MISVATTINGEN#85Definitie als framing

  1. Definitie als frame: De definitie van DSD (Disorders of Sex Development) vormt een medisch frame dat de perceptie van ouders over intersekse sterk beïnvloedt, wat ertoe kan leiden dat zij intersekse als een medisch probleem zien waarvoor een medische oplossing nodig is.
  2. Effecten van framing: Dit frame wordt versterkt door het referentie-effect en de representativiteitsheuristiek, waardoor eerste informatie een ankerpunt wordt en ouders neigen naar chirurgische ingrepen als voorkeursoplossing.
  3. Systeem van bevestiging: Zodra artsen dit gemedicaliseerde frame bevestigd zien door de keuze van de ouders voor non-consensuele niet-noodzakelijke medische behandelingen (nnmb’s), wordt het frame in stand gehouden en als ‘juist’ beschouwd.
  4. Communicatie door artsen: De huidige wijze van communicatie door artsen zorgt ervoor dat ouders intersekse als iets negatiefs ervaren en neigt naar nnmb’s als oplossing, terwijl deze behandelingen niet de gezondheidsproblemen aanpakken die wel aandacht behoeven.
  5. Aanbeveling: De informatie over intersekse kan beter door niet-medische gezondheidswerkers worden overgebracht, zodat ouders een meer gebalanceerd beeld krijgen dat niet gedomineerd wordt door pathologisering.


Samengevat met AI en gecontroleerd door een redacteur.

HOOFDSTUK 85

De gebruikte definitie bepaalt het denkkader van ouders

DSD is een frame dat bepalend is voor de visie van ouders op de toekomst van hun intersekse kind. Om die reden zijn artsen niet geschikt om voorlichting te geven aan ouders.

Een definitie is een frame. Het is meestal het eerste duidelijke frame dat iemand van een onderwerp te horen krijgt en daardoor ook het belangrijkste frame. Dat komt door twee effecten: het referentie-effect1Het referentie-effect is een cognitieve bias, die in het Engels anchoring effect of focalism wordt genoemd. Mensen laten zich leiden door de eerste informatie die ze krijgen. Als je eerst vraagt: ‘Denk je dat dit huis meer of minder dan kost?’ en daarna ‘Hoeveel denk je dat dit huis kost?’ zal het antwoord het in de eerste vraag genoemde bedrag als referentie nemen en daar weinig van afwijken. Het belang van een referentiepunt is aangetoond in onderzoek door de Israëlisch/Amerikaanse psycholoog Daniel Kahneman (דניאל כהנמן) en de Israëlische cognitief- en mathematisch-psycholoog Amos Tversky (עמוס טברסקי)[14]. Door bijvoorbeeld te vragen of Ghandi ouder is geworden dan 144 jaar en daarna te vragen hoe oud Gandhi was toen hij stierf, zullen de meeste mensen zich laten (mis)leiden door de ongeloofwaardige leeftijd van 144 jaar als referentiepunt en zich inbeelden dat Gandhi pas op bijzonder hoge leeftijd moet zijn overleden. (Gandhi werd 78 jaar.) en de representativiteitsheuristiek2Een mentale aanname waarbij iets of iemand wordt geclassificeerd op grond van de mate waarin het lijkt op een specifieke casus of een stereotype beeld. De representativiteitsheuristiek wordt door Kahneman en Tversky beschreven als ‘judgement by representativeness’. Zij illustreren het effect met een voorbeeld waarbij eerst een beschrijving van een man wordt gegeven “Steve is erg verlegen en teruggetrokken, altijd behulpzaam, maar weinig geïnteresseerd in mensen, of in de wereld van de werkelijkheid. Hij is zachtmoedig en opgeruimd, heeft behoefte aan orde en structuur, en een passie voor details.” Vervolgens wordt gevraagd hoe groot de kans geacht wordt dat Steve in een opgegeven lijst beroepen werkt, bijvoorbeeld agrariër, verkoper, piloot, bibliothecaris of arts. Het blijkt dat mensen de stereotype kenmerken van de beroepen koppelen aan de beschrijving van Steve en bibliothecaris als meest waarschijnlijk beroep noemen.[7] . 3 Er zijn nog meer effecten die hier een bijdrage aan leveren, bijvoorbeeld het groepseffect van de informatiecascade: daardoor heeft het standpunt van degene die in een groep als eerst vol zelfvertrouwen het woord neemt, een grotere kans als groepsstandpunt te worden aanvaard dan de standpunten van andere sprekers[8]. Degene die als eerste met ouders van een intersekse kind spreekt heeft daardoor de grootste kans dat diens visie door de ouders als juist wordt ervaren. Als gevolg daarvan bestaat de kans op groepspolarisatie: de groep bestaande uit ouders en gezondheidswerkers zullen de neiging hebben binnen hun min of meer gezamenlijk standpunt op te schuiven naar een extremer variant van hun oorspronkelijke mening [5]. Zowel de informatiecascade als de groepspolarisatie zijn vormen van sociale beïnvloeding en worden als ‘ruis’ gekwalificeerd – ze zouden niet aan een oordeel moeten bijdragen, maar doen dat wel (zie hoofdstuk 160 voor meer informatie over ruis).

Tenzij ouders met deze effecten bekend zijn en gepaste maatregelen nemen, zal een sterk gemedicaliseerde definitie (of beschrijving) van intersekse gevolgd door een helder klinkend plan van aanpak tot gevolg hebben dat ouders intersekse zien als een medisch probleem waarvoor een medische oplossing bestaat, of op zijn best een sociaal probleem waarvoor een medische oplossing bestaat.[8] Maar de stap naar ‘als intersekse al een probleem is, dan is het een sociaal probleem dat niet door de geneeskunde is op te lossen’ is net zo onwaarschijnlijk als een huis dat voor 400.000 euro op Funda staat, zal worden verkocht voor 100.000 euro.

Figuur 7 De cirkel die nnmb's in stand houdt.

Figuur 7 De cirkel die nnmb’s in stand houdt.

Bovendien houdt het systeem zichzelf in stand:

  • een kind wordt door artsen ‘gekoppeld’ aan het stereotype, gemedicaliseerde, negatieve beeld4Inclusief alle gezondheidsproblemen die bij sommige diagnoses kunnen (maar lang niet altijd zullen) optreden. In bijlage FF: Demedicalisering leidt tot betere noodzakelijke zorg.Het is een misvatting dat zonder nnmb's geen zorg meer nodig is. staat een niet-compleet overzicht van dergelijke gezondheidsproblemen dat artsen hebben van intersekse5Waarbij opgemerkt moet worden dat ouders dat beeld op dat moment nog niet hebben; ouders kunnen het genitale uiterlijk in eerste instantie accepteren, maar vervolgens toch toestemming geven voor chirurgie.[1];
  • ouders zien de pathologiserende informatie6Analyse van 235 Engelstalige wetenschappelijke publicaties over disorders of sex development uit de periode 1996 – 2016 laat zien dat het pathologiserend taalgebruik daalde van gemiddeld 14 maal per artikel tot gemiddeld 13 maal; in 2016 bevatte 92,9 procent van de publicaties pathologiserend taalgebruik, een verbetering van slechts 2,8 procentpunt ten opzichte van 20 jaar eerder[5]. Informatie over DSD, en specifiek operaties en hormoonmedicatie, op Engelstalige websites gepubliceerd in het kader van het DSD-Translational Research Network (DSD-TRN) bleek in 2017 van lage kwaliteit te zijn[4]. die zij van de arts krijgen als referentie;
  • de ouders zijn angstig en kiezen voor een nnmb omdat iedere andere oplossing niet binnen de referentie past;
  • de arts ziet zijn frame bevestigd: intersekse is verschrikkelijk7Hoewel steeds meer gezondheidswerkers intersekse niet meer als een medical emergency zien[6 , 9 , 10], wordt intersekse in communicatie met ouders nog wel vaak als zodanig gepresenteerd als argument voor vroege chirurgie[2 , 11]. Zelfs als intersekse niet expliciet als een medical emergency wordt geframed, wordt intersekse als een dusdanig groot medisch probleem neergezet dat ouders wordt geadviseerd de zwangerschap te voorkomen (PGD), af te breken (NIPT), of te kiezen voor een ‘normaliserende’ medische behandeling (zie 128128: Nnmb’s vormen slechts een klein deel van de mensenrechtenschendingen waar intersekse mensen mee te maken hebben.Het is een misvatting dat alle rechten gerespecteerd worden als er geen nnmb’s meer worden uitgevoerd. onder Verdere medische rechtenschendingen). en ouders willen een nnmb.

Met de laatste stap is de cirkel rond is en kunnen artsen in publicaties zeggen dat ouders intersekse als iets vreselijks ervaren en dat zij een nnmb willen.8Deze gang van zaken blijkt ook uit onderzoek, alhoewel de verantwoordelijkheid daarbij de ouders wordt gelegd: “i) sommige ouders waren aanvankelijk niet bezorgd over de genitale presentatie van hun kind; ii) in het algemeen werd clitorale chirurgie beschouwd als een gemakkelijk beschikbare en natuurlijke reactie op het lichamelijke verschil van het kind; iii) de ouders erkenden dat er enig risico zou zijn, maar voorzagen verschillende voordelen; en iv) er was geen sprake van ethische overwegingen toen de ouders de verschillende effecten van de operatie achteraf evalueerden. Wij concluderen uit onze analyse dat ouders van meisjes met CAH mogelijk geen psychologisch en ethisch geïnformeerde begeleiding krijgen om kritische overwegingen aan te moedigen voordat ze toestemming geven voor een genitale operatie.”.[1] Hiermee wordt de ouders onrecht aangedaan; het is de taak van het multidisciplinaire team om ouders goed te informeren en te begeleiden. En dat terwijl nnmb’s niets te maken hebben met de gezondheidsproblemen die soms optreden en wél gezondheidsbedreigend zijn.

Het is beter als het nieuws dat ouders zojuist een intersekse kind hebben gekregen, niet wordt medegedeeld door artsen maar door niet-medische gezondheidswerkers.[3 , 12 , 13]

Standpunt NNID

De gebruikte definitie is bepalend voor de communicatie over intersekse

Onderzoek laat zien dat artsen in gesprekken met ouders bewust of onbewust aansturen op een nnmb. Omdat nmb’s een ernstige schending van de grondrechten van het intersekse kind zijn, moet die sturing worden voorkomen, bijvoorbeeld door het inzetten van een psycholoog of geneticus die niet betrokken is bij een multidisciplinair DSD-behandelteam. Binnen behandelteams moeten leden elkaar erop wijzen dat nnmb’s niet in het belang van het kind zijn. Ook voor onderzoekers is de gebruikte definitie bepalend voor de blik die het onderzoek zal bieden op intersekse.

.

Wat mensen zeggen


  • We hebben ons laten meeslepen
    We hebben ons laten meeslepen omdat we zelf ook niet wisten wat het beste zou zijn.’[a]
    — Janis  de moeder van Mila (4 jaar) – 2023

  • Daar zijn we dan gewoon niet juist voorgelicht
    En ook daar zijn we dan gewoon niet juist voorgelicht en zijn we daarmee akkoord gegaan en sindsdien heeft ons kindje moeite met plassen.[b]
    — Moeder van kind met XY-DSD – 2020

  • Ja, jullie zullen het wel moeten weten
    [Mijn ouders] zeiden, ‘wij zaten steeds in een kamertje tegenover drie of vier artsen, geleerde mensen, en dus wij dachten altijd, ja, jullie zullen het wel moeten weten’. En daar hebben zij naar geluisterd.[c]
    — Marleen Hendrickx – 2023

  • Een gok nemen
    In gesprekken die wij hebben moeten voeren in het ziekenhuis werd door een arts benadrukt dat twijfels over genderidentiteit wel vaker voorkomen bij kinderen die geboren zijn met een DSD. Wij hebben als ouders heel duidelijk aangegeven dat wij dit een onjuiste benadering vinden. Als een arts een gok neemt kort na de geboorte over een geslacht dan kun je toch later als de gok niet blijkt te passen niet praten over genderidentiteitstwijfels? Ik concludeer dat er nog een hele verandering in de houding van artsen nodig is.[d]
    — Moeder van Janneke – 2020

  • Dit mag nooit meer gebeuren
    Dit mag nooit meer gebeuren! Dat is waar onze dochter en wij als ouders ons hard voor maken.[e]
    — Moeder van Janneke – 2020

  • Tussen neus en lippen
    Ik liep in een parkeergarage met mijn ouders en dan werd tussen neus en lippen, werd even gezegd van: ja, de arts zei net dat je een te ondiepe vagina hebt, dus daar moeten we misschien iets aan doen binnenkort. En dat was het.[f]
    — Vera, 37 jaar – 2023
  1. Keulen B, Aerts L. Wie is de baas over een kinderlichaam bij medische ingrepen?, Vrij Nederland [Magazine]. Amsterdam, Nederland: Weekbladpers Groep; 2023 [geraadpleegd 7 November 2023]. URL: https://www.vn.nl/baas-over-een-kinderlichaam/.
  2. van Lisdonk J, van Ditzhuijzen J, van de Walle R. Het beste voor je kind: Ervaringen van ouders van een kind met een vorm van intersekse/DSD. Utrecht, Nederland: Rutgers, April 2020. Rapport Nr. NL1348MR.
  3. Hendrickx M, van der Have MJ. Het verhaal van Marleen Hendrickx – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106161
  4. van Lisdonk J, van Ditzhuijzen J, Kelders Y, de Vries J. Tot mijn kind zelf kan kiezen: Ervaringsverhalen van ouders van kinderen met een vorm van intersekse/DSD. Utrecht, Nederland: 2020.
  5. van Lisdonk J, van Ditzhuijzen J, Kelders Y, de Vries J. Tot mijn kind zelf kan kiezen: Ervaringsverhalen van ouders van kinderen met een vorm van intersekse/DSD. Utrecht, Nederland: 2020.
  6. Cense M, Marinus MA. Als seks(e) niet vanzelfsprekend is: Een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Nijmegen/Utrecht: Rutgers / Stichting NNID, 16 februari 2023 2023. Rapport Nr. NNID Onderzoek 2023-01. ISBN 9789493106062.
Letterlijk citaat mensenrechtenparadigma
Letterlijk citaat Medisch paradigma
Uitspraak/aanbeveling/citaat mensenrechten institutie of – authoriteit
Citaat van boek  of (peer-reviewed) artikel, niet aan één auteur toe te wijzen,
ongeacht het paradigma
  1. Alderson J, Skae M, Crowne EC. Why do parents recommend clitoral surgery? Parental perception of the necessity, benefit, and cost of early childhood clitoral surgery for congenital adrenal hyperplasia (CAH). International Journal of Impotence Research. 2023;35(1):56-60. https://doi.org/10.1038/s41443-022-00578-0
  2. Davis G, Evans MJ. Surgically Shaping Sex: A Gender Structure Analysis of the Violation of Intersex People’s Human Rights. In: Risman BJ, Froyum CM, Scarborough WJ, redactie. Handbook of the Sociology of Gender. Cham: Springer International Publishing; 2018. p. 273-284. https://doi.org/10.1007/978-3-319-76333-0_20
  3. De Clercq E, Streuli J. Special Parents for “Special” Children? The Narratives of Health Care Providers and Parents of Intersex Children. Narrative Inquiry in Bioethics. 2019;9(2):133-147. https://doi.org/10.1353/nib.2019.0026
  4. Ernst MM, Chen D, Kennedy K, Jewell T, Sajwani A, Foley C, et al. Disorders of sex development (DSD) web-based information: quality survey of DSD team websites. Int J Pediatr Endocrinol. 2019;2019(1):1. https://doi.org/10.1186/s13633-019-0065-x
  5. Jewell TI, Whelan RJ, Mattson G, Heiliger EM, Ernst MM. 37. The Impact of the 2006 Consensus Statement on Medical Discourse on Differences of Sex Development (DSD). Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology. 2019;32(2):209. https://doi.org/10.1016/j.jpag.2019.02.038
  6. Johnson DA. Living Intersex: reconceptualising dualistic notions of sex and the body [PhD Thesis]. London, UK: King’s College London; 2018.
  7. Kahneman D, Sibony O, Sunstein CR. Noise: A Flaw in Human Judgement. New York, NY, USA: Little, Brown Spark (Hachette Book Group); 2021. ISBN: 978-0-316-45138-3
  8. Kreuter MW, Chheda SG, Bull FC. How does physician advice influence patient behavior?: Evidence for a priming effect. Archives of family medicine. 2000;9(5):426. https://doi.org/10.1001/archfami.9.5.426
  9. Lee PA, Fuqua JS, Houk CP, Kogan BA, Mazur T, Caldamone A. Individualized care for patients with intersex (disorders/differences of sex development): part I. J Pediatr Urol. 2020;16(2):230-237. https://doi.org/10.1016/j.jpurol.2020.02.013
  10. Rey RA, Houk CP, Witchel S, Lee PA. Disorders of Sex Development. In: Gardner DG, Shoback D, redactie. Greenspan’s Basic & Clinical Endocrinology. 10th ed. New York, NY, USA: McGraw-Hill Education; 2018. p. 501-546. ISBN: 978-1-25-958929-4
  11. Risman BJ, Froyum CM, Scarborough WJ, redactie. Handbook of the Sociology of Gender. 2nd ed. Cham, Switzerland: Springer International Publishing; 2018. https://doi.org/10.1007/978-3-319-76333-0
  12. Roen K, Hegarty P. Shaping parents, shaping penises: How medical teams frame parents’ decisions in response to hypospadias. British journal of health psychology. 2018;23(4):967-981. https://doi.org/10.1111/bjhp.12333
  13. Streuli JC, Vayena E, Cavicchia‐Balmer Y, Huber J. Shaping Parents: Impact of Contrasting Professional Counseling on Parents’ Decision Making for Children with Disorders of Sex Development. The journal of sexual medicine. 2013;10(8):1953-1960. https://doi.org/10.1111/jsm.12214
  14. Tversky A, Slovic P, Kahneman D, redactie. Judgment under uncertainty: Heuristics and biases. Cambridge, UK: Cambridge University Press; 1982.