HOOFDSTUK 21
Een coming-out als intersekse persoon is niet noodzakelijk
Op dit moment zijn veel intersekse mensen nog onzichtbaar voor de maatschappij. Dat roept soms de vraag op of niet meer intersekse mensen zichtbaar zouden moeten zijn voordat beleid op het onderwerp intersekse moet worden gemaakt.
(On)zichtbaarheid
Dat er nog onvoldoende intersekse mensen zichtbaar zijn 1Dat intersekse onzichtbaar is in de maatschappij is niet de schuld van intersekse personen – het was de maatschappij die nnmb’s bedacht om intersekse personen niet te hoeven zien , is een vaak gebruikt argument om intersekse mensen uit te sluiten en intersekse niet op te nemen in beleid.2Dit gebeurt ook bij andere groepen, bijvoorbeeld bij homoseksuele voetballers. Het lijkt wel alsof homoseksuele voetballers niet bestaan en anoniem geïnterviewde spelers denken dat deze onwaarschijnlijkheid te maken heeft met de machocultuur binnen de clubs, de media en de homofobe spreekkoren op de tribunes. Hoewel negen van de tien prof-voetballers zeggen dat zij de coming-out van een collega zouden steunen, vinden veel voetballers ook dat homonegativiteit vooral buiten de eigen club moet worden aangepakt. Het resultaat is dat homofobie binnen het voetbal blijft bestaan en homoseksuele voetballers onvoldoende vertrouwen in hun collega’s, in hun club, en in ‘fans’ blijven hebben om uit de kast te komen. LINK
Dergelijke uitsluiting van onzichtbare homoseksuele sporters is eerder ook aangetoond in het mannentophockey. LINK Maar het blijft uitsluiting.3De hier bedoelde uitsluiting wordt veroorzaakt doordat ‘acceptatie’ van minderheden in Nederland kan leiden tot onzichtbaarheid voor hen die assimileren (‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ – feitelijk: ‘we willen je niet zien’), en marginalisatie voor hen die zich niet conformeren aan zo’n assimilatiediscours; dit idee van ‘acceptatie’ leidt juist tot gevoelens van schaamte en angst[7]. Echte acceptatie van minderheden bestaat alleen als minderheden zich niet gedwongen voelen zichzelf onzichtbaar te maken. De door de samenleving opgelegde, of op zijn minst gewaardeerde, onzichtbaarheid van intersekse mensen, is een subtiele, maar diepgewortelde, manier van stigmatisering. Deze vorm van stigmatiseren van intersekse krijgt nog te weinig aandacht in wetenschappelijk onderzoek.
Het idee dat meer intersekse mensen zichtbaar moeten zijn voordat intersekse in beleid kan worden opgenomen is daarom niet alleen onjuist, het is ook onethisch. Juist omdat bekend is dat onzichtbaarheid leidt tot onacceptabele stereotypen en discriminatie 4De anonimiteit van homoseksuele mensen in de jaren 1950 was de belangrijkste oorzaak waardoor zij politiek gemarginaliseerd werden en waardoor antihomoseksuele stereotypen konden ontstaan; omdat mensen zich niet realiseerden dat vrienden en familie homoseksueel waren, geloofden zij eerder dat homoseksuele mensen eenzaam, psychopathisch en disfunctioneel waren; door de onzichtbaarheid konden homoseksuele mensen geen sociale en politieke groepen vormen – dit had tot gevolg dat homofobie grotendeels vrij spel had, zonder politieke of sociale repercussies[9]., moeten nog onzichtbare groepen in beleid worden opgenomen.
Daarnaast is het onethisch mensen te verplichten tot een ‘coming out’ voordat ze hun rechten kunnen opeisen. Daartoe bestaat ook geen noodzaak, want ook zonder een massale coming-out zijn er voldoende reden om intersekse in beleid op te nemen:
- Ten eerste is met wetenschappelijk onderzoek bewezen dat intersekse mensen bestaan[6 , 7 , 9].
- Ten tweede is erkend dat hun rechten bestaan en geschonden worden[2 , 3 , 4 , 7].
- Ten derde is met wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat veel intersekse mensen lijden onder stigmatisering, geheimhouding (zelf-verhulling), en medische behandelingen waar ze niet omgevraagd hebben, waardoor ze hun hele leven op hun hoede zijn voor pesten en uitsluiting[7 , 8]. Om deze mensen te bewegen zichzelf kenbaar te maken, moet de maatschappij eerst het vertrouwen herstellen[5].
- Ten vierde is bekend dat de coming-out van intersekse mensen gehinderd wordt door een verschijnsel dat pluralistic ignorance wordt genoemd: juist doordat zoveel intersekse mensen onzichtbaar zijn, geloven veel individuele intersekse mensen dat bijna niemand anders getroffen is door het stigma en zien zij het eigen stigma niet als het resultaat van sociale onderdrukking. Dit leidt tot afzondering, ondermijnt de empathische eenheid en het gevoel van verbondenheid met gelijkaardige anderen, en verhindert binding. Deze toestand is het tegenovergestelde van solidariteit.[1]
- Ten slotte zijn aantallen niet belangrijk bij mensenrechtenschendingen. Het maakt niet uit of rechten éénmaal of tienduizendmaal geschonden worden.5In het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICPPR) wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘Te verzekeren dat een ieder wiens rechten of vrijheden als in dit Verdrag erkend, worden geschonden een effectief rechtsmiddel ter beschikking heeft’ (art. 2.3.a) en niet over ‘als de rechten van meer dan honderd personen geschonden zijn’. Het maakt ook niet uit hoeveel mensen van wie de rechten geschonden worden, zelf in het geweer komen tegen deze schendingen.6 Het aantal maakt niet uit, maar in juridische zin (niet in ethische zin) maakt het wel uit of degene die klaagt zelf slachtoffer is van de mensenrechtenschending. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vereist bijvoorbeeld dat de klager zelf slachtoffer moet zijn van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. .
Standpunt NNID
Een coming-out als intersekse persoon is niet noodzakelijk
NNID zet zich in voor de zichtbaarheid van intersekse personen, maar beschouwt die zichtbaarheid niet als maatstaf voor de (morele) legitimiteit van de eisen van de interseksegemeenschap: mensenrechten zijn individuele rechten, zelfs als de rechten van één intersekse persoon worden geschonden, is dat reden om op te komen voor die rechten.
Wat mensen zeggen
Onveilige omgeving
Ik pas daar ook mee op. Allee, ik ga niet tegen iedereen bewust- In een onveilige omgeving ga ik niet mij te kennen geven als intersekse persoon. [a]
— Ilse– 2023
Niet er over praten en in de taboesfeer wegstoppen
De dokters die behandelden het als iets wat bijna nooit voorkomt en heel bijzonder was. Zo moet je er ook mee omgaan. Het liefst niet er over praten en in de taboesfeer wegstoppen. [b]
— Samantha Diaz– 2023
Geheimhouding heeft best wel psychische schade aangericht
Als ik iets moet benoemen dat me boos maakt dan is het die geheimhouding waardoor ik me psychisch niet zo goed in mijn vel voelde, en dat dat tot heel veel problemen heeft geleid. Nu ja, problemen in de zin dat ik met kinderen werk en ik heb daar ook opleidingen voor gevolgd, maar het heeft me ook weer tegengehouden in stages. Dat heeft best wel psychische schade aangericht, omdat ik op een gegeven moment ook voelde van: zie je wel, ik ben geen goed mens, ik ben geen goede pedagoge uiteindelijk. [c]
— Nienke van Dijk– 2023
Mag je nooit vertellen
‘Je mag het nooit tegen iemand zeggen.’ Dat heeft een hele harde klap gegeven, waardoor ik sociaal wat minder mezelf, minder uitgesproken ‘hier ben ik’ voelde en ik het eigenlijk toch tegen een vriendin ging vertellen en dat ik dan van mijn moeder te horen kreeg van: ‘Mag je nooit vertellen’ en dat zorgde ervoor dat ik heel erg afstandelijk werd en heel onzeker. Dus vanaf toen werd ik wat minder vrolijk. Het belangrijkste voor mij is het gevoel dat je anders bent, raar bent en eigenlijk nooit met iemand kunt praten over wat je dwarszit of nooit mag praten, je moet het maar in jezelf houden. Dat is vooral de grootste impact die het heeft gehad. (Eva, 24) [d]
— Eva– 2023
Zodra die ruimte er meer is, is het ook makkelijker
Ik hoop inderdaad dat de samenleving zo vooruitgaat dat het geaccepteerder is en makkelijker wordt in de toekomst. En ik denk dat zodra die ruimte er meer is dat het ook, ja, makkelijker misschien wel is en gewoon, om daar opener over te zijn, dat het dan niet meer voelt als een soort…ja, dat gewoon het taboe er helemaal af is, dat zou mooi zijn, denk ik. (Nina, 25) [e]
— Nina– 2023
Dan voel ik weer zo’n steekje van vroeger
Ik pas daar ook mee op. Allee, ik ga niet tegen iedereen bewust- In een onveilige omgeving ga ik niet mij te kennen geven als intersekse persoon. [f]
— Lotte– 2023
Ik moet elke dag een masker opzetten om te leven
Geheimhouding zorgde er bij mij voor dat ik mijn hele leven heb gezegd dat ik een clown ben. Ik moet elke dag een masker opzetten om te leven. Als ik naar bed ga dan kan dat masker af en dan kan ik huilen. Als ik wakker word dan moet ik het masker weer opzetten.
Pasgeleden zei iemand nog tegen mij dat ik een leuke, open man ben. Toen zei ik: ‘Ik weet eigenlijk niet wie ik ben, want ik heb nooit de kans gehad om mezelf te ontwikkelen en op te groeien zoals ik wilde zijn.’ Ik heb mij altijd moeten verschuilen en goed moeten doen voor anderen, want dan word je geaccepteerd.[g]
— Geert de Vocht– 2023
Hoe vertel je het, ga je het wel vertellen
Of ik erover praatte? Ik denk dat ik er, zeker toen ik het net hoorde, alleen met mijn moeder over praatte. Mijn vader vond dat heel moeilijk. Ik denk dat mijn moeder het ook wel heel moeilijk vond, zij legde ook wel heel veel schuld bij zichzelf. Dat doet ze nog wel een beetje. Ze heeft me, om dat woord te herhalen, niet compleet op de wereld gezet. Dat zijn toch ook wel woorden die ongemerkt ook deel uit zijn gaan maken van mij.
Ik denk dat ik het op dat moment niet aan veel vrienden heb verteld, dat een paar het wel wisten. En als ik heel eerlijk ben, want daar hadden we het over, hoe vertel je het, ga je het wel vertellen, in een relatie maar ook naar vrienden, dat ik eigenlijk als enige zei, zeker in het begin, dat ik geen kinderen kon krijgen. De rest heb ik niet gezegd, dat ik geen vagina had heb ik niet gezegd. Dat zeg ik nu wel. Ik kan nu gewoon zeggen: ‘Ik heb dit en daar hoort dat allemaal bij.’ Ja. [h]
— Ellen Weisscher– 2023
Mij werd mij niet verteld over mijn intersekse conditie
Regelmatig ging ik praten met de kinderpsycholoog. Mij werd mij niet verteld over mijn intersekse conditie. Toen ik rond de dertien jaar was, heeft mijn moeder mij de reden verteld waarom ik naar het ziekenhuis ging: dat was omdat ik geen baarmoeder heb.
De dokters die behandelden het als iets wat bijna nooit voorkomt en heel bijzonder was. Zo moet je er ook mee omgaan. Het liefst niet er over praten en in de taboesfeer wegstoppen. [i]
— Samantha Diaz– 2023
Hij keek mij aan alsof het helemaal niets was
In die fase dat we uit elkaar gingen, we zijn goed uit elkaar gegaan en zijn gewoon vrienden, vertelde ik het hem. Hij keek mij aan alsof het helemaal niets was. Toen ben ik mij een beetje gaan realiseren van: ‘Denk ik er zo negatief over?’ Dat is een gedachtepatroon wat zo is ingeworteld, omdat het dus geheim is gehouden, in de taboesfeer is gestopt en omdat je er zelf nog heel weinig vanaf weet.
Toen ik 23 jaar werd, kreeg ik dus voor het eerst te horen dat ik XY-chromosomen heb, welke variatie ik heb en wat dat betekende, hoe ik er toen uitzag. Zij vertelde ook waarom ik hormonen moest slikken en hoe mijn lichaam zich zou hebben ontwikkeld, als ik die hormonen niet had genomen en niet een corrigerende operatie had gehad toen ik een baby was.[j]
— Samantha Diaz– 2023
Eerder trots op, dan dat ik het geheim zou willen houden
Ik heb gelukkig niet zoveel last van mijn Klinefelter, maar ik weet dat er veel mannen zijn die daar echt een probleem mee hebben, en waar dat ook vroeger werd verteld: ‘Klinefelter, nee, daar moet je niet over beginnen. Dat is een syndroom, dan ben je niet normaal.’ Ook van de huisartsen te horen krijgen: ‘Praat er met niemand over, want dat is gek.’ Het moet echt uit die taboe-wereld. […] Ik ben er eerder trots op, dan dat ik het geheim zou willen houden. Maar ik weet dat veel mannen met Klinefelter wel daar tegenaan lopen, en ook mensen met intersekse er erg tegenaan lopen. ‘Houdt het maar stil, want het is niet normaal. Je bent ziek, en mensen kunnen je heel vreemd gaan aankijken op het moment dat je gaat zeggen dat je dat hebt.’ Terwijl ik denk dat op het moment dat het open ligt, er waarschijnlijk veel meer mensen achter zouden komen dat ze zelf intersekse zijn of dat ze Klinefelter hebben [k]
— Henk Brouwer– 2023