MISVATTINGEN#21Zichtbaar / onzichtbaar

  1. Onzichtbaarheid in de Maatschappij: Intersekse personen zijn vaak onzichtbaar in de samenleving. Deze onzichtbaarheid wordt niet veroorzaakt door de intersekse personen zelf, maar door de maatschappij die ervoor kiest om hen niet te zien. Deze onzichtbaarheid wordt gebruikt als reden om intersekse niet op te nemen in beleid, vergelijkbaar met onzichtbare homoseksuele sporters.
  2. Gevoelens van Uitsluiting: De gedwongen onzichtbaarheid van intersekse personen is een vorm van stigmatisering en discriminatie. Daarbij leidt het tot onacceptabele stereotypen en belemmert het hen om zich als groep te vormen en te mobiliseren tegen discriminatie.
  3. Ethiek van Zichtbaarheid: Het idee dat er meer zichtbare intersekse mensen moeten zijn voordat er beleid voor hen wordt geformuleerd, is onethisch. Het verplichten van een ‘coming out’ om rechten te kunnen opeisen is ook onethisch.
  4. Bewijs en Rechten: Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat intersekse mensen bestaan, dat hun rechten worden geschonden, en dat velen van hen lijden onder stigmatisering, geheimhouding en ongewenste medische behandelingen. Voor erkenning en beleidsherziening moet het vertrouwen in de maatschappij eerst worden hersteld.
  5. Mensenrechten en Aantal Slachtoffers: De schending van mensenrechten is altijd belangrijk, ongeacht het aantal getroffen personen. Het is irrelevant of rechten één keer of meerdere keren worden geschonden; het belangrijkste is dat deze schendingen worden erkend en aangepakt.


Samengevat met AI en gecontroleerd door een redacteur.

HOOFDSTUK 21

Een coming-out als intersekse persoon is niet noodzakelijk

Op dit moment zijn veel intersekse mensen nog onzichtbaar voor de maatschappij. Dat roept soms de vraag op of niet meer intersekse mensen zichtbaar zouden moeten zijn voordat beleid op het onderwerp intersekse moet worden gemaakt.

(On)zichtbaarheid

Dat er nog onvoldoende intersekse mensen zichtbaar zijn 1Dat intersekse onzichtbaar is in de maatschappij is niet de schuld van intersekse personen – het was de maatschappij die nnmb’s bedacht om intersekse personen niet te hoeven zien , is een vaak gebruikt argument om intersekse mensen uit te sluiten en intersekse niet op te nemen in beleid.2Dit gebeurt ook bij andere groepen, bijvoorbeeld bij homoseksuele voetballers. Het lijkt wel alsof homoseksuele voetballers niet bestaan en anoniem geïnterviewde spelers denken dat deze onwaarschijnlijkheid te maken heeft met de machocultuur binnen de clubs, de media en de homofobe spreekkoren op de tribunes. Hoewel negen van de tien prof-voetballers zeggen dat zij de coming-out van een collega zouden steunen, vinden veel voetballers ook dat homonegativiteit vooral buiten de eigen club moet worden aangepakt. Het resultaat is dat homofobie binnen het voetbal blijft bestaan en homoseksuele voetballers onvoldoende vertrouwen in hun collega’s, in hun club, en in ‘fans’ blijven hebben om uit de kast te komen. LINK
Dergelijke uitsluiting van onzichtbare homoseksuele sporters is eerder ook aangetoond in het mannentophockey. LINK
Maar het blijft uitsluiting.3De hier bedoelde uitsluiting wordt veroorzaakt doordat ‘acceptatie’ van minderheden in Nederland kan leiden tot onzichtbaarheid voor hen die assimileren (‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ – feitelijk: ‘we willen je niet zien’), en marginalisatie voor hen die zich niet conformeren aan zo’n assimilatiediscours; dit idee van ‘acceptatie’ leidt juist tot gevoelens van schaamte en angst[7]. Echte acceptatie van minderheden bestaat alleen als minderheden zich niet gedwongen voelen zichzelf onzichtbaar te maken. De door de samenleving opgelegde, of op zijn minst gewaardeerde, onzichtbaarheid van intersekse mensen, is een subtiele, maar diepgewortelde, manier van stigmatisering. Deze vorm van stigmatiseren van intersekse krijgt nog te weinig aandacht in wetenschappelijk onderzoek.

Het idee dat meer intersekse mensen zichtbaar moeten zijn voordat intersekse in beleid kan worden opgenomen is daarom niet alleen onjuist, het is ook onethisch. Juist omdat bekend is dat onzichtbaarheid leidt tot onacceptabele stereotypen en discriminatie 4De anonimiteit van homoseksuele mensen in de jaren 1950 was de belangrijkste oorzaak waardoor zij politiek gemarginaliseerd werden en waardoor antihomoseksuele stereotypen konden ontstaan; omdat mensen zich niet realiseerden dat vrienden en familie homoseksueel waren, geloofden zij eerder dat homoseksuele mensen eenzaam, psychopathisch en disfunctioneel waren; door de onzichtbaarheid konden homoseksuele mensen geen sociale en politieke groepen vormen – dit had tot gevolg dat homofobie grotendeels vrij spel had, zonder politieke of sociale repercussies[9]., moeten nog onzichtbare groepen in beleid worden opgenomen.

Daarnaast is het onethisch mensen te verplichten tot een ‘coming out’ voordat ze hun rechten kunnen opeisen. Daartoe bestaat ook geen noodzaak, want ook zonder een massale coming-out zijn er voldoende reden om intersekse in beleid op te nemen:

  • Ten eerste is met wetenschappelijk onderzoek bewezen dat intersekse mensen bestaan[6 , 7 , 9].
  • Ten tweede is erkend dat hun rechten bestaan en geschonden worden[2 , 3 , 4 , 7].
  • Ten derde is met wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat veel intersekse mensen lijden onder stigmatisering, geheimhouding (zelf-verhulling), en medische behandelingen waar ze niet omgevraagd hebben, waardoor ze hun hele leven op hun hoede zijn voor pesten en uitsluiting[7 , 8]. Om deze mensen te bewegen zichzelf kenbaar te maken, moet de maatschappij eerst het vertrouwen herstellen[5].
  • Ten vierde is bekend dat de coming-out van intersekse mensen gehinderd wordt door een verschijnsel dat pluralistic ignorance wordt genoemd: juist doordat zoveel intersekse mensen onzichtbaar zijn, geloven veel individuele intersekse mensen dat bijna niemand anders getroffen is door het stigma en zien zij het eigen stigma niet als het resultaat van sociale onderdrukking. Dit leidt tot afzondering, ondermijnt de empathische eenheid en het gevoel van verbondenheid met gelijkaardige anderen, en verhindert binding. Deze toestand is het tegenovergestelde van solidariteit.[1]
  • Ten slotte zijn aantallen niet belangrijk bij mensenrechtenschendingen. Het maakt niet uit of rechten éénmaal of tienduizendmaal geschonden worden.5In het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICPPR) wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘Te verzekeren dat een ieder wiens rechten of vrijheden als in dit Verdrag erkend, worden geschonden een effectief rechtsmiddel ter beschikking heeft’ (art. 2.3.a) en niet over ‘als de rechten van meer dan honderd personen geschonden zijn’. Het maakt ook niet uit hoeveel mensen van wie de rechten geschonden worden, zelf in het geweer komen tegen deze schendingen.6 Het aantal maakt niet uit, maar in juridische zin (niet in ethische zin) maakt het wel uit of degene die klaagt zelf slachtoffer is van de mensenrechtenschending. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vereist bijvoorbeeld dat de klager zelf slachtoffer moet zijn van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. .

Standpunt NNID

Een coming-out als intersekse persoon is niet noodzakelijk

NNID zet zich in voor de zichtbaarheid van intersekse personen, maar beschouwt die zichtbaarheid niet als maatstaf voor de (morele) legitimiteit van de eisen van de interseksegemeenschap: mensenrechten zijn individuele rechten, zelfs als de rechten van één intersekse persoon worden geschonden, is dat reden om op te komen voor die rechten.

Wat mensen zeggen


  • Onveilige omgeving
    Ik pas daar ook mee op. Allee, ik ga niet tegen iedereen bewust- In een onveilige omgeving ga ik niet mij te kennen geven als intersekse persoon. [a]
    — Ilse– 2023

  • Niet er over praten en in de taboesfeer wegstoppen
    De dokters die behandelden het als iets wat bijna nooit voorkomt en heel bijzonder was. Zo moet je er ook mee omgaan. Het liefst niet er over praten en in de taboesfeer wegstoppen. [b]
    — Samantha Diaz– 2023

  • Geheimhouding heeft best wel psychische schade aangericht
    Als ik iets moet benoemen dat me boos maakt dan is het die geheimhouding waardoor ik me psychisch niet zo goed in mijn vel voelde, en dat dat tot heel veel problemen heeft geleid. Nu ja, problemen in de zin dat ik met kinderen werk en ik heb daar ook opleidingen voor gevolgd, maar het heeft me ook weer tegengehouden in stages. Dat heeft best wel psychische schade aangericht, omdat ik op een gegeven moment ook voelde van: zie je wel, ik ben geen goed mens, ik ben geen goede pedagoge uiteindelijk. [c]
    — Nienke van Dijk– 2023

  • Mag je nooit vertellen
    ‘Je mag het nooit tegen iemand zeggen.’ Dat heeft een hele harde klap gegeven, waardoor ik sociaal wat minder mezelf, minder uitgesproken ‘hier ben ik’ voelde en ik het eigenlijk toch tegen een vriendin ging vertellen en dat ik dan van mijn moeder te horen kreeg van: ‘Mag je nooit vertellen’ en dat zorgde ervoor dat ik heel erg afstandelijk werd en heel onzeker. Dus vanaf toen werd ik wat minder vrolijk. Het belangrijkste voor mij is het gevoel dat je anders bent, raar bent en eigenlijk nooit met iemand kunt praten over wat je dwarszit of nooit mag praten, je moet het maar in jezelf houden. Dat is vooral de grootste impact die het heeft gehad. (Eva, 24) [d]
    — Eva– 2023

  • Zodra die ruimte er meer is, is het ook makkelijker
    Ik hoop inderdaad dat de samenleving zo vooruitgaat dat het geaccepteerder is en makkelijker wordt in de toekomst. En ik denk dat zodra die ruimte er meer is dat het ook, ja, makkelijker misschien wel is en gewoon, om daar opener over te zijn, dat het dan niet meer voelt als een soort…ja, dat gewoon het taboe er helemaal af is, dat zou mooi zijn, denk ik. (Nina, 25) [e]
    — Nina– 2023

  • Dan voel ik weer zo’n steekje van vroeger
    Ik pas daar ook mee op. Allee, ik ga niet tegen iedereen bewust- In een onveilige omgeving ga ik niet mij te kennen geven als intersekse persoon. [f]
    — Lotte– 2023

  • Ik moet elke dag een masker opzetten om te leven
    Geheimhouding zorgde er bij mij voor dat ik mijn hele leven heb gezegd dat ik een clown ben. Ik moet elke dag een masker opzetten om te leven. Als ik naar bed ga dan kan dat masker af en dan kan ik huilen. Als ik wakker word dan moet ik het masker weer opzetten.

    Pasgeleden zei iemand nog tegen mij dat ik een leuke, open man ben. Toen zei ik: ‘Ik weet eigenlijk niet wie ik ben, want ik heb nooit de kans gehad om mezelf te ontwikkelen en op te groeien zoals ik wilde zijn.’ Ik heb mij altijd moeten verschuilen en goed moeten doen voor anderen, want dan word je geaccepteerd.[g]
    — Geert de Vocht– 2023

  • Hoe vertel je het, ga je het wel vertellen
    Of ik erover praatte? Ik denk dat ik er, zeker toen ik het net hoorde, alleen met mijn moeder over praatte. Mijn vader vond dat heel moeilijk. Ik denk dat mijn moeder het ook wel heel moeilijk vond, zij legde ook wel heel veel schuld bij zichzelf. Dat doet ze nog wel een beetje. Ze heeft me, om dat woord te herhalen, niet compleet op de wereld gezet. Dat zijn toch ook wel woorden die ongemerkt ook deel uit zijn gaan maken van mij.

    Ik denk dat ik het op dat moment niet aan veel vrienden heb verteld, dat een paar het wel wisten. En als ik heel eerlijk ben, want daar hadden we het over, hoe vertel je het, ga je het wel vertellen, in een relatie maar ook naar vrienden, dat ik eigenlijk als enige zei, zeker in het begin, dat ik geen kinderen kon krijgen. De rest heb ik niet gezegd, dat ik geen vagina had heb ik niet gezegd. Dat zeg ik nu wel. Ik kan nu gewoon zeggen: ‘Ik heb dit en daar hoort dat allemaal bij.’ Ja. [h]
    — Ellen Weisscher– 2023

  • Mij werd mij niet verteld over mijn intersekse conditie
    Regelmatig ging ik praten met de kinderpsycholoog. Mij werd mij niet verteld over mijn intersekse conditie. Toen ik rond de dertien jaar was, heeft mijn moeder mij de reden verteld waarom ik naar het ziekenhuis ging: dat was omdat ik geen baarmoeder heb.

    De dokters die behandelden het als iets wat bijna nooit voorkomt en heel bijzonder was. Zo moet je er ook mee omgaan. Het liefst niet er over praten en in de taboesfeer wegstoppen. [i]
    — Samantha Diaz– 2023

  • Hij keek mij aan alsof het helemaal niets was
    In die fase dat we uit elkaar gingen, we zijn goed uit elkaar gegaan en zijn gewoon vrienden, vertelde ik het hem. Hij keek mij aan alsof het helemaal niets was. Toen ben ik mij een beetje gaan realiseren van: ‘Denk ik er zo negatief over?’ Dat is een gedachtepatroon wat zo is ingeworteld, omdat het dus geheim is gehouden, in de taboesfeer is gestopt en omdat je er zelf nog heel weinig vanaf weet.

    Toen ik 23 jaar werd, kreeg ik dus voor het eerst te horen dat ik XY-chromosomen heb, welke variatie ik heb en wat dat betekende, hoe ik er toen uitzag. Zij vertelde ook waarom ik hormonen moest slikken en hoe mijn lichaam zich zou hebben ontwikkeld, als ik die hormonen niet had genomen en niet een corrigerende operatie had gehad toen ik een baby was.[j]
    — Samantha Diaz– 2023

  • Eerder trots op, dan dat ik het geheim zou willen houden
    Ik heb gelukkig niet zoveel last van mijn Klinefelter, maar ik weet dat er veel mannen zijn die daar echt een probleem mee hebben, en waar dat ook vroeger werd verteld: ‘Klinefelter, nee, daar moet je niet over beginnen. Dat is een syndroom, dan ben je niet normaal.’ Ook van de huisartsen te horen krijgen: ‘Praat er met niemand over, want dat is gek.’ Het moet echt uit die taboe-wereld. […] Ik ben er eerder trots op, dan dat ik het geheim zou willen houden. Maar ik weet dat veel mannen met Klinefelter wel daar tegenaan lopen, en ook mensen met intersekse er erg tegenaan lopen. ‘Houdt het maar stil, want het is niet normaal. Je bent ziek, en mensen kunnen je heel vreemd gaan aankijken op het moment dat je gaat zeggen dat je dat hebt.’ Terwijl ik denk dat op het moment dat het open ligt, er waarschijnlijk veel meer mensen achter zouden komen dat ze zelf intersekse zijn of dat ze Klinefelter hebben [k]
    — Henk Brouwer– 2023
  1. Burgwal A, Van Wiele J, Motmans J. Genoeg Enough Assez: Onderzoek naar de ervaringen met geweld van LGBTI-personen in Vlaanderen. Brussel, België: Agentschap Binnenlands Bestuur, maart 2023. Rapport Nr. D/2023/3241/090.
  2. Diaz S, van der Have MJ. Het verhaal van Samantha Diaz – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106154
  3. van Dijk N, van der Have MJ. Het verhaal van Nienke van Dijk – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023.
  4. Cense M, Marinus MA. Als seks(e) niet vanzelfsprekend is: Een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Nijmegen/Utrecht: Rurtgers / Stichting NNID, 16 februari 2023 2023. Rapport Nr. NNID Onderzoek 2023-01. ISBN 9789493106062.
  5. Cense M, Marinus MA. Als seks(e) niet vanzelfsprekend is: Een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Nijmegen/Utrecht: Rurtgers / Stichting NNID, 16 februari 2023 2023. Rapport Nr. NNID Onderzoek 2023-01. ISBN 9789493106062.
  6. Burgwal A, Van Wiele J, Motmans J. Genoeg Enough Assez: Onderzoek naar de ervaringen met geweld van LGBTI-personen in Vlaanderen. Brussel, België: Agentschap Binnenlands Bestuur, maart 2023. Rapport Nr. D/2023/3241/090.
  7. de Vocht G, van der Have MJ. Het verhaal van Geert de Vocht – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106116
  8. Weisscher E, van der Have MJ. Het verhaal van Ellen Weisscher – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106123
  9. Diaz S, van der Have MJ. Het verhaal van Samantha Diaz – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106154
  10. Diaz S, van der Have MJ. Het verhaal van Samantha Diaz – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106154
  11. Brouwer H, van der Have MJ. Het verhaal van Henk Brouwer – Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen. Seksediversiteit in Nederland en Vlaanderen, van der Have MJ, reeksredactie. Nijmegen, Nederland: Stichting NNID; 2023. ISBN: 9789493106147
Letterlijk citaat mensenrechtenparadigma
Letterlijk citaat Medisch paradigma
Uitspraak/aanbeveling/citaat mensenrechten institutie of – authoriteit
Citaat van boek  of (peer-reviewed) artikel, niet aan één auteur toe te wijzen,
ongeacht het paradigma
  1. Britt L, Heise D. From shame to pride in identity politics. Self, identity, and social movements. 2000:252-268.
  2. Committee against Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment. Concluding observations on the seventh periodic report of the Netherlands*. CAT/C/NLD/CO/7. United Nations, 18 december 2018.
  3. Committee on Economic, Social and Cultural Rights. Concluding observations on the sixth periodic report of the Netherlands*. United Nations, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, 6 July 2017. ISBN E/C.12/NLD/CO/6.
  4. Committee on the Elimination of Discrimination against Women. Concluding observations on the sixth periodic report of the Netherlands. United Nations, 18 November 2016. ISBN CEDAW/C/NLD/CO/6.
  5. Derde Internationale Intersekse Forum. Verklaring van Malta: Nederlands Netwerk Intersekse/DSD; 2013 [geraadpleegd 15 juni 2014]. 3 december 2013. URL: https://www.seksediversiteit.nl/basis/verklaring-van-malta/.
  6. Frisch M, Moseholm E, Andersson M, Bernhard Andresen J, Graugaard C. Sex i Danmark, Nøgletal fra Projekt SEXUS 2017-2018 (Sex in Denmark. Key findings from Project SEXUS 2017-2018). Aalborg, Denmark: State Serum Institute (Department of Epidemiological Research), 28 oktober 2019. ISBN 978-87-971732-0-6.
  7. van Heesch MA. Ze wisten niet of ik een jongen of meisje was: kennis, keuze en geslachtsvariaties – Over het leven met en kennen van intersekse condities in Nederland [Proefschrift]. Vossiuspers, Amsterdam, Nederland: Universiteit van Amsterdam; 2015. ISBN: 978 90 562 97640
  8. Jones T, Hart B, Carpenter M, Ansara G, Leonard W, Lucke J. Intersex: Stories and Statistics from Australia: Open Book Publishers; 2016.
  9. van Lisdonk J. Leven met intersekse/DSD – Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 18 juni 2014 2014. Rapport Nr. 2014-15. ISBN 978 90 377 0705 2.