.org/10.2811/556190
  7. Gooren LJG, Kruijver FPM. Androgens and male behavior. Molecular and Cellular Endocrinology. 2002;198(1):31-40. https://doi.org/10.1016/S0303-7207(02)00366-0
  8. Griffiths DA. Georgina Somerset, British Intersex history, and the I in LGBTQI. Journal of homosexuality. 2023:1-24. https://doi.org/10.1080/00918369.2022.2164234
  9. Hegarty P, Smith A, Bogan-Carey T. Stigma as framed on YouTube: Effects of personal experiences videos on students’ beliefs about medicalizing intersex. Journal of Applied Social Psychology. 2019;49(3):133-144. https://doi.org/10.1111/jasp.12570
  10. Hulshof A. Kinderen met een onduidelijk geslacht: soms is vroeg opereren beter dan niets doen: Interview Kinderuroloog Barbara Kortmann Amsterdam, Nederland2021 [bewerkt 24 februari 2021; geraadpleegd 26 maart 2021 2021]. 24 februari 2021. URL: https://www.trouw.nl/zorg/kinderen-met-een-onduidelijk-geslacht-soms-is-vroeg-opereren-beter-dan-niets-doen~b5f57d61/.
  11. Kingsbury H, Hegarty P. LGB+ and heterosexual-identified people produce similar analogies to intersex but have different opinions about its medicalisation. Psychology & Sexuality. 2021:1-15. https://doi.org/10.1080/19419899.2021.1881595
  12. Ladee-Levy JV, Slijper FME, Drop SLS, J.C. M, R.J. S. Psychosociale gevolgen van ontwikkelingsstoornissen van de geslachtsorganen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. 1986;130:1556-1559.
  13. van Lisdonk J. Leven met intersekse/DSD – Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 18 juni 2014 2014. Rapport Nr. 2014-15. ISBN 978 90 377 0705 2.
  14. van Lisdonk J, Callens N. Labeling, stigma en discriminatie: ervaringen van mensen met intersekse/DSD. Tijdschrift voor Seksuologie. 2017;41(2):95-104.
  15. Meyer-Bahlburg HF, Dolezal C, Baker SW, New MI. Sexual orientation in women with classical or non-classical congenital adrenal hyperplasia as a function of degree of prenatal androgen excess. Arch Sex Behav. 2008;37(1):85-99. https://doi.org/10.1007/s10508-007-9265-1
  16. Meyer-Bahlburg HF, Ehrhardt AA, Rosen LR, Gruen RS, Veridiano NP, Vann FH, et al. Prenatal estrogens and the development of homosexual orientation. Developmental psychology. 1995;31(1):12-21. https://doi.org/10.1037/0012-1649.31.1.12
  17. Meyer-Bahlburg HFL, Dolezal C, Baker SW, Ehrhardt AA, New MI. Gender Development in Women with Congenital Adrenal Hyperplasia as a Function of Disorder Severity. Arch Sex Behav. 2006;35(6):667-684. https://doi.org/10.1007/s10508-006-9068-9
  18. Meyer-Bahlburg HFL, Dolezal C, Baker SW, New MI. Sexual Orientation in Women with Classical or Non-classical Congenital Adrenal Hyperplasia as a Function of Degree of Prenatal Androgen Excess. Arch Sex Behav. 2008;37(1):85-99. https://doi.org/10.1007/s10508-007-9265-1
  19. Meyer-Bahlburg HFL, Gruen RS, New MI, Bell JJ, Morishima A, Shimshi M, et al. Gender Change from Female to Male in Classical Congenital Adrenal Hyperplasia. Hormones and Behavior. 1996;30(4):319-332. https://doi.org/10.1006/hbeh.1996.0039
  20. Slijper FME, Drop SLS, Molenaar JC, Scholtmeijer RJ. Neonates with Abnormal Genital Development Assigned the Female Sex: Parent Counseling. Journal of Sex Education and Therapy. 1994;20(1):9-17. https://doi.org/10.1080/01614576.1994.11074097
  21. Witschi E, Mengert WF. Endocrine Studies on Human Hermaphrodites and Their Bearing on the Interpretation of Homosexuality. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism. 1942;2(5):279-286. https://doi.org/10.1210/jcem-2-5-279