HOOFDSTUK 68
Kinderen hoeven niet te wachten tot ze 18 jaar zijn
Artsen vrezen dat kinderen voortaan moeten wachten tot ze 18 jaar zijn voordat ze een geslachtsbevestigende behandeling kunnen ondergaan. Maar die vrees is niet terecht.
Geen van de betrokkenen wil vasthouden aan een leeftijd van 18 jaar, zoals die nu, in Nederland, bij trans personen wordt gehanteerd. Bovendien vraagt NNID niet om een wettelijk verbod van geslachtsbevestigende behandelingen, maar om een wettelijk regulering van nnmb’s.
Wat we kunnen leren van de behandeling van trans kinderen
Op welke leeftijd dan wel voor een geslachtsbevestigende behandeling kan worden gekozen, is afhankelijk van de vraag op welke leeftijd een kind oud genoeg is om zelf vrije en volledig geïnformeerde toestemming te geven voor zo’n behandeling. In de Nederlandse wetgeving worden twee leeftijdsgrenzen gehanteerd: 12 jaar voor het verlenen van toestemming als de ouders ook toestemming geven en 16 jaar voor het zelfstandig geven van consent.
Ondanks deze wettelijke grenzen hanteren artsen bij trans jongeren hogere leeftijdsgrenzen: 16 jaar voor hormoonbehandelingen en 18 jaar voor onomkeerbare genderbevestigende operaties.1De genoemde grenzen van 16 en 18 zijn niet in steen gebeiteld: het blijkt dat meer dan de helft van de chirurgen een vaginoplastiek heeft uitgevoerd bij transgender vrouwen jonger dan 18 jaar, waarbij de jongste patiënte 15 jaar was.[2] Medicinale behandelingen om de puberteit uit te stellen worden wel op jongere leeftijd uitgevoerd omdat deze grotendeels omkeerbaar zijn.
Puberteitsremmers stoppen tijdelijke de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken zoals baardgroei en verlaging van de stem bij trans meisjes en borstgroei bij trans jongens. Hierdoor hebben deze kinderen meer tijd om na te denken over een eventuele transitie terwijl hun lichaam zich niet verder ontwikkelt in een richting die zij zelf (nog) niet wensen. Als de puberteitsremmer niet meer wordt gebruikt, zal het lichaam zich alsnog verder ontwikkelen in de richting van het bij de geboorte toegekende geslacht.[4]
Toch hebben puberteitremmende behandelingen ook nadelige gevolgen, bijvoorbeeld voor de vruchtbaarheid, de botopbouw en de groei van het kind2Onderzoek bij trans personen suggereert dat behandeling met GnRH-agonisten (puberteitremmers) gevolgd door een langdurige hormoonbehandeling veilig is met betrekking tot de botgezondheid bij transgenders die testosteron krijgen, maar dat de botgezondheid bij transgenders die oestrogeen krijgen extra aandacht en verder onderzoek vereist. Wellicht speelt de lage oestradiolconcentraties ierbij een rol.[1] Dit is waarschijnlijk ook een aandachtspunt bij het gebruik van puberteitsremmers bij intersekse kinderen.. In 2020 oordeelde het Britse High Court of Justice daarom dat trans kinderen jonger dan 15 jaar hoogstwaarschijnlijk niet in staat zijn het langetermijneffect van puberteitonderdrukking volledig te begrijpen en daarom niet in staat zijn geïnformeerde toestemming voor de behandeling te geven.[3]
Inmiddels heeft onderzoek in Nederland onder 74 trans kinderen van 10 tot 18 aangetoond dat ongeveer 90 procent van de onderzochte kinderen wel degelijk in staat was een afgewogen beslissing te nemen over het gebruik van puberteitsremmers.[4]
Zowel het Britse High Court of Justice als de resultaten van het Nederlandse onderzoek laten zien dat kinderen al voor hun 18de jaar in staat zijn weloverwogen beslissingen te nemen over sommige geslachtsbevestigende behandelingen. Meer onderzoek naar dit onderwerp, ook onder intersekse kinderen, is noodzakelijk.
Wat NNID voorstelt voor intersekse kinderen
Kort samengevat stelt NNID voor bij intersekse kinderen twee leeftijdsgrenzen te hanteren: 16 jaar voor chirurgische behandelingen en 12 jaar voor alle overige behandelingen. Als naar de mening van een onafhankelijk psycholoog blijkt dat een kind op jongere leeftijd in staat is om duidelijk de eigen genderidentiteit onder woorden te brengen en in staat is om de gevolgen van een behandeling te overzien, kunnen deze leeftijdsgrenzen verlaagd worden naar respectievelijk 12 jaar en 8 jaar. Uit oogpunt van gelijke behandeling, verdient het aanbeveling voor intersekse kinderen en transgender kinderen gelijke leeftijdsgrenzen te hanteren; als op wetenschappelijke wijze aannemelijk kan worden gemaakt dat voor transgender kinderen hogere leeftijdsgrenzen moeten gelden, is het moeilijk aan te nemen dat intersekse kinderen op een jongere leeftijd kunnen worden behandeld dan transgender kinderen.
Zie 152152: NNID vraagt een wettelijke regulering van geslachtsbevestigende behandelingen voor intersekse personen, geen algemeen verbod op geslachtsbevestigende behandelingen.Het is een misvatting dat de interseksebeweging een verbod wil op normaliserende behandelingen. en de uitleg van het begrip vrije en volledig geïnformeerde toestemming in bijlage AA: Woordenlijst: van ‘normaliserende’ behandeling tot zorg.Het is een misvatting dat taal niet belangrijk is. voor meer informatie over de leeftijd waarop een kind zelf vrije en volledig geïnformeerde toestemming kan geven.
Standpunt NNID
Kinderen hoeven voor een geslachtsbevestigende behandeling niet te wachten tot zij 18 jaar zijn
- Kinderen van 12 jaar zijn in staat hun gender te benoemen, maar zijn meestal nog niet in staat de gevolgen van een geslachtsbevestigende behandeling te overzien. Op deze leeftijd kan worden begonnen met hormoonbehandelingen die gedeeltelijk omkeerbaar zijn.
- Kinderen van 16 jaar zijn in staat om de gevolgen van een geslachtsbevestigende behandeling te overzien. Op die leeftijd kan worden begonnen met een behandeling die onomkeerbaar is.
- Sommige kinderen kunnen hun gender vroeger benoemen en/of hebben op jongere leeftijd een uitgesproken mening over een geslachtsbevestigende behandeling. In dat geval kunnen de genoemde leeftijdsgrenzen op voorspraak van een onafhankelijke psycholoog verlaagd worden naar respectievelijk 8 en 12 jaar.
- Idealiter worden dezelfde leeftijdsgrenzen voortaan aangehouden voor transgender kinderen.
Wat mensen zeggen
Een relatief eenvoudige ingreep
Als een meisje van 7 of 8 met een vergrote clitoris heel duidelijk aangeeft: ik heb last van dat piemeltje dat daar zit, als de ouders ook last hebben en vinden dat daar eigenlijk iets aan gedaan moet worden [interviewer: psychologische last?] Ja. En het idee hebben dat hun kind zich daardoor afwijkend gaat voelen, dan kun je je natuurlijk ook afvragen: Wie zijn wij om van deze mensen te verwachten dat ze dit maar moeten accepteren zoals het is, als het ook met een relatief eenvoudige ingreep te verhelpen is?[a]
— Chris Verhaak, psycholoog – 2016
Hoeveel DSD-kinderen moet je opofferen
”Hoeveel DSD-kinderen moet je opofferen voordat de maatschappij aan diversiteit gewend is?” Bijvoorbeeld: “Dan komt er een kind van acht naar je toe en moet je zeggen: nee, je bent nog geen twaalf, jij moet nog even wachten”, zegt kinderuroloog Barbara Kortmann.[b]
— Barbara Kortmann, kinderuroloog – 2023
Dan wil je die ovotestis kunnen verwijderen
Er kwam eens een kind van tien jaar bij Kortmann met ‘ovotestis’, geslachtsklieren met zowel eierstok- als teelbalweefsel, dat ‘duidelijk’ een meisje was. “Dat kind was doodsbenauwd dat ze in de puberteit mannelijke kenmerken zou krijgen. Dan wil je die ovotestis kunnen verwijderen. Bij een verbod zou dat niet mogen.”[c]
— Barbara Kortmann, kinderuroloog – 2023
Artsen hebben een gokje genomen over haar geslacht
Moniek (moeder van een kind van 9 jaar dat geboren is met een onduidelijk geslacht en dat op 3-jarige leeftijd wordt geopereerd naar jongetje.):”De artsen hebben een gokje genomen over haar geslacht. Want het was gewoon niet te zien. Helaas bleekt dat het foute gokje te zijn. […] Het [de operatie] was niet medisch noodzakelijk. […] En in de tijd dat ze opgroeide zeiden mijn man en ik tegen elkaar: ‘Nou, het zou zo kunnen zijn dat de artsen haar verkeerd benoemd hebben’. Ze was net zes jaar geworden en toen zei ze tegen mij: ‘Mamma, ik denk dat ik een meisje ben.’ Daar was ze heel stellig in.”[d]
— Moniek – 2016
Hoe heb je dit kunnen doen?
Ik zou het vreselijk vinden als ik een baby heb geopereerd, dat over een aantal jaar bij me komt: ‘Hoe heb je dit kunnen doen?’ Ik wil dat de kans ontzettend klein is dat het kind zal veranderen van het geslacht dat wij bedacht hebben bij de geboorte.[e]
— Barbara Kortman, kinderuroloog – 2016