Aanbevelingen van de Verenigde Naties
De Nederlandse overheid heeft bij beoordelingen in het kader van CEDAW, CESCR, UPR, en CaT aanbevelingen ontvangen over de situatie van intersekse personen. Hieronder staan alleen de aanbevelingen die specifiek betrekking hebben op intersekse én die bedoeld zijn voor Nederland.
Verenigde Naties als beschermer van mensenrechten
De Verenigde Naties (VN) heeft 193 lidstaten die samenwerken, maar hun eigen beslissingsbevoegdheid behouden bij besluitvorming. Die eigen beslissingsbevoegdheid wordt beperkt door verdragen1Op Wikipedia staat een lijst van verdragen die onder de VN of een VN-agentschap vallen, danwel door de VN worden beheerd. De verdragen die Nederland getekend en geratificeerd heeft zijn opgenomen in de Verdragenbank. die door de lidstaat zijn aangenomen en geratificeerd. Het is de taak van de VN dan toe te zien dat de betreffende lidstaat dat verdrag werkelijk naleeft. Daartoe is voor ieder verdrag door de VN een comité samengesteld dat min of meer functioneert als een rechtbank:
- eerst wordt gesproken met vertegenwoordigers van de lidstaat, de nationale mensenrechteninstelling, en de organisaties die eigen rapportages hebben ingediend, en
- vervolgens wordt bepaald of de lidstaat het verdrag wel of niet correct uitvoert.2Zie onderstaand uitklapvenster voor een gedetailleerder beschrijving van dit proces.
De geratificeerde verdragen zijn onderdeel van het ‘internationale recht’. Nationale wetten mogen hier niet mee in tegenspraak zijn. Is dat wel het geval, dan gaan de regels uit verdragen vaak voor. Soms moeten overheden daarom hun nationale wetten aanpassen na de ratificatie van een verdrag. Hoewel er veel verdragen bestaan, vormen zeven verdragen samen de ‘core international human rights treaties’. Lidstaten die deze verdragen geratificeerd hebben, leggen regelmatig verantwoording af over hoe zij het verdrag in hun eigen land naleven. Dat doen zij tegenover het comité dat de VN voor het betreffende verdrag benoemd heeft.
Verder op deze pagina worden de aanbevelingen besproken die Nederland de afgelopen jaren heeft ontvangen over intersekse.
CEDAW (2017 – rapportage 2016)
De UN Convention on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW) staat ook bekend als het VN-Vrouwenverdrag. In 2017 heeft het CEDAW Comité de volgende aanbevelingen gedaan:
- Ontwikkel en implementeer een op rechten gebaseerd gezondheidszorgprotocol voor intersekse kinderen dat ervoor zorgt dat kinderen en hun ouders goed worden geïnformeerd over alle opties en dat kinderen zoveel mogelijk worden betrokken bij de besluitvorming over medische interventies en dat hun keuzes volledig worden gerespecteerd.
Update
Naar aanleiding van deze uitspraak is Radboud UMC begonnen met de ontwikkeling van een Kwaliteitsstandaard DSD. De financiering is nog niet rond en op dit moment (februari 2019) is nog niet bekend of, en zo ja op welke wijze, mensenrechten in de kwaliteitsstandaard worden opgenomen.5Het woord ‘rechten’ in de aanbeveling van het CEDAW-comité kan alleen maar worden gelezen als mensenrechten. Dat blijkt uit de opmerking vlak voor de aanbeveling dat het comité ‘bezorgd is dat medisch onomkeerbare sekse-toekennende chirurgie en andere behandelingen worden uitgevoerd op intersekse kinderen.’
UPR (2017 – rapportage 2016)
UPR staat voor Universal Periodic Review. UPR is geen verdrag, maar een ‘Charter-based body’6Een charter-based body is een onderdeel van de VN dat ontstaan is uit resoluties van de belangrijkste VN-organen die hun gezag baseren op het VN-handvest.. De Universal Periodic Review (UPR) is een door de Mensenrechtenraad geleid proces waarbij de mensenrechtensituatie in een lidstaat van de VN wordt geëvalueerd door de andere lidstaten.7De werkwijze is dan ook anders dan bij verdragen. Non-gouvernementele organisaties zijn niet direct bij de UPR betrokken. Zij kunnen lidstaten wel informatie geven over misstanden in het land dat in de UPR geëvalueerd wordt en adviseren over de te geven aanbevelingen. Maar dat is geen onderdeel van het eigenlijke UPR-proces. Daarnaast is het voor non-gouvernementele organisaties mogelijk een rapportage in te dienen van maximaal 2815 woorden (5630 woorden voor een gezamenlijke rapportage) dat door de Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR) wordt samengevat in een document dat wel deel uitmaakt van het UPR-proces. In 2017 ontving Nederland voor intersekse aanbevelingen van Israël en Australië:
- Implementeer maatregelen om intersekse personen te beschermen tegen discriminatie (Australië).
- Garandeer toegang tot wettelijke gender-erkenning voor zowel intersekse personen als trans personen van alle leeftijden, zonder wettelijke, administratieve of financiële belemmeringen (Israël).
Update 1: Reactie Nederland
Op 8 september 2017 heeft de Nederlandse regering geantwoord dat:
- de aanbeveling van Australië (131.99) voor kennisgeving wordt aangenomen (‘noted’) en dat de rechten van intersekse personen al gegarandeerd worden door de Grondwet en medische richtlijnen,
- de aanbeveling van Israël (131.100) zonder verdere opmerkingen wordt geaccepteerd.
Update 2: Reactie NNID, TNN, en COC Nederland
Op vrijdag 22 september, tijdens de 36ste bijeenkomst van de VN Mensenrechtenraad (11-09-2017 / 29-09-2017) in Genève, is namens NNID, TNN en COC Nederland een verklaring voorgelezen waarin o.a. staat dat de organisaties verbaasd waren over de reactie van de Nederlandse regering op de aanbeveling van Australië om “maatregelen te nemen om intersekse personen te beschermen tegen discriminatie”. De door de regering bedoelde medische richtlijnen zijn in strijd met de verdragen inzake foltering en de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen. NNID, TNN en COC Nederland dringen Nederland erop aan om in overeenstemming met de aanbevelingen van CAT en CEDAW effectieve wetgevende, administratieve, juridische en andere maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat geen enkel kind of volwassene wordt onderworpen aan onnodige chirurgie of behandeling zonder vrije en volledig geïnformeerde toestemming en dat intersekse kinderen worden beschermd tegen experimentele medische behandelingen”.8Volledige tekst, zoals uitgesproken door Niki Brörmann (COC Nederland):
“The Dutch government accepted the constructive recommendations received by Belgium, France, Ireland, Israel, Slovenia, Sweden. The government did not, however, give satisfying explanations to these SOGIESC recommendations. Its rationale being that the government is already implementing running policies. We would however like to clearly express to the Human Rights Council that there is much room for improvement on full access to legal gender recognition without any barriers including reimbursement of all aspects of gender affirmative health care, comprehensive education on sexual and gender diversity in teachers academies, discrimination of trans and intersex people on the labour market and policies on hate crimes against LGBTI people.
We were astonished by the reaction of the Dutch government on the recommendation of Australia to “implement measures to protect intersex persons from discrimination.” The government states that “the rights of intersex persons are already guaranteed by the Constitution and by medical guidelines.” These medical guidelines are in violation of the conventions on torture and the elimination of all forms of discrimination against women. In line with CAT and CEDAW recommendations, we urge the Netherlands to implement effective legislative, administrative, judicial and other measures to ensure that no child or adult is subjected to unnecessary surgery or treatment without free and fully informed consent and that intersex children are protected against experimental medical treatments.”
Update 3: aanpassing Algemene wet gelijke behandeling (Awgb)
Op 3 juli 2018 stemde de Tweede Kamer in grote meerderheid voor een verbod op discriminatie van intersekse personen en trans personen. De bescherming is geregeld door een wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). De behandeling in de Eerste Kamer staat op de agenda voor 5 maart 2019.
CESCR (2017 – rapportage 2015/2016)
Het Comité van de UN Convention on Economic, Social and Cultural Rights heeft in 2017 de volgende aanbevelingen gegeven aan de Nederlandse overheid:
- Bestrijdt de oorzaken van de systematische en structurele discriminatie van minderheidsgroepen [inclusief intersekse personen].
- Neem alle noodzakelijke maatregelen, inclusief eventueel tijdelijke bijzondere maatregelen, om ervoor te zorgen dat iedereen in gelijke mate gebruik kan maken van de rechten die uit het verdrag voortvloeien.9In de aanbevelingen wordt verwezen naar General Comment no. 20 (E/C.12/GC/20) dat artikel 2, paragraaf 2 van het verdrag verduidelijkt en waarin intersekse in paragraaf 32 specifiek wordt genoemd in relatie tot ernstige mensenrechtenschendingen als intimidatie op school en op de werkvloer.
- Heroverweeg de praktijk van vroegtijdige chirurgie en medische ingrepen bij intersekse kinderen, om ervoor te zorgen dat zij voldoende rijp zijn om op basis van hun geïnformeerde keuzes en toestemming te worden geraadpleegd over de door hen gewenste behandelingen.
CAT (2018 – rapportage 2017)
In 2017 heeft de Nederlandse overheid de rapportage voor de Convention against Torture ingediend bij het CAT-comité. Voorafgaand aan deze rapportage had het comité aan Nederland gevraagd of onnodige operaties op jonge intersekse kinderen nog steeds worden uitgevoerd. En zo ja, welke juridische mogelijkheden de slachtoffers hebben om hun beklag te doen. Opvallend is dat het comité specifiek vroeg naar strafrechtelijke procedures en de eventuele verjaringstermijn.10 Oorspronkelijke vraag:
31. Please provide information on the amendments to the Medical Research Act in relation to non-therapeutic medical research involving minors and adults who are incapable of giving informed consent. With regard to persons with variations of sex development (intersex persons), please clarify whether unnecessary medical or surgical treatment aimed at determining the sex of a child is permitted and performed on children and adults who are incapable of giving informed consent. If so, please indicate which criminal or civil remedies are available for victims in these cases and whether they are subject to any statute of limitations. (CAT/C/NLD/QPR/7)
Vertaling:
31. Verstrek a.u.b. informatie over de wijzigingen in de Wet op het medisch onderzoek met betrekking tot niet-therapeutisch medisch onderzoek waarbij minderjarigen en volwassenen betrokken zijn die niet in staat zijn om geïnformeerde toestemming te geven. Met betrekking tot personen met variaties in de geslachtsontwikkeling (intersekse personen), gelieve te verduidelijken of onnodige medische of chirurgische behandeling gericht op het vaststellen van het geslacht van een kind is toegestaan en wordt uitgevoerd op kinderen en volwassenen die niet in staat zijn om geïnformeerde toestemming te geven. Zo ja, gelieve aan te geven welke strafrechtelijke of civielrechtelijke rechtsmiddelen voor slachtoffers in deze gevallen beschikbaar zijn en of zij onderworpen zijn aan enige verjaringstermijn.
In de rapportage gaat de Nederlandse regering hier slechts gedeeltelijk op in en schrijft: “onnodige medische en chirurgische behandelingen vormen in principe geen hoogwaardige zorg”. 11Het antwoord van de Nederlandse overheid:
189. Section 2 of the Care Sector (Quality, Complaints and Disputes) Act (WKKGZ) obliges care providers to provide good quality care. At a minimum, this means that care providers must act in accordance with professional standards, which includes obtaining informed consent. This Act is general in scope and therefore covers the care and treatment of intersex persons. Unnecessary medical and surgical treatments do not in principle constitute good quality care. The IGZ can enforce the law where care providers are carrying out procedures that are not in accordance with professional standards.
Vertaling:
189. Artikel 2 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ) verplicht zorgverleners tot het leveren van goede zorg. Dit betekent minimaal dat zorgverleners moeten handelen in overeenstemming met professionele normen, waaronder het verkrijgen van geïnformeerde toestemming. Deze wet is algemeen van aard en heeft dus betrekking op de zorg en behandeling van intersekse personen. Onnodige medische en chirurgische behandelingen vormen in principe geen kwalitatief goede zorg. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan de wet handhaven wanneer zorgverleners procedures uitvoeren die niet in overeenstemming zijn met de professionele normen. Voor de klachtenregeling verwijst de overheid naar de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ)12De WKKGZ is bedoeld voor klachten over fouten in de zorg waarbij geen sprake is van opzet. De klachtenregeling is niet bedoeld en ook niet geschikt voor mensenrechtenschendingen die in het strafrecht thuishoren. De WKKGZ geeft zorgaanbieders de ruimte om te bepalen dat klachten binnen een bepaalde termijn moeten worden ingediend. De modelregeling van LPPGZ en GGZ Nederland gaat uit van een termijn van twee jaar; de modelregeling van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) gaat zelfs uit van slechts één jaar nadat de raad van bestuur van het ziekenhuis of een klachtenonderzoekcommissie een uitspraak hebben gedaan. Voor schadevergoeding geldt een wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar na de dag waarop de schede is opgetreden en waarop bekend is geworden wie voor de schade verantwoordelijk is (artikel 3:310 lis 1 BW). Dit betekent dat de WKKGZ niet geschikt is voor personen die een klacht willen indienen over de medische behandeling die zij in hun jeugd hebben ondergaan. . Voor de onnodige medische behandeling wordt naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwezen.
Tijdens de mondelinge behandeling in Genève heeft het CAT-comité deze vraag nog een aantal keer herhaald. Daarmee werd duidelijk dat de Nederlandse overheid in de rapportage de vraag van het comité niet had beantwoord. Dat ook in de mondelinge behandeling geen goed antwoord werd gegeven, blijkt uit de aanbevelingen die Nederland van het CAT-comité kreeg. Kort samengevat luiden die:
- Garandeer dat de lichamelijke integriteit en de zelfbeschikking van intersekse personen wordt gerespecteerd.
- Zorg dat zuigelingen en kinderen geen medische behandelingen ondergaan zonder hun geïnformeerde toestemming.
- Garandeer onpartijdig advies en psychosociale ondersteuning voor intersekse kinderen en hun ouders.
- Zorg dat volledige, vrije en geïnformeerde toestemming wordt gewaarborgd.
- Verricht onderzoek naar non-consensuele niet-noodzakelijke medische behandelingen (NNMB’s) bij intersekse mensen.
- Vervolg de daders.
- Zorg dat de slachtoffers verhaal kunnen halen en schadeloos worden gesteld.
Update 1: Vragen in de Tweede Kamer
Op 12 december heeft Tweede Kamerlid Vera Bergkamp (D66) vragen gesteld over de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering over intersekse.13Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over de aanbevelingen van het VN Comité tegen Foltering voor betere bescherming van intersekse kinderen (ingezonden 12 december 2018).
Vraag 1 Bent u bekend met de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering (CAT) van 7 december 2018? (Link)
Vraag 2 Deelt u de mening dat het dieptreurig is dat we in Nederland deze aanbevelingen nodig hebben?
Vraag 3 Welke acties zijn er eerder ondernomen na de aanbevelingen van de European Union Agency for Fundamental Rights (Link), de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Discriminatie van Vrouwen in 2016 (Link), de aanbevelingen van het VN-Comité voor Economische, Sociale en Culturele rechten in 2017 (Link), en de resolutie van de Raad van Europa (Link)?
Vraag 4 Heeft u zicht op de huidige praktijk? Hoe vaak worden er kinderen geboren waarbij het geslacht niet meteen eenduidig is vast te stellen? Hoe vaak worden deze kinderen geopereerd? Zijn deze ingrepen medisch noodzakelijk? Of vinden medische ingrepen soms ook plaats alleen uit wens van de ouders of de behandelaar? Als dit niet in beeld is, bent u bereid om onderzoek te laten doen?
Vraag 5 Welke stappen kan het kabinet nemen om intersekse kinderen beter te beschermen? Welke rol ziet u voor uzelf om te garanderen dat een kind zelf belangrijke beslissingen kan maken, zover dat mogelijk is?
Vraag 6 Wat is de stand van zaken van de gesprekken tussen belangenorganisaties, patiëntenorganisaties en artsen om te komen tot een brede kwaliteitsstandaard waar naar werd verwezen door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de behandeling van de Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen?
Vraag 7 Bent u bereid om bijvoorbeeld een protocol op te stellen, en daarbij te kijken naar hoe de bescherming in Malta geregeld is, waar expliciet is vastgelegd dat tenzij een ingreep medisch noodzakelijk is (vast te stellen in overleg met de ouders en een interdisciplinair team), de medische ingreep wordt uitgesteld totdat de persoon zelf op geïnformeerde wijze toestemming kan geven?
Download het originele document hier.
Een dag eerder zorgde Nevin Özütok (GroenLinks) er al voor dat er een dertigledendebat14Tot 2011 werd dit een spoeddebat genoemd. zal volgen.
Update 2: Antwoord van de minister voor Medische Zorg
Op 5 februari 2019 heeft Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg de vragen van Vera Bergkamp (D66) beantwoord. (Link) In grote lijnen kan worden gesteld dat de minister ‘intersekse/DSD’ als een ziekte ziet waarvoor artsen samen met ouders beslissingen moeten nemen, niet de overheid. De meest opmerkelijke uitspraak in de brief is dat Nederland de uitspraak van het CAT-comité (gedeeltelijk) naast zich neerlegt.15De minister schrijft: “Nederland deelt de aanbevelingen van het VN-Comité over intersekse/DSD niet geheel, omdat deze erg stellig zijn en naar mijn mening niet altijd recht doen aan de inzet van de zorgprofessionals, die bijvoorbeeld werken in de 6 gespecialiseerde DSD-centra (DSD = Disorders/Differences in Sex Development).”. Dat het CAT-comité rechtstreeks verwijst naar het strafrecht en de noodzaak van schadeloosstelling, wordt door het kabinet genegeerd.
Verwante onderwerpen
Beeld: VN (openingsafbeelding), iStock.com/drpnncpp (wire-o)