Gekleurde lijnen die door elkaar lopen, wisselend van elkaar afgaan en naar elkaar toegaan. Het is een symbolisering van meningen die soms gelijklopen en soms niet.

  1. Rol VN: De VN ziet toe op naleving van geratificeerde mensenrechtenverdragen door lidstaten, waarbij nationale wetten in overeenstemming moeten zijn met deze internationale verdragen.
  2. CEDAW (2017): Aanbeveling voor een op rechten gebaseerd gezondheidszorgprotocol voor intersekse kinderen, waarbij betrokkenheid en respect voor hun keuzes centraal staan.
  3. UPR (2017): Aanbevelingen van Israël en Australië voor bescherming tegen discriminatie van intersekse personen en toegang tot wettelijke gender-erkenning voor alle leeftijden.
  4. Reactie Nederland op UPR: De Nederlandse regering heeft de aanbeveling van Australië voor kennisgeving aangenomen en die van Israël geaccepteerd.
  5. Reactie NNID, TNN, COC Nederland: Zij dringen aan op effectieve maatregelen ter bescherming van intersekse personen tegen discriminatie en onnodige medische behandelingen.
  6. Aanpassing Awgb (2018): Tweede Kamer stemde voor verbod op discriminatie van intersekse personen, wijziging in de Algemene wet gelijke behandeling.
  7. CESCR (2017): Aanbevolen wordt om systematische discriminatie van minderheidsgroepen, inclusief intersekse personen, te bestrijden en heroverweging van vroegtijdige chirurgische ingrepen bij intersekse kinderen.
  8. CAT (2018): Aanbevelingen gericht op het respecteren van de lichamelijke integriteit en zelfbeschikking van intersekse personen, en het verrichten van onderzoek naar NNMB’s.
  9. Vragen in Tweede Kamer: Discussie over de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering over intersekse.
  10. Reactie Minister voor Medische Zorg: Ziet ‘intersekse/DSD’ als een medische kwestie, legt de nadruk op besluitvorming door artsen en ouders, en negeert gedeeltelijk de aanbevelingen van het CAT-comité.



Samengevat met AI en gecontroleerd door een redacteur.

Verwijzingen

Aanbevelingen van de Verenigde Naties

De Nederlandse overheid heeft bij  beoordelingen in het kader van CEDAW, CESCR, UPR, en CaT aanbevelingen ontvangen over de situatie van intersekse personen. Hieronder staan alleen de aanbevelingen die specifiek betrekking hebben op intersekse én die bedoeld zijn voor Nederland.

Verenigde Naties als beschermer van mensenrechten

De Verenigde Naties (VN) heeft 193 lidstaten die samenwerken, maar hun eigen beslissingsbevoegdheid behouden bij besluitvorming. Die eigen beslissingsbevoegdheid wordt beperkt door verdragen1Op Wikipedia staat een lijst van verdragen die onder de VN of een VN-agentschap vallen, danwel door de VN worden beheerd. De verdragen die Nederland getekend en geratificeerd heeft zijn opgenomen in de Verdragenbank. die door de lidstaat zijn aangenomen en geratificeerd. Het is de taak van de VN dan toe te zien dat de betreffende lidstaat dat verdrag werkelijk naleeft. Daartoe is voor ieder verdrag door de VN een comité samengesteld dat min of meer functioneert als een rechtbank:

  • eerst wordt gesproken met vertegenwoordigers van de lidstaat, de nationale mensenrechteninstelling, en de organisaties die eigen rapportages hebben ingediend, en
  • vervolgens wordt bepaald of de lidstaat het verdrag wel of niet correct uitvoert.2Zie onderstaand uitklapvenster voor een gedetailleerder beschrijving van dit proces.

De geratificeerde verdragen zijn onderdeel van het ‘internationale recht’. Nationale wetten mogen hier niet mee in tegenspraak zijn. Is dat wel het geval, dan gaan de regels uit verdragen vaak voor. Soms moeten overheden daarom hun nationale wetten aanpassen na de ratificatie van een verdrag. Hoewel er veel verdragen bestaan, vormen zeven verdragen samen de ‘core international human rights treaties’. Lidstaten die deze verdragen geratificeerd hebben, leggen regelmatig verantwoording af over hoe zij het verdrag in hun eigen land naleven. Dat doen zij tegenover het comité dat de VN voor het betreffende verdrag benoemd heeft.

Verder op deze pagina worden de aanbevelingen besproken die Nederland de afgelopen jaren heeft ontvangen over intersekse.

De belangrijkste verdragen voor de mensenrechten zijn:

  • International Convention on the Elimination of Racial Discrimination (CERD)
  • International Convenant on Civil and Political Rights (ICCPR)
  • International Convention on Economic, Social and Cultural Rights (ICESCR)
  • Convention on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW)
  • Convention against Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment  (CAT)
  • Convention on the Rights of the Child (CRC)
  • International Convention on Protection of the Rights of All Migrant Workers and Members of Their Families (ICMRW)
  • Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD)
  • International Convention for the Protection of All Persons from Enforced Disappearance (ICPPED)

Van deze verdragen is alleen ICMRW niet door Nederland ondertekend en geratificeerd. Ook worden niet alle optionele protocollen ondersteund; het optionele protocol voor ICESCR is in 2009 ondertekent, maar nooit geratificeerd, en de optionele protocollen voor CRC en CRPD zijn niet ondertekend. Klik hier (PDF: 47KB) voor een overzicht van de beperkingen die Nederland heeft gesteld bij het tekenen van de bovengenoemde VN-verdragen.

De Nederlandse vertaling van de door Nederland geratificeerde verdragen en optionele protocollen zijn te lezen op wetten.overheid.nl. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt vaak genoemd als een verdrag, maar is dat niet; op de website wetten.overheid.nl staat bij deze bekende tekst ‘Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip’.

Het proces dat gevolgd wordt is in grote lijnen altijd hetzelfde:

  • Het VN-comité dat de uitvoering van het verdrag controleert roept de lidstaat op een rapportage te schrijven. Daarbij kan het comité onderwerpen aandragen en vragen stellen.
  • De regering van de lidstaat schrijft een rapport over onderwerpen en situaties die verband houden met het onderwerp van het verdrag en besteed in ieder geval aandacht aan de onderwerpen en vragen die het comité heeft aangedragen.
  • Non-gouvernementele organisaties dienen NGO-rapportages in. Dit zijn rapporten waarin zij kritiek geven op de uitvoering van het betreffende verdrag.3Dit kunnen zij op verschillende momenten binnen het proces doen, maar voor de overzichtelijkheid wordt het alleen hier genoemd.
  • Tijdens een zitting in Genėve bespreekt het comité in een aantal zittingen de ingebrachte standpunten met de lidstaat, de nationale mensenrechteninstelling4In Nederland is dat het College voor de Rechten van de Mens. In het Engels wordt gesproken over een National Human Right Institution of NHRI. en de organisaties die een NGO-rapportage hebben ingediend. Aan alle partijen worden vragen gesteld, maar vooral in het gesprek met de lidstaat worden kritische vragen gesteld. Omdat daar veel specialistische kennis bij komt kijken, is het niet ongebruikelijk dat de vertegenwoordiging van de lidstaat tien tot twintig personen groot is.
  • Vragen die door de lidstaat niet direct kunnen worden beantwoord moeten binnen 48 uur schriftelijk worden beantwoord.
  • Na een relatief korte tijd komt het verdragscomité met aanbevelingen voor de lidstaat.
  • In de volgende ronde, een aantal jaar later, wordt gekeken of en hoe de aanbevelingen zijn opgevolgd.

CEDAW (2017 – rapportage 2016)

De UN Convention on the Elimination of Discrimination against Women (CEDAW) staat ook bekend als het VN-Vrouwenverdrag. In 2017 heeft het CEDAW Comité de volgende aanbevelingen gedaan:

  • Ontwikkel en implementeer een op rechten gebaseerd gezondheidszorgprotocol voor intersekse kinderen dat ervoor zorgt dat kinderen en hun ouders goed worden geïnformeerd over alle opties en dat kinderen zoveel mogelijk worden betrokken bij de besluitvorming over medische interventies en dat hun keuzes volledig worden gerespecteerd.

Stereotypes and harmful practices

21. The Committee welcomes the State party’s efforts to combat discriminatory gender stereotypes and harmful practices such as female genital mutilation and crimes in the name of so-called honour, as well as the adoption of the Forced Marriages (Countermeasures) Act, which entered into force in December 2015. The Committee is, however, concerned that:

(e) Medically irreversible sex-assignment surgery and other treatments are performed on intersex children.

22. The Committee recommends that the State party:

 (f) Develop and implement a rights-based health-care protocol for intersex children which ensures that children and their parents are properly informed of all options and that children are, to the greatest extent possible, involved in decision-making about medical interventions and that their choices are fully respected.

Update

Naar aanleiding van deze uitspraak is Radboud UMC begonnen met de ontwikkeling van een Kwaliteitsstandaard DSD. De financiering is nog niet rond en op dit moment (februari 2019) is nog niet bekend of, en zo ja op welke wijze, mensenrechten in de kwaliteitsstandaard worden opgenomen.5Het woord ‘rechten’ in de aanbeveling van het CEDAW-comité kan alleen maar worden gelezen als mensenrechten. Dat blijkt uit de opmerking vlak voor de aanbeveling dat het comité ‘bezorgd is dat medisch onomkeerbare sekse-toekennende chirurgie en andere behandelingen worden uitgevoerd op intersekse kinderen.’ 

UPR (2017 – rapportage 2016)

UPR staat voor Universal Periodic Review. UPR is geen verdrag, maar een ‘Charter-based body’6Een charter-based body is een onderdeel van de VN dat ontstaan is uit resoluties van de belangrijkste VN-organen die hun gezag baseren op het VN-handvest.. De Universal Periodic Review (UPR) is een door de Mensenrechtenraad geleid proces waarbij de mensenrechtensituatie in een lidstaat van de VN wordt geëvalueerd door de andere lidstaten.7De werkwijze is dan ook anders dan bij verdragen. Non-gouvernementele organisaties zijn niet direct bij de UPR betrokken. Zij kunnen lidstaten wel informatie geven over misstanden in het land dat in de UPR geëvalueerd wordt en adviseren over de te geven aanbevelingen. Maar dat is geen onderdeel van het eigenlijke UPR-proces. Daarnaast is het voor non-gouvernementele organisaties mogelijk een rapportage in te dienen van maximaal 2815 woorden (5630 woorden voor een gezamenlijke rapportage) dat door de Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR) wordt samengevat in een document dat wel deel uitmaakt van het UPR-proces. In 2017 ontving Nederland voor intersekse aanbevelingen van Israël en Australië:

  • Implementeer maatregelen om intersekse personen te beschermen tegen discriminatie (Australië).
  • Garandeer toegang tot wettelijke gender-erkenning voor zowel intersekse personen als trans personen van alle leeftijden, zonder wettelijke, administratieve of financiële belemmeringen (Israël).

Interactive dialoge and responsed by the State under review

38. Australia noted the National Human Rights Institution being in line with the Paris Principles, the national human rights action plan and the efforts of the Netherlands to increase women’ s participation in labour market and advance rights of intersex persons.

128. The delegation informed the Human rights Council that the Government has been taking measures to ensure that sexuality education is a part of secondary education. The legislation prohibited discrimination against transgender and intersex persons.

Conclusions and/or recommendations**

131. The following recommendations will be examined by the Netherlands which will provide responses in due time, but no later than the thirty-sixth session of the Human Rights Council in September 2017:

131.99. Implement measures to protect intersex persons from discrimination (Australia);

131.100. Guarantee access to legal gender recognition for both intersex and transgender people of all ages, without legal, administrative or financial barriers (Israel);

Update 1: Reactie Nederland

Op 8 september 2017 heeft de Nederlandse regering geantwoord dat:

  • de aanbeveling van Australië (131.99) voor kennisgeving wordt aangenomen (‘noted’) en dat de rechten van intersekse personen al gegarandeerd worden door de Grondwet en medische richtlijnen,
  • de aanbeveling van Israël (131.100) zonder verdere opmerkingen wordt geaccepteerd.

Update 2: Reactie NNID, TNN, en COC Nederland

Op vrijdag 22 september, tijdens de 36ste bijeenkomst van de VN Mensenrechtenraad (11-09-2017 / 29-09-2017) in Genève, is namens NNID, TNN en COC Nederland een verklaring voorgelezen waarin o.a. staat dat de organisaties verbaasd waren over de reactie van de Nederlandse regering op de aanbeveling van Australië om “maatregelen te nemen om intersekse personen te beschermen tegen discriminatie”. De door de regering bedoelde medische richtlijnen zijn in strijd met de verdragen inzake foltering en de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen. NNID, TNN en COC Nederland dringen Nederland erop aan om in overeenstemming met de aanbevelingen van CAT en CEDAW effectieve wetgevende, administratieve, juridische en andere maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat geen enkel kind of volwassene wordt onderworpen aan onnodige chirurgie of behandeling zonder vrije en volledig geïnformeerde toestemming en dat intersekse kinderen worden beschermd tegen experimentele medische behandelingen”.8Volledige tekst, zoals uitgesproken door Niki Brörmann (COC Nederland):

“The Dutch government accepted the constructive recommendations received by Belgium, France, Ireland, Israel, Slovenia, Sweden. The government did not, however, give satisfying explanations to these SOGIESC recommendations. Its rationale being that the government is already implementing running policies. We would however like to clearly express to the Human Rights Council that there is much room for improvement on full access to legal gender recognition without any barriers including reimbursement of all aspects of gender affirmative health care, comprehensive education on sexual and gender diversity in teachers academies, discrimination of trans and intersex people on the labour market and policies on hate crimes against LGBTI people.

We were astonished by the reaction of the Dutch government on the recommendation of Australia to “implement measures to protect intersex persons from discrimination.” The government states that “the rights of intersex persons are already guaranteed by the Constitution and by medical guidelines.” These medical guidelines are in violation of the conventions on torture and the elimination of all forms of discrimination against women. In line with CAT and CEDAW recommendations, we urge the Netherlands to implement effective legislative, administrative, judicial and other measures to ensure that no child or adult is subjected to unnecessary surgery or treatment without free and fully informed consent and that intersex children are protected against experimental medical treatments.”

Update 3: aanpassing Algemene wet gelijke behandeling (Awgb)

Op 3 juli 2018 stemde de Tweede Kamer in grote meerderheid voor een verbod op discriminatie van intersekse personen en trans personen.  De bescherming is geregeld door een wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). De behandeling in de Eerste Kamer staat op de agenda voor 5 maart 2019.

CESCR (2017 – rapportage 2015/2016)

Het Comité van de UN Convention on Economic, Social and Cultural Rights heeft in 2017 de volgende aanbevelingen gegeven aan de Nederlandse overheid:

  • Bestrijdt de oorzaken van de systematische en structurele discriminatie van minderheidsgroepen [inclusief intersekse personen].
  • Neem alle noodzakelijke maatregelen, inclusief eventueel tijdelijke bijzondere maatregelen, om ervoor te zorgen dat iedereen in gelijke mate gebruik kan maken van de rechten die uit het verdrag voortvloeien.9In de aanbevelingen wordt verwezen naar General Comment no. 20 (E/C.12/GC/20) dat artikel 2, paragraaf 2 van het verdrag verduidelijkt en waarin intersekse in paragraaf 32 specifiek wordt genoemd in relatie tot ernstige mensenrechtenschendingen als intimidatie op school en op de werkvloer.
  • Heroverweeg de praktijk van vroegtijdige chirurgie en medische ingrepen bij intersekse kinderen, om ervoor te zorgen dat zij voldoende rijp zijn om op basis van hun geïnformeerde keuzes en toestemming te worden geraadpleegd over de door hen gewenste behandelingen.

Discrimination against minorities

18. The Committee is concerned that various groups, including ethnic minorities, migrants, persons with disabilities, domestic workers, lesbian, gay, bisexual, transgender and intersex persons, refugees and asylum seekers, face de facto discrimination in the State party in many areas covered by the Covenant, including employment, social security, education, housing and standard of living (art. 2 (1)).

19. The Committee recommends that the State party continue to assess the root causes of systemic and structural discrimination against minority groups. The Committee also recommends that the State party benefit from available findings in studies on discrimination in order to develop policies and programmes with specific goals and targets aimed at combating prejudice. The Committee further recommends that the State party take all necessary measures, including temporary special measures as appropriate, to ensure the equal enjoyment of the Covenant rights by all. The Committee refers the State party to its general comment No. 20 (2009) on nondiscrimination in economic, social and cultural rights. 

Intersex children

48. The Committee is concerned that the State party’s practice of early surgery and medical interventions on intersex children, which are not necessary for physical health and alters their sex characteristics, do not respect their right to free, prior and informed consent (art. 12).

49. The Committee recommends that the State party review the practice of early surgery and medical interventions on intersex children, in order to make sure that they are mature enough to be consulted on their preferred treatments on the basis of their informed choices and consent.

CAT (2018 – rapportage 2017)

In 2017 heeft de Nederlandse overheid de rapportage voor de Convention against Torture ingediend bij het CAT-comité. Voorafgaand aan deze rapportage had het comité aan Nederland gevraagd of onnodige operaties op jonge intersekse kinderen nog steeds worden uitgevoerd. En zo ja, welke juridische mogelijkheden de slachtoffers hebben om hun beklag te doen. Opvallend is dat het comité specifiek vroeg naar strafrechtelijke procedures en de eventuele verjaringstermijn.10 Oorspronkelijke vraag:

31. Please provide information on the amendments to the Medical Research Act in relation to non-therapeutic medical research involving minors and adults who are incapable of giving informed consent. With regard to persons with variations of sex development (intersex persons), please clarify whether unnecessary medical or surgical treatment aimed at determining the sex of a child is permitted and performed on children and adults who are incapable of giving informed consent. If so, please indicate which criminal or civil remedies are available for victims in these cases and whether they are subject to any statute of limitations. (CAT/C/NLD/QPR/7)

Vertaling:

31. Verstrek a.u.b. informatie over de wijzigingen in de Wet op het medisch onderzoek met betrekking tot niet-therapeutisch medisch onderzoek waarbij minderjarigen en volwassenen betrokken zijn die niet in staat zijn om geïnformeerde toestemming te geven. Met betrekking tot personen met variaties in de geslachtsontwikkeling (intersekse personen), gelieve te verduidelijken of onnodige medische of chirurgische behandeling gericht op het vaststellen van het geslacht van een kind is toegestaan en wordt uitgevoerd op kinderen en volwassenen die niet in staat zijn om geïnformeerde toestemming te geven. Zo ja, gelieve aan te geven welke strafrechtelijke of civielrechtelijke rechtsmiddelen voor slachtoffers in deze gevallen beschikbaar zijn en of zij onderworpen zijn aan enige verjaringstermijn.

In de rapportage gaat de Nederlandse regering hier slechts gedeeltelijk op in en schrijft: “onnodige medische en chirurgische behandelingen vormen in principe geen hoogwaardige zorg”. 11Het antwoord van de Nederlandse overheid:

189. Section 2 of the Care Sector (Quality, Complaints and Disputes) Act (WKKGZ) obliges care providers to provide good quality care. At a minimum, this means that care providers must act in accordance with professional standards, which includes obtaining informed consent. This Act is general in scope and therefore covers the care and treatment of intersex persons. Unnecessary medical and surgical treatments do not in principle constitute good quality care. The IGZ can enforce the law where care providers are carrying out procedures that are not in accordance with professional standards.

Vertaling:

189. Artikel 2 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ) verplicht zorgverleners tot het leveren van goede zorg. Dit betekent minimaal dat zorgverleners moeten handelen in overeenstemming met professionele normen, waaronder het verkrijgen van geïnformeerde toestemming. Deze wet is algemeen van aard en heeft dus betrekking op de zorg en behandeling van intersekse personen. Onnodige medische en chirurgische behandelingen vormen in principe geen kwalitatief goede zorg. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan de wet handhaven wanneer zorgverleners procedures uitvoeren die niet in overeenstemming zijn met de professionele normen.
 Voor de klachtenregeling verwijst de overheid naar de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ)12De WKKGZ is bedoeld voor klachten over fouten in de zorg waarbij geen sprake is van opzet. De klachtenregeling is niet bedoeld en ook niet geschikt voor mensenrechtenschendingen die in het strafrecht thuishoren. De WKKGZ geeft zorgaanbieders de ruimte om te bepalen dat klachten binnen een bepaalde termijn moeten worden ingediend. De modelregeling van LPPGZ en GGZ Nederland gaat uit van een termijn van twee jaar; de modelregeling van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) gaat zelfs uit van slechts één jaar nadat de raad van bestuur van het ziekenhuis of een  klachtenonderzoekcommissie een uitspraak hebben gedaan. Voor schadevergoeding geldt een wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar na de dag waarop de schede is opgetreden en waarop bekend is geworden wie voor de schade verantwoordelijk is (artikel 3:310 lis 1 BW). Dit betekent dat de WKKGZ niet geschikt is voor personen die een klacht willen indienen over de medische behandeling die zij in hun jeugd hebben ondergaan. . Voor de onnodige medische behandeling wordt naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwezen.

Tijdens de mondelinge behandeling in Genève heeft het CAT-comité deze vraag nog een aantal keer herhaald. Daarmee werd duidelijk dat de Nederlandse overheid in de rapportage de vraag van het comité niet had beantwoord. Dat ook in de mondelinge behandeling geen goed antwoord werd gegeven, blijkt uit de aanbevelingen die Nederland van het CAT-comité kreeg. Kort samengevat luiden die:

  • Garandeer dat de lichamelijke integriteit en de zelfbeschikking van intersekse personen wordt gerespecteerd.
  • Zorg dat zuigelingen en kinderen geen medische behandelingen ondergaan zonder hun geïnformeerde toestemming.
  • Garandeer onpartijdig advies en psychosociale ondersteuning voor intersekse kinderen en hun ouders.
  • Zorg dat volledige, vrije en geïnformeerde toestemming wordt gewaarborgd.
  • Verricht onderzoek naar non-consensuele niet-noodzakelijke medische behandelingen (NNMB’s) bij intersekse mensen.
  • Vervolg de daders.
  • Zorg dat de slachtoffers verhaal kunnen halen en schadeloos worden gesteld.

Intersex persons

52. The State party [moet zijn: Committee] is concerned at reports that unnecessary and irreversible surgery and other medical treatment are performed on intersex children without informed consent and impartial counselling. It is concerned that these procedures, which cause long-term physical and psychological suffering, have not been the object of any inquiry, sanction or reparation and that there is no specific legal provisions providing redress and rehabilitation to the victims.

53. The State party should:

(a) Take the legislative, administrative and other measures necessary to guarantee the respect for the physical integrity and autonomy of intersex persons and to ensure that no one is subjected during infancy or childhood to non-urgent medical or surgical procedures intended to decide the sex of the child without his or her informed consent;

(b) Guarantee impartial counselling services and psychological and social support for all intersex children and their parents, so as to inform them of the consequences of unnecessary and non-urgent surgery and other medical treatment to decide on the sex of the child and the possibility of postponing any decision on such treatment or surgery until the persons concerned can decide by themselves;

(c) Guarantee that full, free and informed consent is ensured in connection with medical and surgical treatments for intersex persons and that non-urgent, irreversible medical interventions are postponed until a child is sufficiently mature to participate in decision-making and give effective consent;

(d) Undertake investigation of instances of surgical interventions or other medical procedures performed on intersex persons without effective consent and prosecute and, if found responsible, punish perpetrators. It should also ensure that the victims are provided with redress including adequate compensation.

Update 1: Vragen in de Tweede Kamer

Op 12 december heeft Tweede Kamerlid Vera Bergkamp (D66) vragen gesteld over de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering over intersekse.13Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over de aanbevelingen van het VN Comité tegen Foltering voor betere bescherming van intersekse kinderen (ingezonden 12 december 2018).

Vraag 1 Bent u bekend met de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering (CAT) van 7 december 2018? (Link)

Vraag 2 Deelt u de mening dat het dieptreurig is dat we in Nederland deze aanbevelingen nodig hebben?

Vraag 3 Welke acties zijn er eerder ondernomen na de aanbevelingen van de European Union Agency for Fundamental Rights (Link), de aanbevelingen van het VN-Comité tegen Discriminatie van Vrouwen in 2016 (Link), de aanbevelingen van het VN-Comité voor Economische, Sociale en Culturele rechten in 2017 (Link), en de resolutie van de Raad van Europa (Link)?

Vraag 4 Heeft u zicht op de huidige praktijk? Hoe vaak worden er kinderen geboren waarbij het geslacht niet meteen eenduidig is vast te stellen? Hoe vaak worden deze kinderen geopereerd? Zijn deze ingrepen medisch noodzakelijk? Of vinden medische ingrepen soms ook plaats alleen uit wens van de ouders of de behandelaar? Als dit niet in beeld is, bent u bereid om onderzoek te laten doen?

Vraag 5 Welke stappen kan het kabinet nemen om intersekse kinderen beter te beschermen? Welke rol ziet u voor uzelf om te garanderen dat een kind zelf belangrijke beslissingen kan maken, zover dat mogelijk is?

Vraag 6 Wat is de stand van zaken van de gesprekken tussen belangenorganisaties, patiëntenorganisaties en artsen om te komen tot een brede kwaliteitsstandaard waar naar werd verwezen door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de behandeling van de Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen?

Vraag 7 Bent u bereid om bijvoorbeeld een protocol op te stellen, en daarbij te kijken naar hoe de bescherming in Malta geregeld is, waar expliciet is vastgelegd dat tenzij een ingreep medisch noodzakelijk is (vast te stellen in overleg met de ouders en een interdisciplinair team), de medische ingreep wordt uitgesteld totdat de persoon zelf op geïnformeerde wijze toestemming kan geven?

Download het originele document hier.

Een dag eerder zorgde Nevin Özütok (GroenLinks) er al voor dat er een dertigledendebat14Tot 2011 werd dit een spoeddebat genoemd. zal volgen. 

Update 2: Antwoord van de minister voor Medische Zorg

Op 5 februari 2019 heeft Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg de vragen van Vera Bergkamp (D66) beantwoord. (Link) In grote lijnen kan worden gesteld dat de minister ‘intersekse/DSD’ als een ziekte ziet waarvoor artsen samen met ouders beslissingen moeten nemen, niet de overheid. De meest opmerkelijke uitspraak in de brief is dat Nederland de uitspraak van het CAT-comité (gedeeltelijk) naast zich neerlegt.15De minister schrijft: “Nederland deelt de aanbevelingen van het VN-Comité over intersekse/DSD niet geheel, omdat deze erg stellig zijn en naar mijn mening niet altijd recht doen aan de inzet van de zorgprofessionals, die bijvoorbeeld werken in de 6 gespecialiseerde DSD-centra (DSD = Disorders/Differences in Sex Development).”. Dat het CAT-comité rechtstreeks verwijst naar het strafrecht en de noodzaak van schadeloosstelling, wordt door het kabinet genegeerd.