BIJLAGE D
Het verborgen proefschrift van John Money
John Money promoveerde in 1952 aan Harvard op een proefschrift over intersekse personen. Het proefschrift van John Money is niet gepubliceerd maar bevat interessante informatie over de geestelijke gezondheid van intersekse personen.
John Money
(Deze tekst is gebaseerd op voetnoot 234 uit hoofdstuk 6565: Intersekse resulteert uit zichzelf niet in psychische problemen.Het is een misvatting dat intersekse psychische problemen tot gevolg heeft.)
De in Nieuw-Zeeland geboren en later naar Amerika verhuisde psycholoog en seksuoloog John Money (1921-2006) werd bekend door zijn stelling dat gender zich ontwikkelt door de opvoeding (nurture) en niet door de natuur (nature). Door de John/Joan Case bleek dat verhaal niet te kloppen. Maar hij heeft ook onderzoek gedaan intersekse personen. Voor zijn proefschrift interviewde en onderzocht hij 10 intersekse personen zelf en had hij op basis van medische dossiers en wetenschappelijk publicaties uit de periode 1895 -1951 toegang tot informatie over 274 andere interseks personen.
Het is jammer dat zijn proefschrift nooit officieel is gepubliceerd, want dat onderzoek is feitelijk een perfecte ‘nulmeting’ van een groep mensen die nog niet te waren ‘behandeld’ volgens zijn Optimal Gender Policy. Als de resultaten uit 1952 worden vergeleken met de resultaten van 70 jaar later, dan is het duidelijk waarom Money niet wilde dat uit zijn proefschrift geciteerd werd.
Zijn falen in de John/Joan-case, vooral zijn weigering afstand te nemen van zijn onjuiste conclusie dat gender gevormd wordt door de opvoeding, heeft uiteindelijk bijna alle intersekse mensen ontegenzeggelijk veel schade berokkend.
Proefschrift
In zijn proefschrift stelde Money zichzelf twee vragen :
De eerste gaat over de manier waarop deze mensen zich aanpassen aan het geslacht waarmee ze zijn opgevoed, vooral als hun lichaamsvorm en fysiologie daarmee in strijd zijn. Zijn de psychologische functies automatisch aan het roer of is de impact van de opvoeding blijvend? [p.2] [12] 1Origineel: The first concerns the manner in which these people adapt themselves to the sex of rearing, especially when their bodily form and physiology contradict it. Are the psychological functions automatically in charge or is the impact of rearing enduring?[12]
De tweede heeft te maken met de geestelijke gezondheid van deze mensen, die vaak belachelijk gekleed lijken in de kleren van het verkeerde geslacht. Bezweken ze onder de druk van dergelijke duidelijke seksuele problemen, zoals psychiatrische theorieën doen vermoeden, of passen ze zich voldoende aan de eisen van het leven aan? [p.2][12] 2The second has to do with the mental health of these people whoso often appear lulicrously dressed in the clothes of the wrong sex. Do they, with such manifest sexual pro blest to contend with, break down under the strain, as psychiatric theory may lead one to believe, or do the make an adequate adjustment to the demands of life? [12] Money stelt op basis van een groep van 184 personen
Zelfs de twijfelgevallen buiten beschouwing gelaten […] is 8% een opmerkelijk lage incidentie van psychopathologie in een groep die zo kwetsbaar is voor de spanningen en problemen van het leven in een paradox. Slechts 1 op de 180 personen vertoonde psychotische symptomen die konden worden toegeschreven aan het ambi-seksuele conflict.”. [p.197] [12]
In een voetnoot op pagina 188 geeft Money aan dat er geen overtuigend bewijs is dat de ‘psychological adjustment’ van de 284 in het proefschrift beschreven cases mogelijk een te positief beeld schetsen van ‘hermafrodieten’ in het algemeen; volgens Money is eerder het tegenovergestelde het geval:
Het feit dat de steekproef waarschijnlijk bevooroordeeld is ten gunste van de meest dramatische en merkwaardige anatomische en psychologische ambiguïteiten is in feite in het voordeel van de conclusies die in dit hoofdstuk worden gepresenteerd.”[12]
Dezelfde verbazing sprak Money samen met Joan en John Hampson, in 1957 later opnieuw uit in een artikel dat wel gepubliceerd is[13].
Conclusie van Money
Money lijkt door zijn bevindingen in verwarring te zijn geraakt omdat de enig logische conclusie (dat er geen probleem werd waargenomen omdat er geen probleem was) duidelijk niet paste bij wat hij had verwacht. Hij schreef dat intersekse mensen, afgezien van de genitale anatomie en de afgeleide manifestaties’, weliswaar niet verschillen van anatomisch normale mensen, maar dat je zou verwachten dat hermafroditisme een ‘vruchtbare bron van psychose en neurose’ is. Het ontbreken van psychische problemen schreef hij daarom toe aan een soort kracht waar intersekse mensen blijkbaar over beschikken, waardoor zij beter dan andere mensen met de problemen kunnen omgaan. En als ze wel psychische problemen hebben, dan, zo schrijft Money, moet er minstens een bijkomstige factor zijn. Het kwam niet in hem op dat die kracht niet nodig is omdat de intersekse mensen zelf geen reden voor psychische problemen zagen.
[…] men zou niet verbaasd zijn geweest als de paradox van hermafroditisme een vruchtbare bron van psychose en neurose was geweest. Het bewijs toont echter aan dat de incidentie van de zogenaamde functionele psychose bij de meest ambiseksuele hermafrodieten -degenen die er niets aan konden doen dat ze zich bewust waren dat ze seksueel dubbelzinnig waren- buitengewoon laag was. De incidentie van neurotische pathologie van de klassieke types was ook opvallend laag.[12]
[…] met het oog op de zeldzame incidentie van neurose onder de gehele groep van kwetsbare individuen, lijkt het noodzakelijk om te postuleren dat seksuele problemen en conflicten op zichzelf niet voldoende zijn om neurose te veroorzaken…[12]
(Zie de volledige tekst waarin Money over zijn verwarring schrijft hieronder.)
Reactie op Money
Slechts twee jaar na Money’s publicatie schreven een aantal Canadese artsen met een beroep op warrig ‘wiskundig bewijs’ dat Money en de Hampsons geen gelijk konden hebben gehad want zij hadden bij 17(!) intersekse personen slechts vier personen zonder psychiatrische ziekten gevonden[4] – ziekten die echter niet bij naam worden genoemd, en die bij lezing met de kennis van vandaag eerder een verband lijken te hebben met de visie van de auteurs op gender dan met intersekse. Omdat het niet in hun visie op gender paste, zagen Cappon et al. veel waarover zij zich verbaasden ten onrechte als een psychiatrisch probleem. Maar de trend was in gang gezet: blijkbaar moest intersekse voortaan gepaard gaan met psychiatrische problemen.
70 jaar later
In het dsd-LIFE onderzoek werden psychiatrische stoornissen gemeld bij 54,2% van de personen met DSD (tegen 10,6% in de controlegroep) en pogingen tot zelfdoding bij 6,8% van de personen met DSD (tegen 1,8% in de controlegroep)[7]. Na 70 jaar hebben de opvolgers van John Money de eerder genoemde ‘bijkomstige factor’ gevonden – maar het komt niet in hen op dat het de behandeling zelf is.
Wat nu?
Ook toen homoseksualiteit nog een ziekte was, hadden opvallend veel homo’s psychische problemen. Net als nu bij intersekse waren gezondheidswerkers ervan overtuigd dat dit kwam doordat hun patiënten homoseksueel waren die een medische behandeling nodig hadden.[3 , 8 , 9 , 15] Eigenlijk is er weinig nieuws onder de zon: transgenders waren ziek[14] (veel gezondheidswerkers vinden dat nog steeds), sufrragettes waren ziek [11], feministes waren ziek [10], ontsnappende tot slaaf gemaakte mensen waren ziek [5], mensen met afwijkende seksuele voorkeuren waren ziek [1 , 6], alleenstaande moeders waren ziek [2], kortom, iedereen waar de maatschappij moeite mee had of heeft is wel een keer voor ziek uitgemaakt.
Het is daarom hoogtijd de lessen uit het verleden ter harte te nemen en een einde te maken aan non-consensuele niet-noodzakelijke medische behandelingen (nnmb’s). Het vermeende positieve effect van die behandelingen is nooit voldoende onderzocht en nimmer bewezen.
Standpunt NNID
Psychische problemen zijn iatrogene schade
Psychische problemen worden veroorzaakt door de behandeling van intersekse personen, niet door intersekse of DSD. Psychische problemen zijn daarom een vorm van iatrogene schade (schade aangebracht door medisch handelen).
Wat mensen zeggen
KOP
Citaal.[a]
— Eva, 24 jaar – 2023