Europese intersekserechten
Europese gremia roepen landen op om de rechten van intersekse mensen niet meer te schenden. Deze pagina biedt een overzicht van relevante Europese instituties die invloed hebben op de mensenrechten van intersekse personen.
Europa?
Voor het gemak zien veel mensen ‘Europa’ als één bestuurlijke entiteit die zeggenschap heeft over alle landen in het werelddeel Europa. Maar dat beeld klopt niet. Er zijn een aantal verschillende gremia die allemaal het woord Europa in hun naam hebben, maar onafhankelijk van elkaar functioneren. Deze pagina gaat vooral over wat de Europese Unie en de Raad van Europa (Council of Europe – CoE) hebben gedaan voor de rechten van intersekse personen, maar begint met een korte uitleg over het verschil tussen die twee organisaties.
Europese Unie (EU)
De EU is een politieke en economische unie van 27 Europese landen.1België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden.
Het Verenigd Koninkrijk was eerder lid van de EU, maar is eruit gestapt na het Brexit-referendum en is sinds 31 januari 2020 geen lid meer. Ze heeft een eigen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Belangrijke instituties zijn:
- het Europees Parlement,
- de Europese Commissie, en
- de Raad van de Europese Unie.
Verderop wordt behandelt wat deze drie instituties (en de hier nog niet genoemde EU Fundamental Rights Agency) betekenen voor de Europese Unie.
Raad van Europa
De Raad van Europa is géén EU-instelling maar een zelfstandige Intergouvernementele organisaties (IGO) die is opgericht in 1949 om heeft als doel de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat in Europa te bevorderen. Alle EU-lidstaten zijn lid, maar er zijn ook veel niet-EU landen lid.
De Raad van Europa heeft verschillende organen en instanties die samenwerken om zijn missie en en het realiseren van de doelstellingen te bevorderen. De voornaamste organen van de Raad van Europa zijn:
- de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE),
- het Comité van Ministers,
- het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en
- de Commissaris voor de Rechten van de Mens.
Ook deze vier instanties zullen verderop worden besproken.
Ook iets met Europa
De Europese Unie en de Raad van Europa zijn niet de enige organisaties die de naam Europa gebruiken zonder dat alle Europese landen er aan deelnemen. Onderstaande instituties hebben vooral te maken met grenzen en met geld. Hoewel die twee veel te maken hebben met mensenrechten worden ze hier alleen genoemd omdat duidelijk te maken dat ze geen onderdeel zijn van de Europese Unie of van de Raad van Europa.
Tijdlijn intersekserechten in Europa
- 2013
- Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa
- Resolutie 1952(2013): Het recht op lichamelijke integriteit [7]
Marlene Rupprecht dient een resolutie in die richt zich op het beschermen van de lichamelijke integriteit van kinderen en intersekse personen. De resolutie vraagt onderzoek naar niet-noodzakelijke medische behandelingen, bewustwording in diverse sectoren, en opleidingen voor professionals en beoogt wettelijke maatregelen en interdisciplinaire dialoog om kinderrechten te waarborgen. Verder lezen… - 2015
- Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europe
- Rapport Human Rights and Intersex People [1]
Nils Muižnieks pleit voor het beschermen van de rechten van intersekse personen, inclusief hun recht op geïnformeerde toestemming voor medische behandelingen. Hij benadrukt de noodzaak van interdisciplinaire ondersteuning, toegang tot medische dossiers, en herziening van discriminatoire wetgeving. Hij roept op tot flexibele geslachtsregistratie in officiële documenten en actieve betrokkenheid van mensenrechtenorganen en benadrukt het belang van publieke bewustwording en beroepsopleiding. Verder lezen… - 2015
- EU Fundamental Rights Agency
- The fundamental rights situation of intersex people [4]
De FRA publiceert een eerste position paper over intersekse. Het document analyseert de juridische status van intersekse personen in EU-lidstaten, met focus op grondrechten. Het benadrukt dat veel lidstaten seksegerelateerde operaties bij intersekse kinderen uitvoeren en dat discriminatie op grond van intersekse als discriminatie op grond van geslacht moet worden beschouwd. Het pleit voor betere voorlichting en herziening van geslachtsaanduidingen in officiële documenten. Verder lezen… - 2017
- Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa
- Resolutie 2191(2017): Stop onnodige medische behandeling [8]
Piet de Bruyn dient een brede resolutie in waarin sterker nog dan in de resolutie van Marlene Rupprecht lidstaten worden opgeroepen de rechten en welzijn van intersekse personen te bevorderen. Dit omvat het waarborgen van lichamelijke integriteit en autonomie, het bieden van psychosociale en maatschappelijke ondersteuning, aanpassing van sekse-registratie, inclusie in antidiscriminatiewetgeving, en bewustwording bij professionals en het publiek. Verder lezen… - 2019
- Europees Parlement
- Resolutie 2018/2878(RSP): Over de rechten van intersekse personen[3]
Claude Moraes dient namens het Committee on Civil Liberties, Justice and Home Affairs een resolutie in die oproept tot uitgebreide maatregelen ter bescherming van de rechten van intersekse personen. Dit omvat het voorstellen van wetgeving, het verbieden van niet-noodzakelijke medische behandelingen, en het bevorderen van bewustwording. Er wordt gepleit voor flexibele genderregistratie, financiële steun aan relevante organisaties, en een mensenrechten-gebaseerde benadering in onderzoek en beleid. Verder lezen… - 2019
- Europese Commissie
- Special Eurobarometer 493: Discriminition in the European Union[2]
Uitgebreid onderzoek op basis van interviews laat zien dat de meeste mensen denken dat lhb personen meer worden gediscrimineerd dan transgender en intersekse personen. Hetzelfde onderzoek toont ook aan dat in werkelijkheid intersekse personen tweemaal vaker worden gediscrimineerd dan lhb-personen. De discriminatie van intersekse personen en trans personen is ongeveer gelijk. Opmerkelijk is de bevinding dat mensen liever hebben dat hun kind lhbt is dan dat hun kind een relatie aangaat met een intersekse persoon. Verder lezen… - 2020
- EU Fundamental Rights Agency
- EU-LGBTI II: A long way to go for LGBTI equality [5]
Als onderdeel van een LHBTI-breed onderzoek is voor het eerst een sectie over intersekse opgenomen. Het onderzoek toont aan dat 62% van de intersekse respondenten zich in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek gediscrimineerd voelde. Ook bleek dat 62% geen toestemming gaf slachtoffer te zijn van non-consensuele niet-noodzakelijke behandelingen. Daarnaast ervaart 19% problemen bij het registreren van hun burgerlijke staat of gender, inclusief het weigeren van diensten en bespotting door het personeel. Verder lezen… - 2022
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Obiter dicta in uitspraak M contre la France [6]
De klacht van intersekse persoon M. tegen Frankrijk wordt niet-ontvankelijk verklaart door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens omdat in Frankrijk niet alle rechtsmiddelen zijn uitgeput (gebruikt). Toch is de zaak van belang omdat de rechters in zogenaamde obiter dicta een hint geven hoe de zaak zou zijn behandeld als de klacht wel ontvankelijk zou zijn verklaard. Verder lezen…
Raad van Europa
De Raad van Europa staat geheel los van de Europese Unie. De Raad van Europa is een zelfstandige Intergouvernementele organisaties (IGO) die is opgericht in 1949 en als doel heeft het bevorderen van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Europa. Alle EU-lidstaten zijn lid, maar er zijn ook veel niet-EU landen lid.
Raad van Europa
De Raad van Europa is géén EU-instelling maar een zelfstandige Intergouvernementele organisaties (IGO). De Raad van Europa is opgericht in 1949 en heeft als doel het bevorderen van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Europa. Alle EU-lidstaten zijn lid, maar er zijn ook veel niet-EU landen lid.3In oktober 2023 zijn 46 landen lid van de Raad van Europa: Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Moldavië, Monaco, Montenegro, Nederland, Noord-Macedonië, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, San Marino, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland. Een aantal landen zijn lid van de Raad van Europa doordat zij als autonoom land verbonden zijn aan een andere lidstaat: Groenland (Koninkrijk van Denemarken), Frans Guyana (Frankrijk). Canada, Israël (allee bij de Parlementaire Assemblee), Japan, Mexico, Vaticaanstad en de Verenigde Staten hebben de status van waarnemer. Door de oorlog in Oekraïne is Wit-Rusland geschorst en is Rusland geen lid meer.
De Raad van Europa heeft verschillende organen en instanties die samenwerken om zijn missie en doelstellingen op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in Europa te bevorderen. De voornaamste organen van de Raad van Europa zijn:
Drie onderdelen hebben onmiskenbaar bijgedragen aan het bevorderen van de mensenrechten voor intersekse personen:
- De Commissaris voor de Rechten van de Mens
- De Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Die bijdragen worden hieronder beschreven.
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (1):
Resolutie 1952(2013): het recht op lichamelijke integriteit
In een rapportage voor de Commissie sociale zaken, volksgezondheid en duurzame ontwikkeling zegt PACE-senator Marlene Rupprecht dat de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa vaak de aandacht heeft gevraagd voor geweld tegen kinderen waarvan duidelijk is dat de dader te kwader trouw handelt (seksueel geweld in verschillende contexten, geweld op school, huiselijk geweld, enzovoort). Maar zij constateert ook dat er nooit is gekeken naar de niet-medisch gerechtvaardigde schendingen van de fysieke integriteit van kinderen – schendingen die een langdurige impact kunnen hebben op hun leven. Om die reden heeft zij deze resolutie ingediend.
Lidstaten worden opgeroepen:
- onderzoek te doen naar het aantal niet-noodzakelijke en non-consensuele medische behandelingen en de medische behandeling te heroverwegen vanuit de rechten van het kind,
- bewustwording te bevorderen in de medische sector, scholen, religieuze gemeenschappen, en onder dienstverleners,
- opleidingen te bieden aan medisch en educatief personeel, en eventueel aan religieuze vertegenwoordigers, die aandacht besteden aan de risico’s, en alternatieven voor, bepaalde procedures,
- een openbaar debat op gang te brengen over het recht van kinderen op bescherming tegen schendingen van hun fysieke integriteit volgens de mensenrechtennormen,
- onderzoek te doen naar de specifieke situatie van intersekse mensen,
- ervoor zorgen dat kinderen geen onnodige, cosmetische medische of chirurgische behandelingen ondergaan,
- het recht op lichamelijke integriteit, autonomie, en zelfbeschikking garanderen,
- families met intersekse kinderen goede begeleiding en ondersteuning bieden,
- de interdisciplinaire dialoog tussen vertegenwoordigers uit verschillende beroepsgroepen te bevorderen om heersende tradities die geen rekening houden met de rechten van het kind te overwinnen,
- te werken aan de bewustwording dat kinderen op een voor hen passende wijze betrokken moeten worden bij beslissingen over hun lichamelijke integriteit,
- om bij wet vast te leggen dat bepaalde operaties en praktijken niet mogen worden uitgevoerd voordat een kind oud genoeg is om te worden geraadpleegd.
Commissaris voor de Mensenrechten:
Human rights and Intersex People
In het rapport Human Rights and Intersex People 2015) heeft de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa Nils Muižnieks5Muižnieks was Commissaris voor de mensenrechten van 2012 tot 2018. een achttal aanbevelingen gepubliceerd.
- Lidstaten moeten een einde maken aan medisch onnodige “normaliserende” behandeling van intersekse personen, met inbegrip van onomkeerbare genitale chirurgie en sterilisatie, wanneer deze wordt uitgevoerd of toegediend zonder de vrije en volledig geïnformeerde toestemming van de betrokken persoon. Geslachtstoekennende behandeling moet beschikbaar zijn voor intersekse personen op een leeftijd waarop zij hun vrije en volledig geïnformeerde toestemming kunnen geven. Het recht van intersekse personen om geen geslachtstoekennende behandeling te ondergaan moet worden gerespecteerd.
- Intersekse personen en hun familie moeten interdisciplinair advies en ondersteuning krijgen, met inbegrip van peer support. De toegang van intersekse personen tot hun medische dossiers moet worden gewaarborgd.
- Nationale en internationale medische classificaties die variaties in geslachtskenmerken pathologiseren, moeten worden herzien met het oog op het wegnemen van belemmeringen voor het daadwerkelijk genieten van mensenrechten door intersekse personen, met inbegrip van het recht op het hoogst haalbare standaard van gezondheid.
- Lidstaten moeten de erkenning van intersekse personen voor de wet vergemakkelijken door het snel verstrekken van geboorteakten, burgerlijke registratiedocumenten, identiteitspapieren, paspoorten en andere officiële persoonlijke documenten, met inachtneming van het zelfbeschikkingsrecht van intersekse personen. Flexibele procedures moeten in acht worden genomen bij het toewijzen en opnieuw toewijzen van sekse/gender in officiële documenten, waarbij ook moet worden voorzien in de mogelijkheid om geen specifieke mannelijke of vrouwelijke geslachtsmarkering te kiezen. De lidstaten dienen de proportionaliteit van het verplicht stellen van geslachtsregistratie in officiële documenten te overwegen.
- Nationale wetgeving inzake gelijke behandeling en haatdelicten moet worden herzien om ervoor te zorgen dat deze wetgeving intersekse personen beschermt. Geslachtskenmerken moeten worden opgenomen als een specifieke grond in de wetgeving inzake gelijke behandeling en haatdelicten, of ten minste moet de grond van sekse of gender op gezaghebbende wijze worden geïnterpreteerd om geslachtskenmerken op te nemen als verboden grond van discriminatie.
- Nationale mensenrechtenstructuren zoals ombudsmannen, organen voor gelijke behandeling, mensenrechtencommissies en kinderombudsmannen moeten actief contact zoeken met intersekse personen, inclusief kinderen. Zij moeten een duidelijk mandaat krijgen om zich bezig te houden met kwesties die verband houden met intersekse personen en om slachtofferhulp aan hen te verlenen. De toegang van intersekse personen tot de rechter moet worden vergemakkelijkt.
- Lidstaten moeten onderzoek doen naar de situatie en de behoeften op het gebied van de bescherming van de mensenrechten van intersekse personen in verschillende omgevingen. Er is dringend behoefte aan een betere bewustmaking van het publiek en een betere beroepsopleiding over de problemen waarmee intersekse personen worden geconfronteerd. Intersekse personen en organisaties die hen vertegenwoordigen, moeten in staat worden gesteld om actief deel te nemen aan onderzoek naar henzelf en aan de ontwikkeling van maatregelen om hun genot van de mensenrechten te verbeteren.
- Schendingen van de mensenrechten die intersekse personen in het verleden hebben geleden, moeten worden onderzocht, publiekelijk worden erkend en rechtgezet. Ethische en professionele normen, juridische waarborgen en rechterlijke controle moeten worden versterkt om de naleving van de mensenrechten in de toekomst te waarborgen
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (2):
Resolutie 2191(2017): stop onnodige medische behandeling
De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa6In het Engels PACE – Parliamentary Assembly of the Council of Europe roept in Resolutie 2191(2017) op een einde te maken aan de non-consensuele onnodige ‘normaliserende’ medische behandeling van intersekse kinderen (PACE 2017).
In resolutie 2191 (2017) roept de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE) de lidstaten op de non-consensuele onnodige ‘normaliserende’ medische behandeling van intersekse personen te verbieden (PACE 2017). Behalve in situaties waarin het leven van een kind onmiddellijk gevaar loopt, moet iedere behandeling die tot doel heeft de geslachtskenmerken van intersekse kinderen te veranderen, worden uitgesteld tot het kind zelf kan beslissen. Verder wordt in de resolutie erkend dat bewustwording bij zowel gezondheidswerkers als de samenleving noodzakelijk is, en worden de lidstaten van de Raad van Europa opgeroepen intersekse personen die slachtoffer zijn van non-consensuele onnodige medische behandelingen een schadevergoeding toe te kennen.
Eerste keer
Het is de eerste keer dat een dergelijke resolutie op zo’n hoog politiek niveau is aangenomen. De rapportage en de resolutie, waar rapporteur Piet De Bruyn een jaar aan heeft gewerkt, was eerder al met algemene stemmen aangenomen door de Commissie voor Gelijkheid en Non-discriminatie van de Raad van Europa.
De resolutie is het logische vervolg op de in 2013 aangenomen resolutie 1952 (2013) over het recht van kinderen op lichamelijke integriteit (PACE 2013) en de in 2015 gepubliceerde aanbevelingen van de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa, Nils Muižnieks (Agius 2015).
Kort samengevat wordt in de resolutie opgeroepen tot het volgende:
Lidstaten worden opgeroepen om:
- intersekse mensen in staat te stellen op te komen voor het recht op lichamelijke integriteit en lichamelijke autonomie,
- intersekse mensen psychosociale en maatschappelijke hulp te bieden bij het omgaan met de uitdagingen die, ondermeer, voortkomen uit de houding van de maatschappij ten aanzien van intersekse.
- de registratie van sekse zo in te richten dat intersekse mensen daar niet door gehinderd/gediscrimineerd worden,
- discriminatie van intersekse personen op te nemen in antidiscriminatiewetgeving,
- onderzoek te doen naar de situatie en rechten van intersekse mensen,
- zowel professionals als het publiek bewust te maken van de situatie en rechten van intersekse mensen.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM):
M vs. FRANCE: Obiter dicta
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een gerechtelijk orgaan van de Raad van Europa dat klachten behandelt over schendingen van de rechten vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Individuen, groepen en lidstaten kunnen zaken voorleggen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De uitspraken van het EHRM zijn bindend voor de betrokken lidstaten en moeten worden nageleefd. Het Hof speelt een cruciale rol in de bescherming en bevordering van mensenrechten in Europa en draagt bij aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke rechtsnorm in de lidstaten van de Raad van Europa.
Eén van vereisten voor het indienen van een klacht bij het EHRM is dat alle rechtsmiddelen al zijn uitgeput. Dat betekent dat iedere mogelijkheid om een klacht in eigen land in te dienen moet zijn gebruikt en dat de klacht daar is afgewezen of niet-ontvankelijk is verklaard. Dat is precies waar het misging met een klacht die in 2022 werd ingediend door een intersekse persoon uit Frankrijk7M c. FRANCE, ECLI:CE:ECHR:2022:0426DEC004282118. De klacht werd niet-ontvankelijk verklaard omdat niet alle mogelijkheden om een klacht in Frankrijk in te dienen waren gebruikt.
Ondanks dat de afwijzing kreeg de uitspraak toch ‘importance level’ 2. Dat betekent dat dat de uitspraak ‘geen significante bijdrage aan de jurisprudentie levert, maar niettemin verder gaat dan louter de toepassing van bestaande jurisprudentie’.81 = Zeer belangrijk: Alle uitspraken, besluiten en adviezen die niet zijn opgenomen in de Case Reports die een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling, verduidelijking of verduidelijking of wijziging van zijn jurisprudentie, in het algemeen of met betrekking tot een bepaalde staat.
2 = Middelmatig belang: Andere arresten, beschikkingen en adviezen die weliswaar geen significante bijdrage aan de jurisprudentie leveren, maar niettemin verder gaan dan louter de toepassing van bestaande jurisprudentie.
3 = Gering belang: Arresten, beschikkingen en adviezen van weinig juridisch belang, namelijk arresten en beschikkingen die bestaande jurisprudentie eenvoudigweg toepassen, minnelijke minnelijke schikkingen en doorhalingen (tenzij ze een bijzonder punt van belang aan de orde stellen). Deze classificering heeft de uitspraak te danken aan de obiter dicta die de zeven rechters hebben toegevoegd. Een obiter dictum is een overweging die, in dit geval, een belangrijke rol zou hebben gespeeld in de uitspraak als de klacht ontvankelijk was verklaard.
De obiter dicta zeggen dat als de klacht wel ontvankelijk was verklaard, de artikelen 39Art. 3 EVRM: Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. en 810Art. 8,1 EVRM: Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens waarschijnlijk van toepassing zouden zijn:
(De oorspronkelijk uitspraak is in het Frans: M c. FRANCE, ECLI:CE:ECHR:2022:0426DEC004282118)
- Gezien de aard van de problemen in de onderhavige zaak, acht het Hof het nuttig de volgende beginselen met betrekking tot artikel 3 in herinnering te brengen, ook al is deze klacht niet-ontvankelijk wegens het niet uitputten van de nationale rechtsmiddelen. Het herinnert er ook aan dat zaken betreffende medische ingrepen aan artikel 8 van het Verdrag kunnen worden getoetst, ook wanneer de verzoekers aanvoeren dat de medische ingrepen in kwestie zonder toestemming van de patiënt werden uitgevoerd (zie bijvoorbeeld V. C. tegen Slowakije, nr. 18968/07, §§ 138-155, ECHR 2011 (uittreksels), Vasileva tegen Bulgarije, nr. 23796/10, §§ 57-58, 17 maart 2016, en L.F. tegen Ierland (dec.), nr. 62007/17, §§ 93-98, 10 november 2020).
- Om binnen de werkingssfeer van artikel 3 te vallen, de bepaling waarop de verzoeker zich beroept, moet de mishandeling een minimumniveau van ernst bereiken. De beoordeling van dit minimum is relatief; het hangt af van alle omstandigheden van het geval, waaronder de duur van de behandeling en de lichamelijke of geestelijke gevolgen ervan en, soms, het geslacht, de leeftijd en de gezondheidstoestand van het slachtoffer (zie, bijvoorbeeld, Nicolae Virgiliu Tănase v. Roemenië [GC], nr. 41720/13, § 116, 25 juni 2019, Jalloh tegen Duitsland [GC], nr. 54810/00, § 67, ECHR 2006-IX, en V.C. tegen Slowakije, hierboven geciteerd, § 101), en zijn of haar kwetsbare situatie (zie Nicolae Virgiliu Tănase, hierboven geciteerd, ibid.). Hoewel het voornemen om het slachtoffer te verwonden, te vernederen of te kleineren in principe vereist is, wil een behandeling binnen de werkingssfeer van artikel 3 vallen, sluit het ontbreken van een dergelijk voornemen dit niet definitief uit (zie, bijvoorbeeld, hierboven geciteerd, Nicolae Virgiliu Tănase, §§ 122-123, Jalloh, § 68, en V.C. v. Slowakije, §§ 101 en 119).
- Een handeling van medische aard die wordt uitgevoerd zonder therapeutische noodzaak en zonder de geïnformeerde toestemming van de persoon die er het voorwerp van is, kan een mishandeling zijn in de zin van artikel 3. Wat het eerste punt betreft, oordeelde het Hof dat “een maatregel die volgens vaste medische opvattingen door therapeutische noodzaak is ingegeven, in beginsel niet als onmenselijk of vernederend kan worden beschouwd”. Het specificeerde echter dat de medische noodzaak “overtuigend aangetoond” moet worden. Het heeft dit beginsel vastgesteld in het kader van interventies tegen personen die van hun vrijheid zijn beroofd (zie bijvoorbeeld Herczegfalvy, hierboven aangehaald, § 82, Nevmerjitski v. Oekraïne, nr. 54825/00, § 94, ECHR 2005 II (uittreksels), Naoumenko v. Oekraïne, nr. 42023/98, § 112, 10 februari 2004 en Jalloh, hierboven aangehaald, § 69). Het heeft zijn toepassing echter uitgebreid tot interventies die in gewone ziekenhuizen worden uitgevoerd (zie bijvoorbeeld V.C. tegen Slowakije, hierboven aangehaald, §§ 103 en 106-120, ECHR 2011 (uittreksels), N.B. tegen Slowakije, nr. 29518/10, §§ 73-81, 12 juni 2012, en I.G. e.a. tegen Slowakije, nr. 15966/04, §§ 119-124, 13 november 2012). Wat het tweede punt betreft, heeft het Hof geoordeeld dat op het gebied van medische hulp, zelfs wanneer de weigering om een bepaalde behandeling te aanvaarden tot een fatale afloop zou kunnen leiden, het opleggen van een medische behandeling zonder toestemming van de patiënt als deze volwassen en bij zinnen is, een inbreuk vormt op het recht op lichamelijke integriteit van de betrokkene (zie o.a. V.C. tegen Slowakije, bovengenoemd, § 105), waarbij de lichamelijke integriteit wordt beschermd door artikel 3 (zie o.a. A.P., Garçon en Nicot v. Frankrijk, nrs. 79885/12 en 2 anderen, § 127, 6 april 2017). Als de patiënt minderjarig is, moet de geïnformeerde toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger worden verkregen (zie in het bijzonder, hierboven geciteerd, N.B. tegen Slowakije, § 74, en I.G. en anderen tegen Slowakije, §§ 122-123).
- Zo is de sterilisatie van een persoon zonder therapeutisch doel en zonder zijn of haar geïnformeerde toestemming in principe onverenigbaar met de eerbiediging van de menselijke vrijheid en waardigheid en vormt ze een behandeling die strijdig is met artikel 3 (zie, naast andere instanties, V.C. tegen Slowakije, N.B. tegen Slowakije en I.G. tegen Slowakije). Hetzelfde geldt voor genitale verminking (het Hof heeft dit geoordeeld in zaken betreffende vrouwelijke genitale verminking; zie Izevbekhai e.a. tegen Ierland (dec.), nr. 43408/08, § 73, 17 mei 2011, ES tegen Frankrijk (dec.), nr. 59345/11, 7 april 2015, en Sow tegen België, nr. 27081/13, § 64, 19 januari 2016), in het bijzonder wanneer die op een kind wordt uitgevoerd (zie Sow, hierboven aangehaald, dezelfde verwijzingen).
- Het Hof houdt de vraag aan of, in het licht van de voorgaande overwegingen, de medische handelingen van geslachtsverandering waar het hier om gaat, in de omstandigheden van het onderhavige geval waarschijnlijk binnen de werkingssfeer van artikel 3 van het Verdrag vallen, aangezien de klacht op grond van die bepaling in elk geval niet-ontvankelijk is omdat de nationale rechtsmiddelen niet zijn uitgeput.
Europese Unie
Het bekendste ‘Europa’ is ongetwijfeld de Europese Unie (EU), als was het maar omdat iedere munt in je portemonnee je daaraan herinnert, maar ook omdat belangrijke wet- en regelgeving niet meer uit ‘Den Haag’ komt maar uit ‘Brussel’. De EU is een supranationale organisatie; dat betekent dat de lidstaten onderling besluiten kunnen nemen die voor alle lidstaten geldt.
De EU is een politieke en economische unie van 27 Europese landen.11België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden.
Het Verenigd Koninkrijk was eerder lid van de EU, maar is eruit gestapt na het Brexit-referendum en is sinds 31 januari 2020 geen lid meer. Ze heeft een eigen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Belangrijke instituties zijn het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie. Als een zelfstandig functionerende organisatie binnen de EU rapporteert de EU Fundamental Rights Agency (FRA) aan zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement.
Mensenrechten binnen de Europese Unie (EU), van oorsprong toch een economisch en politiek verbond, zijn nog maar relatief kort geleden bindend erkend. In het Verdrag van Maastricht (1992) werd bepaald dat de EU fundamentele rechten respecteert. Maar pas in 2009, toen het Verdrag van Lissabon inging, werd het EU Handvest voor de grondrechten bindend voor instellingen van de EU en voor de lidstaten van de EU voor zover die EU-regels toepassen. In het Handvest voor de grondrechten12De term ‘grondrechten’ (Engels: fundamental rights) wordt gebruikt voor het concept ‘mensenrechten’ in de specifieke interne context van de Europese Unie. Traditioneel wordt de term ‘grondrechten’ gebruikt in een constitutionele (grondwettelijke) context, terwijl de term ‘mensenrechten’ in het internationaal recht wordt gebruikt. De twee termen hebben een soortgelijke betekenis zoals blijkt bij vergelijking van de inhoud van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie met die van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en het Europees Sociaal Handvest. zijn de grondrechten opgenomen die voortkomen uit:
- EU-verdragen,
- internationale verdragen en overeenkomsten (waaronder het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens EVRM uit 1950 en het Europees Sociaal Handvest uit 1989),
- gemeenschappelijke grondwettelijke tradities van de lidstaten van de EU,
- diverse verklaringen van het Europees Parlement.
Europees Parlement
Op 14 februari 2019 neemt het Europees Parlement een resolutie aan die namens het Committee on Civil Liberties, Justice and Home Affairs is ingediend door Claude Moraes. De resolutie roept de lidstaten op uitgebreide maatregelen te nemen ter bescherming van de rechten van intersekse personen. Dit omvat het voorstellen van wetgeving, het verbieden van niet-noodzakelijke medische behandelingen, en het bevorderen van bewustwording. Er wordt gepleit voor flexibele genderregistratie, financiële steun aan relevante organisaties, en een mensenrechten-gebaseerde benadering in onderzoek en beleid.
Behalve een uitgebreide inleiding heeft de resolutie zestien oproepen die verdeel zijn over vijf hoofdonderwerpen:
- de rechten van intersekse mensen worden geschonden (punt 1),
- medicalisering en patjoligie (2 – 8),
- identiteitsdocumenten (9),
- discriminatie (10-11),
- publieksvoorlichting (12-16).
Resolutie 2018/2878(RSP) kort samengevat:
- Constatering dat de rechten van intersekse mensen worden geschonden en oproep aan de Commissie en de lidstaten om wetgeving voor te stellen.
- Veroordeling nnmb’s en oproep tot wetgeving die nnmb’s verbiedt.
- Oproep voor uitgebreid informeren van intersekse personen en hun ouders/verzorgers.
- Oproep voor steun aan organisaties die stigma van intersekse doorbreken.
- Oproep tot meer financiële steun aan intersekse organisaties.
- Oproep aan lidstaten eenvoudiger toegang tot medische dossiers én om een einde te maken aan nnmb’s.
- Oproep intersekse niet als ziekte te zien omdat dit in strijd is met het VN-Kinderrechtenverdrag.
- Oproep niet-gendernormatief gedrag van kinderen niet meet als pathologie te zien
- Oproep voor flexibele procedures voor het wijzigen van gendermarkers
- Oproep geslachtskenmerken als discriminatiegrondslag te erkennen
- Oproep goede praktijken over discriminate uit te wisselen en fundamentele rechten van kinderen te beschermen
- Oproep voor onderzoek op basis van mensenrechtenperspectief in plaats van medisch perspectief
- Oproep tot stop op financiering van medische onderzoek dat mensenrechten schendt en onderzoek naar de mensenrechtensituatie van intersekse personen te financieren
- Oproep de rechten van intersekse mensen op te nemen in het werk van EU-directoraten-generaal
- Oproep intersekse op te nemen in beleid en in de toekomstige strategie
- Oproep aan de Commissie bij te dragen aan uitwisseling over publieksvoorlichtinv van goede praktijken voor de bescherming van de mensenrechten en de lichamelijke integriteit van intersekse personen.
Europese Commissie:
Special Eurobarometer 493
De Europese Commissie is het uitvoerende orgaan van de Europese Unie en is verantwoordelijk voor het voorstellen van wetgeving, het uitvoeren van besluiten, het handhaven van EU-verdragen en het beheren van de dagelijkse activiteiten van de EU. De Commissie bestaat uit 27 commissarissen, één uit elke EU-lidstaat, en wordt geleid door een voorzitter. De Commissie werkt nauw samen met andere EU-instellingen, zoals het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, om het beleid en de wetgeving van de EU vorm te geven en uit te voeren.
De relatie met het Europees Parlement is bijzonder belangrijk omdat het Parlement de democratische controle uitoefent over de Commissie. Het Europees Parlement moet de voorzitter en de leden van de Commissie goedkeuren voordat ze hun functie kunnen uitoefenen. Het Parlement heeft ook de bevoegdheid om de Commissie ter verantwoording te roepen en kan zelfs een motie van wantrouwen indienen om de hele Commissie te ontslaan. Daarnaast speelt het Parlement een sleutelrol in het wetgevingsproces, aangezien veel EU-wetgeving de goedkeuring van zowel het Parlement als de Raad vereist.
In het algemeen is de Europese Commissie een van de belangrijkste instellingen van de Europese Unie en speelt het een centrale rol in het functioneren van de EU, van het voorstellen van wetgeving tot het beheren van diverse programma’s en initiatieven die de lidstaten ten goede komen.
Speciale Eurobarometer
Eurobarometer-enquêtes zijn regelmatige opiniepeilingen die worden uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Deze enquêtes zijn bedoeld om inzicht te krijgen in de publieke opinie in de Europese Unie over een breed scala aan onderwerpen, zoals economie, gezondheid, sociale kwesties en politiek.
De ‘Special Eurobarometer’ rapporten zijn het resultaat van uitgebreide onderzoeken over specifieke thema’s; ze zijn bedoeld om gedetailleerde informatie te verstrekken over de attitudes en meningen van burgers in de EU-lidstaten. Deze rapporten worden gebruikt door beleidsmakers, onderzoekers en het algemene publiek om een beter begrip te krijgen van de standpunten en behoeften van de Europese bevolking. In 2019 is voor het eerst ook intersekse in zo’n onderzoek meegenomen. Daarvoor zijn in opdracht van de Europese Commissie in mei 2019 door TNS Nipo 1014 Nederlanders geïnterviewd over discriminatie.
Opvallend is dat in Nederland gedacht wordt dat lesbische, biseksuele, en homoseksuele personen (lhb personen) veel meer gediscrimineerd worden dan trans personen en intersekse personen. 60 procent van de Nederlanders denkt dat in hun land de discriminatie van lhb personen wijdverbreid is. Voor discriminatie van trans personen ligt dat percentage op 54 procent, terwijl slechts 34 procent denkt dat discriminatie van intersekse vaak voorkomt.
Minstens zo opvallend is dat de antwoorden op andere vragen een tegenovergesteld beeld laten zien.
Vooral als de ‘problematiek’ dichterbij komt of geassocieerd wordt met een hoge sociale positie, blijken Nederlanders minder gesteld te zijn op lhbti personen. Zo vindt 91 procent van de Nederlanders het prima als een directe collega intersekse is. Maar voor een hoge verkozen politieke functie daalt dat percentage al naar 84%. De vraag of het goed is als een kind van de geïnterviewde persoon een relatie aangaat met een intersekse persoon scoorde met 68% het laagst. Nederlanders zien liever dat hun kind een relatie aangaat met een lhb-persoon -en dus zelf tot die groep behoort- dan met een intersekse persoon.
(Zie de pagina Sociale Gevolgen voor meer informatie over de Speciale Eurobarometer 493.)
Uit de cijfers van het onderzoek zijn een drietal conclusies te trekken:
- Intersekse loopt in de acceptatie ongeveer 5 tot 18 procentpunt achter op lhb. De acceptatie van transgender is nauwelijks beter.
- De acceptatie is omgekeerd aan de verwachte discriminatie: ondanks dat mensen denken dat discriminatie van lhb aanmerkelijk vaker voorkomt dan de discriminatie van intersekse en transgender, zeggen zij vaker intersekse en transgender onacceptabel te vinden.
- Dat de acceptatie makkelijker lijkt als de ‘problematiek’ verder weg staat, kan een indicatie zijn dat sociaal wenselijke antwoorden zijn gegeven: de acceptatie lijkt vooral ingegeven door veranderende sociale normen en waarden, en niet door intrinsieke acceptatie van lhbti.
EU Fundamental Rights Agency (FRA):
The fundamental rights situation of intersex people & EU-LGBTI II: A long way to go for LGBTI equality
De Fundamental Rights Agency (FRA) is een agentschap van de Europese Unie dat is opgericht om de fundamentele rechten van individuen binnen de EU te ondersteunen en te beschermen. Het agentschap biedt expertise en advies aan EU-instellingen en lidstaten over kwesties die verband houden met fundamentele rechten, zoals discriminatie, toegang tot justitie, en privacy. De FRA werkt nauw samen met andere EU-organen, nationale overheden en maatschappelijke organisaties om ervoor te zorgen dat de fundamentele rechten van alle burgers worden gerespecteerd en bevorderd. Het agentschap heeft echter geen wetgevende macht en kan geen bindende besluiten nemen. Het dient voornamelijk als een adviserende en ondersteunende entiteit.
De organisatie werkt nauw samen met andere EU-organen zoals de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement, evenals met nationale overheden en maatschappelijke organisaties. Het agentschap verzamelt gegevens, doet onderzoek en publiceert rapporten die als basis kunnen dienen voor beleidsvorming en wetgeving op EU-niveau.
Binnen de EU-structuur heeft de FRA heeft een onafhankelijke status, wat betekent dat het autonoom functioneert in het uitvoeren van zijn taken, hoewel het wel verantwoording schuldig is aan de EU-instellingen. Het agentschap wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie en heeft zijn hoofdkantoor in Wenen, Oostenrijk.
The fundamental rights situation of intersex people
In 2015 werd het policy-paper The fundamental rights situation of intersex people gepubliceerd. Daarin werd ondermeer geconstateerd dat in 21 lidstaten van de EU ”normaliserende” chirurgische behandelingen op kinderen worden uitgevoerd.
The fundamental rightssituation of intersex children
Belangrijkste feiten
- Veel lidstaten eisen wettelijk dat geboorten als mannelijk of vrouwelijk worden gecertificeerd en geregistreerd.
- In ten minste 21 lidstaten worden sekse “normaliserende” operaties uitgevoerd bij intersekse kinderen.
- In 8 lidstaten kan een wettelijke vertegenwoordiger toestemming geven voor sekse “normaliserende” medische ingrepen, onafhankelijk van de wil van het kind.
- 18 lidstaten vereisen toestemming van de patiënt op voorwaarde dat het kind kan beslissen.
- Discriminatie op grond van intersekse valt beter onder seksediscriminatie in plaats van discriminatie op grond van seksuele geaardheid en/of genderidentiteit, aangezien het fysieke (geslachts)kenmerken betreft.
Belangrijkste conclusies
- Juridische en medische professionals moeten beter worden geïnformeerd over de fundamentele rechten van intersekse personen, in het bijzonder kinderen.
- Gendermarkeringen in identiteitsdocumenten en geboorteregisters moeten worden herzien om intersekse personen beter te beschermen.
- Lidstaten moeten vermijden dat medische behandelingen van intersekse personen zonder toestemming ‘seksenormaliserend’ zijn.
EU-LGBTI II: A long way to go for LGBTI equality
In 2020 publiceerde de FRA de resultaten van een uitgebreid naar de mensenrechtensituatie van lhbti personen in de Europese Unie: EU-LGBTI II: A long way to go for LGBTI equality. De aanbevelingen uit het hierboven genoemde rapport werden daarin herhaald en uitgebreid met nieuwe informatie. Herhaaldelijk wordt in deze nieuwe versie benadrukt dat juridische en medische professionals met betrekking tot hun werk vaak onvoldoende kennis beschikken over belangrijke aspecten van de fundamentele rechten van intersekse personen, en van kinderen in het bijzonder.
4. The fundamental rightssituation of intersex children (2015)
- Intersekse personen worden geconfronteerd met verschillende uitdagingen die te maken hebben met de wet en medische interventies.
- Juridische en medische professionals moeten zich beter bewust zijn van deze uitdagingen om ervoor te zorgen dat de fundamentele rechten van intersekse personen volledig worden gerespecteerd – vooral als het om kinderen gaat.
- Aangezien het fysieke (geslachts)kenmerken betreft, valt interseksediscriminatie beter onder seksediscriminatie dan onder discriminatie op basis van seksuele geaardheid en/of genderidentiteit.
- Intersekse personen, vooral kinderen, blijven kwetsbaar voor discriminatie zolang geboorte- en andere registers de sekse-identiteit niet correct registreren en zolang ze medisch gediagnosticeerd worden als man of vrouw met gezondheidsstoornissen.
- Om intersekse personen te beschermen moeten alternatieven voor het gebruik van gender markers in identiteitsdocumenten overwogen worden. Ook genderneutrale markers kunnen overwogen worden. Dit is vooral belangrijk voor geboorteregistraties/akten in situaties waar de sekse van het pasgeboren kind.
- De EU-lidstaten moeten vermijden dat intersekse personen zonder hun vrije en geïnformeerde toestemming medische behandelingen moeten ondergaan die hun sekse normaliseren. Dit zou helpen voorkomen dat de grondrechten van intersekse personen, met name kinderen, worden geschonden door praktijken met onomkeerbare gevolgen.
Referenties en verwante onderwerpen
Beeld: DALL-E 3 (Kaart van Europa in regenboogkleuren), iStock.com/drpnncpp (ringband), Ellen Wuibaux/Raad van Europa (Vergadering Raad van Europa), fotograaf onbekend/Raad van Europa (Marlene Rupprecht), Klara Beck/Raad van Europa (Nils Muižnieks), Sandro Weltin/Raad van Europa (Piet de Bruyn), CherryX/Wikipedia (EHRM), Simon Schmitt/Europese Unie (Luchtfoto Europees Parlement), Emilie Gomez/Europese Unie (Vergadering Europees Parlement), Claudio Centonze/Europese Unie (Europese Commissie), EU Fundamental Rights Agency (Topics FRA )